Wat als je kind slaapwandelt?

Wat is slaapwandelen precies?

Het kind staat dan op uit bed met wijd open ogen en een starende blik en begint rond te wandelen. Dit kan enkele seconden tot een halfuur duren. Meestal volgt het kind telkens ongeveer hetzelfde patroon of dezelfde weg.

Vaak beperkt het slaapwandelen zich tot een verkenning in de slaapkamer zelf en gaat het kind dan gewoon weer naar bed. Het is echter ook goed mogelijk dat je kind de trap afgaat of zelfs naar buiten gaat voor een ommetje in de vrije natuur. Dit maakt het slaapwandelavontuur al heel wat gevaarlijker. Gelukkig komt dit niet vaak voor.

Een slaapwandelaar loopt louter op automatische piloot en voert grove routinehandelingen uit. De fijne motoriek is gestoord. De kans dat je kind met een scherp keukenmes wortels begint te snijden of probeert te balanceren op de vensterbank, is dus nagenoeg onbestaande.

Zodra de slaapwandeling ten einde is, gaat het kind weer naar bed of laat het zich gewillig naar de slaapkamer leiden. Soms valt het kind ook gewoon ergens anders in slaap en vraagt het zich 's morgens verbaasd af wat er is gebeurd

Wat kun je doen?

Meestal gaat de nachtbraker dus gewoon terug naar bed, zonder ingrijpen van iemand anders. Als je merkt dat je kind dit niet van plan is, begeleid het dan op een voorzichtige manier terug naar zijn bed. Je hoeft het kind niet te wekken, tenzij hij op het punt staat gevaarlijke dingen te doen en het je niet lukt om hem rustig naar de slaapkamer te krijgen.

Neem je voorzorgen als je weet dat een kind last heeft van slaapwandelen:

• Laat het kind niet boven in een stapelbed slapen.
• Doe ramen en deuren op slot.
• Zet een hekje bovenaan de trap.
• Laat niets op de grond slingeren (om vallen of struikelen te voorkomen).
• Bevestig een belletje aan de slaapkamerdeur of installeer een babyfoon met camera.
• Licht familie, vrienden of kennissen in als het kind daar gaat logeren.

Feiten & factoren

15 tot 17% van de kinderen gaat wel eens op pad ’s nachts. Het verschijnsel doet zich meestal voor in de leeftijd van 5 tot 12 jaar, vooral bij jongens. Slaapwandelen komt het meeste voor rond de leeftijd van 7 jaar.

In 65% van de gevallen speelt erfelijkheid een rol. Andere factoren die het slaapwandelen kunnen veroorzaken:

• Spanning en drukte.
• Koorts en ziekte.
• Verdriet of juist enthousiasme (bv. het verjaardagsfeestje van je kind staat de volgende dag op het programma).
• Oververmoeidheid.
• Toetsen op school.
• Voorbijrijdende treinen.
• Het begin van het schooljaar.
• Afwijking van vaste patronen of rituelen (bij een vriendje gaan slapen, verhuizen…).