10 zinnetjes die je kan gebruiken wanneer je kind niet luistert
13/06/2023
Door Mamabaas
We weten het allemaal: kinderen opvoeden leer je met vallen en opstaan. Eén van de dingen die ik de voorbije jaren geleerd heb, is om me bewust te zijn van de manier waarop ik communiceer. In de plaats van tegen mijn kind te praten met een veroordelende, negatieve of dreigende toon probeer ik dat nu te doen met een neutrale, probleemoplossende, empathische en motiverende toon. Dat heeft véél oefening gevraagd, en het is nog altijd een aandachtspuntje als ik eerlijk ben. Maar de boodschap is duidelijk voor mij: praat tegen die kleine mensjes op de manier waarop je zou willen dat ze tegen jou praten en alles gaat een pak vlotter.
Dat is natuurlijk gemakkelijker gezegd dan gedaan, maar ik denk dan altijd: vooruitgang is beter dan perfectie.
Dit zijn 10 zinnetjes die kunnen helpen als je meer aandacht wil besteden aan je communicatie en als je ervoor wil zorgen dat je kind beter luistert:
1. “Wat moet je onthouden?”
Beter dan: het eeuwige “Wees voorzichtig!”
Kinderen negeren het vaak als we voortdurend hetzelfde zeggen. In de plaats kan je hun kritisch denkvermogen uitdagen en hen zelf laten vertellen wat belangrijk is of waar ze op moeten letten. Bijvoorbeeld: “Wat moet je onthouden als je op het speelplein bent?”
2. “Praat alsjeblieft zachtjes.”
Beter dan: “Stop met roepen!” of “Wees stil!”
Sommige kinderen zijn van nature luider dan andere. Als ze moeite hebben om zacht te praten, toon hen dan waar ze luid mogen zijn. Vb: “Ik hou ervan als je zingt, EN ik zou graag hebben dat je naar buiten of naar de speelkamer gaat als je luid wil zingen.”
Ook fluisteren kan krachtig zijn. Zeker in combinatie met een zachte aanraking en oogcontact is het een efficiënte manier om kinderen te laten luisteren.
3. “Wil je het zelf doen, of wil je dat ik je help?”
Beter dan: “Ik heb het nu al drie keer gevraagd, doe het nu!”
De meeste kinderen vinden het heel fijn als ze zelf verantwoordelijkheid krijgen. Geef hen een keuze en de kans is groot dat ze meewerken. Bijvoorbeeld: “Het is tijd om te vertrekken. Wil je zelf je schoenen aandoen, of wil je dat ik je help?”
4. “Wil je alsjeblieft …”
Beter dan: “Stop daarmee!” of “Doe dat niet!”
We vertellen de mensen in onze omgeving ook niet wat we NIET willen, toch? Op een terrasje ga je niet zeggen “Ik wil géén cappuccino”, maar vraag je wat je wél wilt. Negatieve communicatie wordt niet goed ontvangen. Probeer dus gewoon te vragen wat je wil. Bijvoorbeeld: “Wil je de hond zachtjes aaien alsjeblieft?”
5. “We staan vandaag op hazentijd!”
Beter dan: “Haast je!” of “We gaan te laat zijn!”
Laat je kind soms ook eens op schildpaddentijd staan. Iedereen heeft er deugd van om af en toe te vertragen, dus laat je kind op sommige dagen ontspannen zijn en traag zijn. Op andere dagen kan je je kind dan uitdagen: “We staan op hazentijd vandaag, zullen we eens kijken hoe snel we dit kunnen?”
6. “Stop, adem in en vraag dan wat je wil.”
Beter dan: “Hou op met zeuren!”
Doe dit samen met je kind. Blijf deze zin kalm herhalen terwijl je samen met je kind in- en uitademt, totdat hij zichzelf kan kalmeren en de manier kan veranderen waarop hij praat.
7. “Het is oké om te wenen.”
Beter dan: “Wees nu eens geen baby” of “Stop met huilen.”
Kinderen reageren beter als we hen niet onder druk zetten om “over hun gevoelens te raken” en als we hen niet forceren. Leer hen dat ze in staat zijn om hun gevoelens te doorleven en ze zullen sneller over hun verdriet zijn. Bovendien bouwen ze zo ook zelfvertrouwen op.
8. “Ik hou sowieso van je.”
Beter dan: “Nee, je krijgt geen knuffels of kusjes als je je net zo hebt gedragen.”
Onvoorwaardelijke liefde betekent dat de liefde voor je kind niet afhangt van hoe goed hij zich die dag gedraagt. We houden met heel ons hart van onze kinderen, sowieso. Door dit telkens weer duidelijk te maken aan je kind, wordt zijn behoefte om erbij te horen ingevuld. En als de basisbehoeften van een kind worden ingevuld, zal hij minder misdragen.
9. “Ik geloof in jou en ik ben hier om je te steunen.”
Beter dan: “Ik zal dat wel doen” of “Waarom moet ik altijd alles doen voor jou?”
Het is belangrijk om kinderen voor te bereiden op succes door hen te leren voor zichzelf te zorgen, hun problemen op te lossen en erop te vertrouwen dat ze daartoe in staat zijn. Hen steunen en motiveren vergt vaak meer geduld dan dingen voor hen op te lossen of voor hen te doen, maar het is een mooie manier om hun zelfvertrouwen en intrinsieke motivatie op te bouwen.
10. “Hoe voel je je?”
Beter dan: “Word nu eens rustig, je hoeft niet zo overstuur te zijn.”
Het is belangrijk om kinderen te helpen om hun emoties te herkennen en te uiten. Als kinderen zich comfortabel genoeg voelen om hun emoties écht te voelen en over te brengen naar anderen (in de plaats van die emoties te negeren), wordt hun gedrag veel respectvoller.
En onthoud: het vergt veel oefening en geduld om je communicatie aan te passen. Je bewust zijn van je communicatie is al een belangrijke eerste stap.
