5434fi.jpg

Als alleenstaande ouder gaan kamperen: zielig of juist stoer?

28/08/2018
Mamabaas
Door Mamabaas

Als single ouder op reis gaan met je kids is niet altijd even vanzelfsprekend, ook al geniet je ten volle van die quality time met je kleine lieverds. NRC-redactrice Martine Kamsma schreef voor De Standaard neer hoe zij tien jaar kamperen, alleen met haar dochters, beleefde.

Een persoonlijk en eerlijk stuk. Dat is het. We delen dan ook graag enkele passages.

Over hoe ze gelukkig en ongelukkig was:

Ik zat in mijn nieuwe stoel, blote voeten op de koelbox, ik dronk rosé uit een Mepal-mok en las The Corrections van Jonathan Franzen – over disfunctionele families gesproken. De meisjes sliepen. Ik was op een rare manier gelukkig. Alleen jammer dat er even niemand was om dit mee te delen.”

“In de tien jaar dat ik alleen met de meisjes met vakantie ging, was ik vaak gelukkig. Daarin leken we op alle andere gelukkige gezinnen. Ongelukkig was ik op mijn eigen manier. Toen de oudste niet meer wilde zwemmen omdat ze als enige in het zwembad niet door haar vader werd opgetild (‘Nee mama, dat kun jij niet.’). Toen we in een restaurant een tafel aangewezen kregen in het zaaltje met andere ‘alleenstaanden’ – bouwvakkers en vertegenwoordigers. Toen ik in een Frans k**dorp, nadat we in een k**museum waren geweest, in een smal k**straatje de zijspiegel van die k**-Polo eraf reed en de k**kinderen, die al de hele dag aan het zeiken waren, de schuld gaf.”

“Tegenslag, ontdekte ik in de loop der jaren, moet je meteen compenseren. Door een goed restaurant te zoeken en het lekkerste van de kaart te bestellen.
(….)
Toen in de Pyreneeën na een hevig onweer de hele tent onder water stond, was ik inmiddels al zo geroutineerd in het ombuigen van pech in mijn voordeel, dat ik al van tevoren bedacht had waar ik in dat geval wilde eten. Alleen jammer dat ik weer de Bob was.”

Over hoe je jezelf enkel op vakantie als alleenstaande ouder ziet:

“Het is raar. Het hele jaar ben je alleenstaande ouder. Je kookt, je wast, leest voor, zet de vuilniszakken buiten, staat langs de lijn, haalt en brengt, hangt slingers op, zet een Ikea-bedje in elkaar, een paar jaar later een stapelbed. Maar nooit zie je jezelf als alleenstaande ouder. Tot het vakantie wordt. Al in juni, als de eerste belangstellenden beginnen te vragen waar je naartoe gaat deze zomer, krijg je goedbedoelde adviezen: er zijn van die leuke ezeltrektochten voor alleenstaande ouders. Er zijn campings met van die alleenstaande-ouderveldjes, met een alleenstaande-ouder-table-d’hôte. (Rijmt op: ik ga nog liever dood.)”

Over zielig en stoer zijn:

“Alleenstaande ouder ben je vooral door de ogen van de ander. En vooral op plekken waar weinig alleenstaande ouders zijn. (Gek eigenlijk. Hoe kan het dat de halve schoolklas bestaat uit kinderen van gescheiden ouders, maar dat je op een Franse camping, een Spaanse vakantiepark of een Italiaanse agriturismo alleen maar traditionele gezinnen in Volvo V70’s tegenkomt? Zouden ze dan toch met z’n allen in die alleenstaande-ouder-all-inclusive met animatie en waterpark zitten?)”

(…)

“Door de ogen van die ander zie je jezelf ineens als een karikatuur. Misschien maakt dat het ongelukkigst. Dat je drie weken lang gedefinieerd wordt als iets wat je niet bent – of althans, waar je de overige 49 weken van het jaar nooit bij stilstaat. Dat je een uitzondering bent. Een beetje zielig. Of juist heel stoer. Je bent het allebei niet, maar zo ziet de ander het toch wel. Je moet geprezen worden of getroost, vermaakt of gered. Of je moet even bevestigen dat die anderen het zo goed voor elkaar hebben samen. En je kunt het natuurlijk allemaal heel goed zelf, maar laat me dan tenminste even uitleggen hoe je dat het beste kunt doen, de auto inpakken/een bergwandeling maken/naar het strand rijden/de barbecue aansteken.”

“Alleen naar Frankrijk rijden is geen enkele prestatie. Dat is wat je doet als je naar Frankrijk wilt. Elk jaar werd het leuker. We verheugden ons op het weerzien met de chagrijnige obers in hotel Fawlty Towers bij Nancy, wezen onderweg de plekken aan waar ooit de achterbank was ondergekotst en begonnen met z’n drieën tegelijk te joelen als we het kasteel zagen waar we elk jaar onze tent opzetten, telkens sneller dan vorig jaar.”

Over iemand anders:

“We bleven naar Frankrijk gaan. Tot er ineens, na elf jaar, iemand was om vakantieplannen mee te maken. Een keer geen Frankrijk? Wellicht ook iets anders dan kamperen? Italië werd het, een plek op een heuvel met een zwembad, groot genoeg voor vier puberdochters.”

(…)

“Muziek laat herinneringen ongefilterd door. Zorgt ervoor dat ze niet worden overschreven door de nieuwe werkelijkheid – je bent weer waar je was met het gevoel dat je toen had. Carole King bracht me terug naar Frankrijk. Het was goed geweest, vakanties om de koesteren, de meisjes en ik in onze cocon. Toch leuk dat er iemand naast me zat om die gedachte mee te delen.”

 

Bron: De Standaard