4371fi.jpg

Dossier: zindelijk worden, een proces van vallen en opstaan

2/03/2018

We proberen allemaal om onze kinderen zindelijk te krijgen tegen dat ze 2,5 zijn en naar school gaan. Maar bij het ene kindje gaat dat vlotter dan bij het andere, en eigenlijk hebben we er minder impact op dan we misschien zouden willen...

Druk om zindelijk te worden

Welke ouder kijkt er niet naar uit om luiers te schrappen van hun boodschappenlijst? Voor veel ouders is het een mooi eindpunt van een intense periode, voor kinderen is het een normaal proces om zindelijk te worden, net als leren stappen.

We kunnen alleen vaststellen dat we hier in Vlaanderen de druk voelen om onze kinderen op 2,5 jaar zindelijk te krijgen, want vele ouders begrijpen dat het voor onze geweldige kleuterjuffen niet evident is om grote groepen kleutertjes te begeleiden die niet zindelijk zijn. Iedereen doet zijn best, maar het is niet altijd evident, want eigenlijk hebben we er minder impact op dan we soms misschien zouden willen… Net daarom spreken we niet meer over een zindelijkheids’training’, maar over het ondersteunen van zindelijk worden.

1. Schat het kunnen van je kind in

Eerst en vooral moet het kind het kunnen. En dat is heel wat voor die kleine mini’s.

  • De blaas moet voldoende groot zijn
  • De sluitspier met voldoende sterk zijn om gecontroleerd op te spannen en los te laten
  • Bij baby’s is plassen en stoelgang maken een reflex. De zenuwbanen moeten voldoende ontwikkeld zijn om aandrang te voelen.
  • Je kindje moet goed kunnen zitten.

Door je kind te observeren krijg je hier zicht op. Is de luier ongeveer twee uur droog? Wordt je kindje nog overvallen door zijn plas of stoelgang?

Dan kan je enkel afwachten tot je hierin vooruitgang ziet. Je kan in overleg gaan met andere verzorgers hoe zij het 'kunnen' van je kindje inschatten. Wanneer je te vroeg start, voelt het aan als een falen voor je kind, een valse start dus.

2. Schat het willen van je kind in

Soms voel je interesse bij je kind, er is belangstelling voor het potje of het toilet, je voelt dat je kind nieuwe dingen wil leren, je kind roept 'KAKAAAAA' als je aan de kassa staat te wachten.

‘Mijn zoontje is twee, maar heeft nog geen zin om op het potje te gaan. Hij kruipt af en toe eens op ons toilet, zegt dan "pssst" en kruipt er weer af.... ‘ (mama Ellemieke)

Op zo'n momenten weet je dat er een zekere interesse is! Dat is een goede start. Al zitten we bij dat ‘willen’ met een uitdaging van moeder natuur opgescheept. Want kinderen worden zindelijk net in dezelfde periode dat ze hun autonomie ontdekken. Ze beseffen dat hun gedrag impact heeft op anderen en experimenteren daar graag mee. Vaak begint dat bij de ontdekking dat ze kunnen ‘neen’ zeggen en dat er dan allerlei fascinerende zaken gebeuren in het gedrag van anderen (afleiden, boos worden, overtuigen…). Een hele wereld om te ontdekken!

Dat is natuurlijk allemaal heel leerrijk en belangrijk voor de ontwikkeling van je kind. Maar als je kind meer interesse heeft in neen zeggen dan in zindelijk worden, dan wordt het soms… moeilijk. Dat een kind je een handje moet geven op straat dat kan je nog wel opleggen, maar een sluitspier ja… daar heb je geen impact op.

‘Toen Jesse (toen 2 jaar 4 maand) in de grote vakantie op een paar weken tijd begrepen had dat pipi en kaka in een potje hoorde in plaats van in de pamper, dachten we dat alles wel snor zat voor zijn schoolstart in de instapklas in november.  Niets bleek minder waar. Ongeveer vanaf dag 1 had hij kleine en grote ongelukjes. Die zullen wel stoppen als hij de andere kindjes naar toilet ziet gaan, verzekerde de juf ons. Maar ondanks de routine van toiletbezoeken, aanmoedigingen van de juf en van ons, weldoordachte beloningssystemen,… werd het hele toiletgebeuren een strijd. ’s Ochtends hoopten we dat zijn grote boodschap al achter de rug was vooraleer naar school te vertrekken. Dan was het tenminste niet in zijn broek overdag. Ook de juf leek soms – begrijpelijk – haar geduld te verliezen. Onze ochtenden werden daardoor zo gestresseerd en geen van ons beide kon zich inhouden om onze kleine man voortdurend eraan te herinneren dat hij op tijd naar het potje moest gaan. Jesse verzette zich meer en meer uiteraard. In de paasvakantie beslisten we om hem terug een pamper aan te doen – ondanks tegenadvies van de school. Het was de beste beslissing. Geen strijd meer over het toilet, Jesse werd rustiger en wij ook. In de daaropvolgende zomervakantie (een jaar na de start van zijn zindelijkheidstraining) begonnen we opnieuw. Zonder onverdeeld succes. Was hij toch nog niet klaar? Het schooljaar in de eerste kleuterklas begon hetzelfde. Ongelukjes bijna dagelijks. Gelukkig een crème van een juf en een geduldig CLB. In de herfstvakantie was Jesse met zijn oudere neefjes op vakantie. Hij kwam op een ochtend uit zijn bed en zei: ‘Ik ga niet meer kaka in mijn broek doen.’ En zo geschiedde. Onze zoon besliste zelf wanneer hij zindelijk werd. En geen dag vroeger. Een mooie les voor ons als ouders in loslaten, geduldig zijn en niet te veel zelf willen bepalen…’ (mama Karen)

kindjes op potjes

3. Bij niet willen: sit back and relax

Het enige wat je kan doen in zulke situaties is sit back and relax. Probeer zeker niet in de strijd te gaan en laat het los voor minstens een aantal weken. En dat loslaten wil zeggen, luier aan, er zelf niets meer over vragen of zeggen. In die periode is het best dat je enkel ingaat op signalen van het kind zelf. Maak je kind duidelijk dat niets moet en geef het de kans om zelf aan te geven wat en wanneer de volgende stap is. Om te kunnen plassen en stoelgang te maken moeten kinderen kunnen 'loslaten', again: sit back and relax.

Het kan helpen dat je je kind op vele andere gebieden zijn eigen keuzes laat maken. Hoe meer je je kind zelf laat bepalen hoe minder het een punt gaat 'willen' maken van niét op het potje te gaan zitten. Denk even na voor je zelf het woordje 'neen' gebruikt en bekijk of 'ja' ook een optie is. Wanneer je kind de straat op wil lopen achter een mooie auto aan dan moet je vooral bij "NEEE!" blijven. Maar een ja kan wel bijvoorbeeld wanneer je peuter of kleuter een afschuwelijk slecht gecombineerde outfit aan wil. Gewoon geen foto’s nemen die dag. Loslaten heet dat dan…

4. Wanneer weet je dat je kind genoeg begrijpt?

Maar gelukkig hebben we wel impact op het BEGRIJPEN!

Een kind dat begrijpt is

  • Zich bewust wanneer hij of zij iets in de luier heeft gedaan (vertelt het of gaat misschien huilen…)
  • Maakt duidelijk dat het naar het moet plassen of stoelgang maken (o.a. door lichaamstaal)
  • Begrijpt voldoende taal
  • Kan simpele aanwijzingen volgen
  • Kan verband leggen tussen twee dingen (potje en plassen om heel concreet te zijn)

kindje op potje

5. Wanneer start je het best met de zindelijkheidszoektocht?

  1. Er is voldoende rust in het gezin. Staat je hoofd er niet naar omwille van drukte op het werk of ligt je energiepijl onder nul, dan wordt elke pipi of kakabroek een hel. Stel het dan even uit. Je eigen rust zal afstralen op je kindje.
  2. Iedereen staat op één lijn: stem af met alle mensen die voor je kindje zorgen zoals kribbe, onthaalmoeder of grootouders. Spreek een gezamenlijke start af en bespreek hoe je het wil aanpakken. Hou elkaar op de hoogte van het verloop de eerste weken zodat je samen kan bijsturen waar nodig. Maak er geen wedstrijdje van. 

Wat heb je nodig voor potjestraining?

  1. Een goed potje. Maak eventueel een leuke uitstap samen en kies een leuk potje uit. Heb je al een potje? Maak er dan samen een echt kunstwerk van. Stickeren is altijd dolle pret! Je kindje moet de voetjes plat op de grond kunnen zetten wanneer hij op het potje zit.
  2. Eventueel een leuke onderbroek met prinsessen of een stoere auto wanneer de pamper uitblijft. Voor sommige kinderen voelt een luier veiliger, die keuze mag je aan je kindje overlaten.
  3. Een gemakkelijk broekje of rokje om snel aan en uit te doen. Je kind voelt sneller nattigheid wanneer het zonder luier of onderbroek kan rondlopen. Vermijd jeans, tientallen knoopjes en broekkousen.
  4. Geef het potje een plekje in de woonkamer of de speelhoek zodat je kind steeds in je buurt kan blijven.
  5. Een stapel reservekleding. Ongelukjes horen er nu eenmaal bij.
  6. Massa’s geduld en positieve vibes!