Ze was braaf aan het spelen met de poppen bij oma. Dacht ik. Een paar uurtjes later zag ik het. Mevrouw had alle drie de poppen – die al meer dan 30 jaar oud zijn en 3 kinderen overleefd hebben :-) – volgeklad met balpen. En die balpen gaat daar dus niet meer af.
Eerst ben ik alleen maar … boos
Ik was boos. Heel boos. Dat is er zo eentje dat ze niet meer ongedaan kan maken. Zoals die keer dat ze met nagellak op de lederen zetel had gesmost. Of met balpen op de kast in haar kamer had geklad. Of met een thermometer in de neus van haar zus had gepeuterd (oké, dat was niet blijvend, maar toch …).
Wat nu? Behalve uiteraard alle balpennen en co uit het gezichtsveld verwijderen …
Straf.
Naar bed! Meteen!
‘Mama, ik heb toch sorry gezegd?’
‘Mama, ik zal een nieuwe pop kopen voor oma.’
‘Mama, ik wil weer vriendjes zijn’, snift ze.
En dan wordt het moeilijk ...
Mijn hart breekt een beetje. Ik wil niet streng zijn. Ik wil haar gewoon vastpakken en knuffelen. Maar hoe leert ze dan dat zoiets echt niet kan?
Dus ze moet naar bed. Meer dan anderhalf uur voor bedtijd.
En, ongelofelijk maar waar, ze doet het. Zonder al te veel tegenstribbelen.
Ze begrijpt.
En de daaropvolgende dag?
Is ze wakker geworden.
Heb ik een dikke knuffel gekregen, en gegeven.
En heeft ze me beloofd dat ze superbraaf zou zijn. Die avond.