ijstijd

In de ijstijd puberden tieners net zo lang als nu

7/01/2025

Onderzoekers hebben achterhaald wanneer de puberteit van tieners in de ijstijd begon en wanneer jongeren in die tijd geslachtsrijp waren. Dat deden ze door de tanden en botten te analyseren van dertien fossielen. En wat blijkt: jongeren kwamen in de ijstijd weliswaar later in de puberteit, maar doorliepen de verschillende stadia van de puberteit op hetzelfde tempo als jongeren vandaag.

De onderzoekers, archeologen en paleontologen uit Europa en Canada, analyseerden daarvoor dertien fossielen van tieners die werden gevonden op verschillende plaatsen in Europa en publiceerden hun resultaten in het wetenschappelijk tijdschrift Journal of Human Evolution. De onderzochte fossielen stamden allemaal uit de periode die het einde van de laatste ijstijd markeert: het Jong Paleolithicum (40.000 tot 12.000 jaar geleden). 

Er werd gekeken naar de groei van de botten van de hand, elleboog, pols, nek en bekken en naar de mineralisatie van de hoektanden. Aan de hand van die informatie konden de onderzoekers de leeftijd bepalen waarop de tieners in kwestie waren gestorven, maar ook in welk stadium van de puberteit ze zich toen bevonden en in hoeverre hun secundaire geslachtskenmerken zich al hadden ontwikkeld. 

Zo ontdekten de onderzoekers dat jongeren waarschijnlijk vanaf hun dertiende of veertiende schaamhaar kregen. Meisjes kregen wellicht pas rond hun zestiende of zeventiende hun eerste menstruatie. 

Het onderzoek suggereert dus dat de puberteit in die periode later plaatsvond dan tegenwoordig. Vandaag beginnen jongeren te puberen tussen hun achtste en hun veertiende, terwijl dat in de ijstijd pas tussen hun dertiende en zestiende lijkt te zijn geweest. Er wordt weleens gedacht dat mensen in de ijstijd omwille van de barre leefomstandigheden sneller volwassen werden dan nu, maar volgens dit onderzoek blijkt dat idee ongegrond te zijn: naar alle waarschijnlijkheid begon de puberteit in de ijstijd net later dan nu. 

Die puberteit duurde bij jongeren in de ijstijd waarschijnlijk zo’n negen jaar, en dat is vergelijkbaar met de jongeren van nu. 

Al moet hierbij wel de kanttekening gemaakt worden dat er toen, net zoals nu, een variatie is in de timing en de duur van de puberteit. Bovendien gaat het om de overblijfselen van mensen die op jonge leeftijd stierven – iets wat ook toen al vrij ongebruikelijk was. Deze jongeren waren dus mogelijk minder gezond dan gemiddeld. 

Desalniettemin is het interessant om de ontwikkeling van jongeren door de geschiedenis heen te reconstrueren – en te beseffen dat het puberen er gewoon bij hoort, al duizenden jaren lang! 


Bron: NewScientist