Bij de geboorte van mijn oudste, bijna vijf jaar geleden, was ik volop in de wereld van gentle parenting gedoken. Ik las boeken, keek video’s, volgde alle mogelijke adviezen over mild ouderschap. Ik was vastbesloten om het anders en beter te doen dan mijn ouders.
En heel lang geloofde ik dat ik goed bezig was. Natuurlijk waren er moeilijke dagen, maar dat leek erbij te horen.
Het kantelpunt
Tot het afgelopen jaar. De uitbarstingen werden frequenter. Kleine frustraties leidden tot grote drama’s. Als mijn kind zijn zin niet kreeg, werden speelgoed, stoelen of eten door de kamer gegooid. En dat terwijl ik alles ‘volgens het boekje’ deed:
- rustig blijven
- emoties benoemen
- grenzen vriendelijk herhalen
- praten als de storm was gaan liggen
Maar niets werkte. Het leek zelfs erger te worden.
De druppel
Vorige week was mijn geduld écht op! Opnieuw werd er geschreeuwd en met eten gegooid. Eten waarvan mijn kind net voordien nog had gezegd dat het ‘lekker’ was. Ik riep dat ik genoeg had van dat gedrag. Dat ik me niet liet chanteren, en dat er niets anders kwam. Geen snacks, geen dessert, niets.
Mijn man riep niet, maar hij zei wel dat we écht iets moesten veranderen. Hij vond (en ik kon hem geen ongelijk geven) dat ons kind steeds verwaander en vervelender werd.
De ommekeer: strengere grenzen
We besloten om even alles terug te schroeven:
- geen schermtijd
- geen snacks of suiker
- bepaalde speelgoedjes weg
- veel duidelijkere, kortere regels
Niet als straf, maar als reset. Want telkens als we de grenzen probeerden te handhaven, volgde er een explosie.
En tot onze verbazing… werkt het. Langzaam, maar merkbaar.
Ons kind:
- kalmeert sneller
- verzet zich minder fel
- biedt soms spontaan excuses aan
- lijkt meer houvast te vinden in die duidelijkheid.
En dan het schuldgevoel
Toch voel ik me soms een ‘boze mama’. Mijn geduld is op, mijn zachtheid ook. Waar ik vroeger eindeloos kon uitleggen en sussen, ben ik nu veel kordater. En dat voelt alsof ik faal. Alsof ik te streng ben.
Ik zeg tegen mijn man dat ik bang ben dat ik ons kind tekort doe. Hij zegt dat ons kind gewoon moet wennen. Dat we geen harde ouders zijn, maar eindelijk consequent.
Maar die twijfel knaagt. Doe ik het goed? Had ik eerder streng moeten zijn? Is gentle parenting soms gewoon te soft voor sommige kinderen?
Op zoek naar geruststelling
Ik vraag me oprecht af of andere ouders dit ook hebben meegemaakt. Of er kinderen zijn die net meer nood hebben aan duidelijkheid dan aan eindeloos praten. Of er gezinnen zijn waar ‘lief maar kordaat’ gewoon beter werkt dan ‘altijd mild’.
Ik wil het beste voor mijn kind. Alleen begin ik steeds vaker te denken dat dat beste misschien niet in die populaire opvoedstijl zat, maar in duidelijke grenzen – zelfs als ik me daarbij af en toe een heks voel.

