5194fi.jpg

Als je mama bent zonder mama…

8/03/2018

Het is koud buiten, het regent, de lucht is grauw, de bomen verliezen langzaamaan hun bladeren. Zo miserabel als het buiten is, zo voel ik mij. Verkouden, pijnlijke spieren, een slechte nacht achter de rug. Het is me op een of andere manier wél gelukt om onze drie kleutertjes gewassen, tanden gepoetst, aangekleed, en uitgerust met een stevig ontbijt, mét hun fietsje tijdig af te zetten aan de schoolpoort! Enkele dringende mails werden verstuurd en de ergste rommel werd uit het zicht gebannen. Ik mag van mezelf even uitrusten onder een dekentje in de zetel. En dan, haast uit het niets, zijn ze daar: tranen prikken in mijn ogen.

Twintig jaar geleden, 11 juni 1997, overleed mijn mama. Twintig jaar later is ze nog steeds heel aanwezig. Op grote momenten in mijn leven, maar ook gewoon in kleine, alledaagse dingen. En dan ineens is het er: een overweldigend verdriet.

Mama zonder mama

Ik ben een mama zonder mama. Ik kan niet zomaar even de telefoon nemen om haar te bellen. Klagen over hoe miserabel ik me voel. Vragen hoe zij dit allemaal deed. Gezellig wat praten. Over alledaagse dingen, over mama-dingen. Lieve mama, wat zou ik jou graag nog eens zien. Al was het maar even. Een blik, een knuffel.

Ik heb niet heel veel herinneringen aan mama. De herinneringen die ik heb, koester ik. Na een warm bad, droogde mama mijn haar. In mijn roze kamerjasje voelde ik mij een kleine prinses. Mama’s prinses. Het was mijn droom een mama te zijn zoals mijn mama.

Op onbewaakte momenten is ze daar

Nu ik zelf mama ben, van een jongensdrieling, ziet die roze droom er lichtjes anders uit. En toch, op die onbewaakte momenten is ze daar. Dan herken ik mijn mama in mezelf. Wanneer ik met mijn kleine jongens op de mat speel, zie ik mezelf weer zitten als klein meisje, met mijn zusje en mama op de mat met de beertjes. Samen drinken we een tasje soep. Wanneer ik boterhammetjes in stukjes snij voor mijn jongens, herinner ik dat mama op dezelfde manier ‘paardjes’ maakte van brood met druifjes. Wanneer ik mijn jongens een voor een in hun bedje leg, zing ik zachtjes het liedje dat mama voor ons zong. De woorden die ik me nog herinner…

Liesbeth

Zie je ons?

Af en toe breng ik met mijn jongens een bezoekje aan mama. Dan vertel ik hen over ‘de mama van mama’. Ik weet heel zeker dat mama verzot zou zijn op haar kleinkindjes. Zie je mijn kleine jongens, daar waar je bent?

Tranen stromen intussen zachtjes over mijn wangen. Maar wat ben ik dankbaar. Dankbaar dat mijn mama nog steeds aanwezig is in al die kleine, alledaagse dingen. Dankbaar dat ik toch een beetje mama ben zoals mijn mama. Dankbaar dat mijn mama waakt over mijn lieve kleine jongens.

Lieve mama, kan je mij zien, daar waar je bent? Ik hoop, heel erg, dat je een beetje fier op me bent…

 

Liesbeth