
Uit de biecht geklapt
Er zijn een aantal van zijn favoriete kameraadjes op vakantie vertrokken dus gooi ik maar een algemene oproep in de klassenapp. Zoonlief zegt tot mijn verbazing: “Ik hoop dat het een meisje is.” En jawel hoor, een meisje uit zijn klas komt graag spelen. Hij blij. Wij blij.
Na een oriëntatieronde langs zijn speelgoed, besluiten ze al snel te gaan knutselen. Gekleurd papier, stickers, Prittstift, schaar en plakband op tafel en dan gaan ze los. Zalig om te zien. Maar het wordt nog leuker. Ik kijk naar hun knutselbezigheden en zeg: “Mooi hoor, jongens.” Vervolgens vertrek ik naar de keuken om wat eten en drinken te halen.
Zij: “Zegt je mama altijd ‘jongens’?”
Hij: “Ja, mijn mama is een verstrooide professor.”
Dan gaat hij op iets zachtere toon verder: “En mijn papa zit altijd op de wc.”
Waarschijnlijk kijkt ze hem ietwat ongelovig aan, want hij vervolgt: “Echt waar, de héle dag.”
Heerlijk, die kindergesprekken. Wat ben ik blij dat we een open keuken hebben. En een dichte wc.