Je kind correct vastklikken in de auto: tips
1. Kies voor de juiste autostoel
Het is soms verwarrend: wanneer mag je kindje nu overstappen op de volgende categorie van autostoel? Soms vind je tegenstrijdige informatie terug, dus hierbij nog even een duidelijk overzicht.
Welke autostoel je gebruikt, heeft niets te maken met de leeftijd van je kind, wél met zijn of haar lengte en gewicht. In de handleiding van elke autostoel staat het minimale en maximale gewicht en / of de lengte aangeduid, dat verschilt per merk en model. De verschillende soorten autostoelen worden onderverdeeld in groepen.
- Groep 0+: tot 13kg / tot 85 centimeter. Baby’s moeten tegen de rijrichting vervoerd worden omdat dat veiliger is. Deze stoel mag zowel vooraan als achteraan worden geplaatst. Opgelet: als je de stoel op de passagiersstoel vooraan plaatst, zorg er dan voor dat de airbag is uitgeschakeld.
- Groep 1: 9 tot 18kg / 80 tot 105cm.
- Groep 1/2/3: 9 tot 36kg / 80 tot 135/150 cm
- Groep 2/3: 15-36kg / 105 tot 135/150 cm
Wanneer schakel je over?
- Hou je kind zo lang mogelijk in de laagste categorie, dat is namelijk altijd de veiligste optie! Pas als het hoofdje boven de rugsteun van het zitje uitsteekt (bij twijfel: kijk of de oren niet boven de rand van de stoel uitkomen) of als het maximumgewicht bereikt is, is het tijd om over te schakelen naar de volgende autostoel.
- Stap niet te snel over van een autostoel groep 0+ naar een autostoel groep 1. Je kindje tegen de rijrichting in vervoeren is namelijk het veiligst. Zo vangt zijn rugje de slag van een botsing op en niet zijn nek. De nekspieren van je baby zijn nog niet helemaal ontwikkeld, en dat zou dus gevaarlijk kunnen zijn. Wacht dus tot het hoofdje van je kindje boven de kuip van een draagbare autostoel uitkomt, of tot het maximumgewicht bereikt is.
Je kan ook meteen kiezen voor een autostoel uit groep 0+/1, die combineert een draagbare autostoel met een autostoel uit groep 1. Deze kunnen langer gebruikt worden en beantwoorden aan alle voorgeschreven normen, maar zijn minder specifiek aangepast aan de leeftijd en de lichaamsbouw van je kind.
- Maak de overstap van een autostoel groep 1 naar groep 2/3 pas als de schouders van je kindje 2cm boven de hoogste rand van de gordels uitsteken en de hoofdsteun in de hoogste positie staat. Je kan ook kiezen voor een autostoel uit groep 1/2/3, die combineert een stoel uit groep 1 met die van groep 2/3 en kan gebruikt worden vanaf ongeveer 12 maanden tot 10/12 jaar. Deze stoelen voldoen aan alle wettelijke normen maar zijn minder specifiek aangepast aan de lichaamsbouw van je kindje op elke leeftijd.
- Overschakelen van een autostoel naar een verhogingskussen (groep 3) kan pas als je kindje minstens 125cm groot is én minimaal 22kg weegt. Een verhogingskussen mét rugsteun (groep 2/3) zit echter comfortabeler én is veiliger, omdat die ook zijdelingse bescherming biedt.
TIP: Wil je zelf eens uittesten welke autostoel je het handigste vindt? In elke Dreambaby-winkel staat een autobank met driepuntsgordel én IsoFix-bevestigingspunten waarop je verschillende autostoelen kan testen!
Wat met IsoFix?
IsoFix is een bevestigingssysteem waar je twee bevestigingshaken vastklikt aan de twee geïntegreerde ankers tussen de zitting en de leuning van de achterbank van je auto. Sommige autostoelen hebben een geïntegreerd IsoFix-systeem, terwijl je voor andere stoelen een basis nodig hebt. Controleer bij aankoop dus zeker of de basis inbegrepen is of niet.
De voordelen van zo’n systeem:
- Het is makkelijk en snel.
- De autostoel is altijd correct geïnstalleerd.
- Ook wanneer je kindje niet meerijdt, blijft de autostoel stevig op zijn plaats staan.
Niet alle autostoelen zijn uitgerust met IsoFix, en niet alle auto’s beschikken over het systeem. Raadpleeg even de handleiding.
Tot wanneer?
Volgens de Belgische wet ben je verplicht om een autostoel of verhoogkussen te gebruiken voor kinderen kleiner dan 135 cm (ongeveer 10 jaar). In bepaalde landen zoals Luxemburg, Duitsland, Oostenrijk en Zwitserland is het zelfs verplicht tot 150cm. Als je met de auto op vakantie gaat, controleer je dus best even de richtlijnen die van toepassing zijn in de landen waar je door rijdt.
2. Bijkomende tips
- Lees de instructies, zodat je je kindje op de juiste manier kan vastklikken.
- Zorg dat er niet te veel speling op de riempjes zit: er mag maximaal 1 centimeter ruimte zijn tussen de riempjes en je kind. De schouderriempjes kunnen in de hoogte versteld worden, zorg ervoor dat ze altijd op schouderhoogte (of iets lager) vertrekken.
- Zorg ervoor dat de gordel niet gedraaid zit, maar plat op het lichaam ligt.
- Laat je kind niet met een dikke jas in de autostoel zitten.
- Controleer dat je kind zich niet uit de riempjes wringt.
- Een babyzitje moet altijd tegen de rijrichting staan. Staat het zitje vooraan, schakel dan de airbags uit.
- Als je baby nog heel klein is, kan je het best een verkleinkussen gebruiken om zijn hoofd meer steun te geven in de draagbare autostoel.
- Na een auto-ongeval is het ten sterkste aan te raden om de autostoel te vervangen. Het zitje kan namelijk onzichtbaar beschadigd zijn en daardoor minder veilig zijn.
- Zet de autostoel altijd stevig vast, zelfs als je kindje er niet in zit. Als je bruusk remt, kan het anders een gevaarlijk projectiel worden.
- Je kindje is het veiligst achterin de auto. Kies voor de rechterkant of de kant van de stoep. Statistisch gezien is de straatkant het gevaarlijkst; bovendien kan je je kindje zo veilig in de auto zetten of eruit halen.
- Als je auto uitgerust is met zijdelingse airbags, zorg er dan voor dat het hoofdje van je kind zich nooit in de ‘uitklapzone’ van die airbags bevindt.
- Klik je kindje ALTIJD vast, ook voor korte ritjes.
- Heeft je auto in de zon gestaan? Voel dan even of de zitting van de autostoel niet te heet is.
Op zoek naar een goede autostoel? Dan vind je er hier zeker eentje die voldoet aan al je eisen.
Deze blog is tot stand gekomen in samenwerking met Dreambaby. Meer lezen over ons advertentiebeleid kun je hier.
