9 tips om veilig in en rond een zwembad (of ander water) te zijn met je kinderen
1. Wees je ervan bewust dat verdrinking in stilte gebeurt
Het is een misvatting dat iemand die verdrinkt om hulp roept, in het rond spat of met de armen zwaait. Kinderen verdrinken meestal in stilte: ze proberen hun mond boven water te krijgen en hebben geen extra energie om te zwaaien of te roepen. Het gebeurt rustig, stil en heel snel. Als je er dus niet naar zit te kijken, kan je het gemakkelijk missen.
Signalen waar je op kan letten: een blik vol paniek, open ogen met een glazige blik of net toegeknepen ogen, hyperventilatie, de mond op waterniveau, haar over de ogen, iemand in verticale positie in het water die zijn benen niet lijkt te gebruiken of die een onzichtbare ladder probeert te beklimmen.
Kinderen die in het water spelen maken meestal lawaai. Wanneer het stil wordt, ga je best even kijken hoe dat komt.
2. Laat je kind op jonge leeftijd zwemlessen volgen
Door je kind op jonge leeftijd zwemlessen of watergewenning te laten volgen, verklein je de kans op verdrinking. Zorg dat je een duidelijk beeld hebt van de zwemvaardigheden van je kind – en van die van jezelf.
3. Spreek een beurtrol af van wie de kinderen in de gaten houdt
Het is belangrijk om voortdurend je kind in de gaten te houden als die in (of rond!) het zwembad is. Het kan daarom een goed idee zijn om een duidelijke beurtrol af te spreken. Want als “iedereen kijkt”, dan kijkt er in realiteit niemand écht. Iedereen gaat er dan vanuit dat iemand anders het wel zal zien als er iets gebeurt. Door elkaar om het kwartier af te wisselen, ben je zeker dat iemand geconcentreerd is en zich focust op de kinderen.
4. Kies voor een afgesloten zwembad
Heb je zelf een zwembad in de tuin of ga je op vakantie naar een huisje met een eigen zwembad, kies dan voor een zwembad met een afsluiting. Zo kan je kind niet zonder supervisie in het zwembad sukkelen. Een zwembadalarm kan ook een goed idee zijn.
5. Ga er niet vanuit dat een kind dat zwemlessen heeft gehad niet meer kan verdrinken
Zwemlessen kunnen het risico op verdrinking absoluut verkleinen, maar het is geen garantie dat je kind niet meer kan verdrinken. Iemand die vlot baantjes kan zwemmen in een zwembad, kan daarom niet per se goed zwemmen in een meer of oceaan waar de stroming misschien sterk is. Of misschien is het al een tijdje geleden dat je kind nog heeft gezwommen.
6. Leer reanimatie
Als het fout gaat, kan reanimatie het verschil betekenen tussen leven en dood. Beademing is prioritair: de tijd zonder zuurstof is kritiek, dus het is belangrijk om meteen te beginnen met beademen.
7. Let op de kleur van de zwemkledij
De ene kleur zwembroek of badpak is gemakkelijker te zien onder water dan de andere. Alive Solution voerde in 2020 een studie uit waarbij verschillende kleuren werden vergeleken. Zo testten ze verschillende kleuren zwemkledij onder water in een zwembad enerzijds en bij veel beweging onder water in een zwembad anderzijds vanuit het perspectief van iemand die naast het zwembad staat. Hetzelfde deden ze in een meer en in een zwembad met donkere ondergrond. Daarbij zijn duidelijke verschillen te zien.
Fluo-kleuren geven het meeste contrast in zowel zwembaden als een meer. In een licht zwembad vallen fluoroze en fluo-oranje het meest op, terwijl wit en lichtblauw nauwelijks te zien zijn. Ook donkere kleuren als paars en zwart worden niet aangeraden, omdat die gemakkelijk verward kunnen worden met een schaduw of vuil.
In een meer of zwembad met donkere ondergrond zijn fluo-oranje, fluogroen en fluogeel het meest zichtbaar. Opvallend genoeg is fluoroze NIET duidelijk zichtbaar in een meer. Wit is wel zichtbaar in een meer, maar kan gemakkelijk verward worden met lichtreflectie op het wateroppervlakte en is dus niet aan te raden.
8. Weet dat zwembandjes een vals gevoel van veiligheid kunnen creëren
Zwembandjes zijn absoluut een must voor jonge kinderen wanneer ze in het water gaan. Toch kunnen zelfs de beste bandjes of zwembesten het risico op verdrinking niet uitsluiten, zegt Karel Logghe van de Vlaamse Reddingsfederatie: “Laat je kind dus nooit alleen in het water. Zwemhulpmiddelen zijn, zelfs bij juist gebruik, niet zaligmakend. Als ouder moet je áltijd in de buurt blijven: ook in ondiep water kan een kind verdrinken.”
Het belangrijkste bij zwemhulpmiddelen is dat je kind ze graag draagt, ze niet zelf kan uitdoen, dat ze perfect passen en dat ze voldoen aan de EN-norm. Producten die je in Belgische winkels koopt, voldoen altijd aan die veiligheidsnormen, buiten Europa is dat niet altijd het geval.
9. Laat je kind wennen aan het water
Zorg ervoor dat je kind zich veilig voelt in het water, en doe dat stap voor stap en op het niveau van je kind. Laat je kind eens los, leer het om zich om te draaien op de rug, laat hem eens drijven, laat het verschil voelen met en zonder bandjes … Als je kind zich veilig voelt in het water, zal hij niet meteen beginnen te panikeren. Zo voorkom je al veel, want het is jammer genoeg door paniek dat veel ongevallen gebeuren.
Bronnen: Huffington Post, HLN