Hoe praat je over de oorlog met je kinderen? 7 concrete tips!
25/02/2022
Door Mamabaas
“Mama, alsof een pandemie nog niet genoeg is, krijgen we er nu ook nog een oorlog bij. Is de Derde Wereldoorlog nu echt begonnen? En ze gaan toch niet naar hier komen, he?” Onze kinderen zitten met een heleboel vragen nu het conflict in Oekraïne aan het escaleren is. We moeten ze niet bang maken, maar we mogen wel eerlijk zijn om te vertellen wat er gaande is.
Kenniscentrum Mediawijs geeft zeven tips over hoe je kunt praten met kinderen en jongeren over het conflict.
1. Neem er de tijd voor
Dat kinderen en jongeren met vragen zitten over de actualiteit, is op zich een goede zaak. Het toont aan dat ze interesse hebben in wat er gebeurt in de wereld. Moedig dit aan door vragen niet weg te wuiven, maar hen een helder antwoord te geven op maat van hun leeftijd. Weet je zelf niet zo goed hoe het zit? Zeg dan dat je er later op terugkomt (en doe dat ook!) of zoek het samen uit.
2. Stel hem of haar gerust
Is het kind of de jongere bang, verdrietig of bezorgd door het nieuws? Ook dan neem je dit best ernstig. Zeg dat je die gevoelens begrijpt, maar stel hem of haar tegelijk ook gerust. Ervaar je deze emoties zelf ook, dan kan je daar zeker eerlijk over zijn. Probeer je gevoelens wel onder controle te houden tijdens het gesprek.
3. Luister en stel vragen
Soms heeft iemand niet per se antwoorden nodig, maar vooral een luisterend oor. Laat het kind of de jongere vertellen wat er in hem of haar omgaat. Stel vragen als “Wat heb je hierover gehoord?” en “Wat doet dat met je?”. Corrigeer of vul aan waar nodig. Dat kan al veel helpen om alles even op een rijtje te zetten, het grotere verhaal te begrijpen en emoties een plaats te geven.
4. Hou het bij de grote lijnen
Als kinderen en jongeren met vragen zitten over het nieuws, hebben ze vooral nood aan duidelijkheid. Misschien heb je zelf al veel gelezen over dit onderwerp, en wil je graag zoveel mogelijk informatie meegeven. Maar dat kan eerder verwarrend zijn. Verlies je daarom niet in details, maar beantwoord elke vraag vooral eerlijk en to the point.
5. Denk aan je taalgebruik
Vermijd moeilijke woorden en gebruik termen die het kind of de jongere zelf ook zou gebruiken. Denk ook na of je met je woordenschat geen groepen in de samenleving nodeloos aanvalt. Als je iemand bijvoorbeeld ‘illegaal’ noemt, klinkt dat alsof je vindt dat die persoon niet in ons land mag zijn. ‘Moslimterreur’ wekt dan weer de indruk dat elke moslim een terrorist is. Vind je dit niet eenvoudig? Tik het onderwerp dan eens in op www.watwat.be: hier vind je begrijpelijke informatie over allerlei actuele en maatschappelijke thema’s, op maat van kinderen en jongeren.
6. Reik goede bronnen aan
Heeft het kind of de jongere veel vragen over één specifiek thema? Dan zullen er misschien nog meer vragen volgen. Reik daarom een aantal goede bronnen aan, die het onderwerp behapbaar maken voor jonge mensen. Laat kinderen kennismaken met een jeugdjournaal als Karrewiet en verwijs jongeren door naar Instagramaccounts als @nws.nws.nws of de video’s van KLAAR. Als leerkracht kan je ook overwegen om het thema aan te kaarten in de les.
7. Sluit het gesprek positief af
Eindig het gesprek met een positieve noot. Begin eventueel over iets helemaal anders, zodat het kind of de jongere er niet over blijft malen. Dubbelcheck wel eerst of je alle vragen beantwoord hebt, en laat weten dat je er altijd bent om wat extra uitleg te geven.