Duimzuigers en nagelbijters hebben één onverwacht voordeel
38 vs 49
Het gevoerde onderzoek is niet zomaar een onderzoekje: duizend proefpersonen werden er 27 jaar lang voor gevolgd, van hun 5 tot 33 jaar. Bijna één derde van de kinderen vertoonde één of beide gewoontes. Op 5, 7, 9 en 11 jaar werd hun duimzuig- en nagelbijtgedrag in kaart gebracht, daarna werden ze regelmatig getest op allergieën.
Wie op de duim zoog en/of op de nagels beet, had minder kans op die atopische gevoeligheden. Concreet: 38 procent van de kinderen die op de nagels beten of op de duim zogen ontwikkelden een atopie, tegenover 49 procent van de kinderen die deze gewoonten niet had. Het verband bleef bestaan als andere mogelijke beïnvloedende factoren, zoals ouders met atopie, borstvoeding, huisdieren, socio-economische status en ouders die roken.
Wie de twee gewoontes combineerde had op 13-jaar nog minder kans op atopie dan wie ‘slechts’ één gewoonte had, maar dat verband was wel verdwenen op 33-jarige leeftijd.
De kinderen werden ook getest op hooikoorts en astma, maar voor die allergische reacties werd geen verband gevonden met duimzuigen of nagelbijten.
Toch niet aan te raden
Dit betekent niet bepaald dat duimzuigen en nagelbijten nu moeten aangemoedigd worden: het verbonden verband spreekt nog altijd over kansen (dus minder kans op atopie), wat niet betekent dat het zéker is dat je kind geen eczeem ontwikkelt als het begint met duimzuigen of nagelbijten.
Ten tweede is vooral duimzuigen af te raden na drie jaar omwille van de vervorming die het aanbrengt aan het gebit. Op die manier kan het gebit zich nog spontaan herstellen. Tegelijk kan die vervorming ook impact kan hebben op de spraakontwikkeling, omdat het de mondspieren verslapt en door de mond ademen bevordert.
Wie toch de positieve effecten op het ontstaan van allergieën wil zonder het duimzuigen of nagelbijten kan er altijd voor kiezen om minder vaak schoon te maken en/of de kinderen minder in bad te steken: een minder propere omgeving kan ook al het immuunsysteem triggeren en (meer) een natuurlijke bescherming tegen ziektes opbouwen.
