Kort na mijn bevalling werd er kanker vastgesteld
Hoe verder in mijn zwangerschap, hoe meer ik alles kon klaarzetten. We hebben alles zelf gedaan, natuurlijk wel met hulp van familie. Toen alles klaarstond konden we echt beginnen af te tellen. En dan was het zover: op 12 januari 2018 is onze fantastische dochter geboren.
Was dat klein wondertje echt van mij? Ik kon niet geloven dat ik nu echt mama was geworden. Ik was zo emotioneel, maar ik voelde mij ook zo alleen want dat kleine wondertje zat niet meer veilig en wel in mijn buik. Elke dag stond mijn ziekenhuiskamer vol met bezoek. Ik moet eerlijk toegeven dat ik het ontzettend moeilijk vond, want iedereen wou dat mini mensje ontmoeten. Het was lastig iemand anders te zien die mijn dochter vasthield. Liefst van al wou ik haar gewoon altijd bij mij op mijn borst. Als het bezoek wegging en mijn man naar huis vertrok, kon ik mijn tranen niet bedwingen.
Op 15 januari mochten we naar huis. Ons leven kon nu echt beginnen. Ik had het heel moeilijk want dat klein wezentje was volledig van mij afhankelijk. Maar het lukte ons. Tot mijn man terug moest gaan werken ... De gedachten of ik alles wel goed deed namen het over maar ik probeerde mijn gedachten te verzetten door de babyborrel te organiseren.
Zes weken later mochten we op controle bij de gynaecoloog. Ik had nog steeds last van bloedverlies. Daar werd duidelijk dat er een stuk placenta was blijven zitten dat er zo snel mogelijk uit moest. Er werd een operatie ingepland voor een week later. Een paar dagen na het bezoek aan de gynaecoloog gingen we echter gaan wandelen, en toen we iets gingen drinken en ik daar naar het toilet ging, was er overal bloed. Mijn broek hing vol en het bloed bleef er gewoon uitstromen.
Daar zat ik dan op het toilet in een café … Ik had geen gsm bij me en probeerde te roepen maar er kwam geen reactie. Toen mijn man toch eens kwam kijken omdat ik zo lang wegbleef was ook hij er niet goed van. Meteen gebeld naar de gynaecoloog en we moesten onmiddellijk langskomen. Ze zijn mij komen ophalen met de auto omdat ik gewoonweg niet meer kon stappen.
De operatie verliep goed maar ik moest wel antibiotica nemen omdat het ontstoken was. Het herstel ging heel vlot en ik was dolblij dat ik mijn dochtertje terug bij mij had. Het enige wat er mis was, was een wondje aan mijn lip. Die had alle kleuren en op aanraden van mijn man ging ik toch maar naar de huisarts. Ik kreeg een speciale zalf voorgeschreven, maar ze wou toch ook eens een grondig onderzoek doen.
Ik ga even terug in de tijd - toen ik 16 - 17 jaar was, had ik een knobbel ontdekt in mijn hals. Mijn toenmalige huisarts stelde me gerust en vond verder onderzoek niet nodig. ‘Och, ge moet u geen zorgen maken. Het is maar een afgezakte klier. Verder niets aan de hand.’ Maar nu merkte mijn huidige huisarts die klier ook op. Ze wou mij toch eens onder de echo laten gaan, gewoon voor de zekerheid.
Niet goed wetende wat ons te wachten stond, ging ons leven verder. De babyborrel kwam steeds dichterbij. De dag van de echo stapte ik vol goede moed de kamer binnen en begonnen ze aan de echo. ‘Mevrouw, ik ga er iemand bij halen.’ Ik dacht in mezelf ‘oei, misschien werkt die hier nog niet zo lang.’ Tot er opeens zes dokters in de kamer stonden ... ‘Mevrouw, dit ziet er niet goed uit.’ De ene dokter begon te tellen. 1, 2, 3, 8, 10, 15, 19, 21 ... Zonder meer uitleg werd ik naar buiten gestuurd en moest ik onmiddellijk naar mijn huisarts bellen. ‘Sorry Elien, maar het ziet er echt niet goed uit. Morgen moet je een punctie laten afnemen.’
Zonder goed te weten hoe of wat wachtten we de resultaten van de punctie af. Twee weken moesten we geduld hebben. Na één week besloten we op aanraden van familie toch om naar de huisarts te gaan. Ik was mezelf niet meer en wou mijn dochter niet loslaten. ‘Sorry Elien, het resultaat is net binnen en het ziet er niet goed uit. De drie puncties waren allemaal kwaadaardig.’ Duizenden gedachten raasden door mijn hoofd. Niets kwam er uit mij, mijn man voerde het woord.
Toen we na de huisarts bij mijn mama stopten, barstte ik in tranen uit. Ik kon niets meer, maar toch ging ik vol goede moed verder. Het zou één operatie worden en één behandeling met radioactief jodium. Tot mijn specialist toch een uitgebreide scan wou. Het verdict: uitzaaiingen naar de longen en lymfeklieren. Weer belandde ik in een zwart gat.
Een week later lag ik al op de operatietafel. Mijn gevecht was nu officieel begonnen. Uiteindelijk werden die ene operatie er drie en één behandeling met radioactief jodium werden er ook drie. Ik wens dit oprecht mijn ergste vijand niet toe. De behandeling met radioactief jodium was voor mij de hel. Vijf dagen in isolatie in het ziekenhuis en daarna nog eens drie weken in afzondering (ik ging dan naar mijn ouderlijk huis), geen contact met niemand en al zeker niet met mijn dochter.
Jinthe was vier maanden toen ik de eerste keer zo’n behandeling kreeg. Ik mocht vier weken lang niet bij haar zijn. Ik mocht niets vastnemen van haar, mocht niet helpen … Nog nooit heb ik mij zo slecht gevoeld. Zeker toen de specialist mij vertelde dat de behandeling niets had uitgehaald en er toch een tweede keer nodig was. Het moment waarop je afscheid moet nemen van alles en iedereen voor minstens drie weken wens ik niemand toe. Ik had het geluk dat ik kon rekenen op familie om mijn man bij te staan, want tenslotte viel hij ook alleen met onze dochter en het huishouden.
Vaak heb ik te horen gekregen ‘Ach, wat is nu een maand op een mensenleven ...’ Dat is inderdaad niks als je gezond en wel bent. Maar doe het zelf maar eens met een baby’tje. Je weet zelf hoe snel ze groeien en veranderen op een maand tijd. Ik heb veel moeten missen en heb niet veel voor haar kunnen zorgen. Ik kreeg steeds meer het gevoel dat ik faalde als moeder en ik kreeg het moeilijker en moeilijker. Maar toch bleven we doorgaan. Elke dag opnieuw.
Nu, vier jaar later, ben ik opnieuw aan het wachten op de resultaten van een punctie. We hebben geprobeerd onze dochter alles zo goed mogelijk te proberen uit te leggen, zodat ze het begrijpt dat mama eens een mindere dag heeft. Zo mag ze helpen met mijn medicatie die ik elke week toegediend krijg in het ziekenhuis, bv de plakker van de naald eraf doen, mijn ziekenhuisbandje afknippen. Kleine dingen die voor haar veel betekenen, want zo helpt ze mama en voelt ze haar goed. Ons leven is volledig veranderd maar desondanks genieten wij van de kleine dingen en proberen wij nog elke dag om ons sterk te houden. Een klein mensje heeft mij er tijdens mijn moeilijkste dagen door getrokken zonder dat ze het zelf wist.
Elien Delagrange