Alhoewel ik dit schrijf vanuit mijn eigen familiale ervaring, kan ik je garanderen dat dit geen uitzondering is in de bredere Marokkaanse gemeenschap. Soms horen we zelfs gekkere taferelen dan wat we eigenlijk al kennen.
Er werd ons binnen de familie meerdere keren gevraagd of het een jongen of meisje was. Op zich een heel normale vraag. Hanan en ik hadden samen besloten om niet geheimzinnig te doen over het geslacht. Wanneer mensen te horen kregen dat het een jongen was, was het antwoord negen keren op de tien: ‘Een jongen? Gelukkig! De volgende generatie is veiliggesteld’ of ‘Heel goed, de eerste die de familienaam verderzet’. We werden er telkens aan herinnerd hoe belangrijk onze taak was om de familienaam via Mehdi een generatie langer te doen voortleven, maar ook hoe groot de opluchting was dat de familienaam (mijn achternaam dus) zou blijven voortbestaan.
In alle eerlijkheid: we maakten ons hierover totaal geen zorgen, aangezien we absoluut geen kleine familiestamboom hebben. Er staat intussen al een klein leger aan potentiële voortplanters te wachten die de familienaam zullen dragen. Dat generatiemanagementplan is waterdicht. De familienaam zal door de generaties heen wel ergens zijn weg vinden.
Soms leek het wel of Mehdi de nieuwe kroonprins werd – wat hij in onze ogen sowieso is, maar je snapt waar ik naartoe wil. Als vader wilde ik die sociale druk niet op Hanan en Mehdi leggen. Daarom lachten we zulke uitspraken vaak weg of minimaliseerden we wat er werd gezegd. Dat Mehdi de eerste is van een compleet nieuwe generatie is natuurlijk een heel mooie eer. Maar als vader ben ik daar niet zo hard mee bezig. Alles komt met de tijd. Dat cultureel en intergenerationeel identiteitsstukje leert hij wel kennen als hij de welgekende ‘Wie ben ik?’-presentatie moet geven in het lager onderwijs.
Mijn prioritaire taak als vader is mijn zoon te beschermen tegen al het kwade. Dat beschermingsinstinct zit gewoon in mijn genen. Mijn ouders zijn ook extreem beschermend geweest naar hun eigen kinderen toe. Ze lieten me als kind niet zomaar vrij en hebben op deze manier misschien heel wat onheil kunnen voorkomen. Dat stond me ook allemaal te wachten als toekomstige vader. Mehdi is nu een jaar oud en gezien zijn leeftijd is zijn wereld nog heel klein. We hebben als ouders controle over zijn beperkte kinderleven, maar beseffen ook dat Mehdi ouder wordt. Hoe ouder hij wordt, hoe meer vrijheid hij nodig heeft om zich te kunnen ontplooien. Kortom, ik moet dringend werk maken van een Batcave.
Als het over vaderschap gaat, moet ik zeggen dat mijn moeder eigenlijk de sleutel is tot de vader die ik vandaag ben geworden. En begrijp me niet verkeerd, mijn vader was voor mij absoluut de beste vader die ik me als kind kon inbeelden, maar onze moeders hebben het niet gemakkelijk gehad. Dat perspectief mag ik niet uit het oog verliezen.
Ik maakte deel uit van een gezin van zeven kinderen en mijn moeder was huismoeder. Dat betekent dat ze in haar eentje de boel draaiende moest houden thuis en op wonderbaarlijke wijze tegelijkertijd zeven kinderen heelhuids moest grootbrengen. Mijn vader – in dit land beschreven als eerste generatie Marokkaanse migrant – was het hoofd van het gezin. Alleszins in zijn hoofd. Dat denken trouwens de meeste Marokkaanse mannen, maar we zeggen ook vaak: ‘Alleen God kent de waarheid.’
Het vaderschap begint voor mij bij mijn eigen vader. Hij is geboren in Marokko en emigreerde samen met zijn broers en zussen als tiener naar België. We woonden in een gedeeld herenhuis met grootouders, broers en hun gezinnen. Je leest het goed, vier gezinnen onder één dak, en dat was toen de normaalste zaak van de wereld in hartje Borgerhout. Aan het rijtje vaders zou je eigenlijk ook mijn grootvader kunnen toevoegen, want ook hij was een vader die ik van heel dichtbij heb gekend. De vader van mijn vader, op dat moment de Marokkaanse Godfather onder de vaderen. Het was een indrukwekkend spektakelstuk.
Mijn vader was soms kind en soms vader onder hetzelfde dak. Dat heeft misschien bijgedragen tot het feit dat hij een goede vader was. Hij kon zich gemakkelijk inleven in beide rollen. Mijn vader is een hardwerkende mens, eentje van lange shiften en lange jaren in de fabriek. Het lot van de eerste generatie Marokkaanse migranten, en soms ook het geluk.
Het grappige is dat mijn vader sinds de bekendmaking van de komst van Mehdi geen woord over het vaderschap met mij heeft gewisseld. Ik vond het best spannend om hem te vertellen dat ik voor de allereerste keer vader zou worden. Je moet begrijpen dat vanuit cultureel opzicht – in mijn familie dan toch – dit soort nieuws via de vrouwen de weg vindt naar de mannen. De vaders, grootvaders en ooms zullen het uiteindelijk wel oppikken, maar zelden rechtstreeks van de zonen of dochters. Je kunt je afvragen waarom dat zo is. Tja, vermoedelijk ligt het aan de gevoeligheid en onkunde om het te hebben over zwangerschappen, baby’s, opvoeding en dat soort onderwerpen.
Het is voor een groot deel te wijten aan een vorm van verlegenheid. Het zijn mannen van verschillende generaties die onderling zelden of nooit spreken over thema’s die hun in hun beleving niet toebehoren of aanbelangen. Het zijn gespreksonderwerpen die onderaan het lijstje staan van gezellige thema’s waarover we het kunnen hebben, hoewel het doodnormale zaken zijn.
Als ik toch besluit dit soort gespreksonderwerpen op rechtstreekse wijze te benaderen, moet ik rekening houden met ongemakkelijke momenten. Hanan gaf me nog het advies om gewoon af te wachten en mijn moeder haar werk te laten doen. Zij zou mijn vader wel inlichten, want zo werkt het nu eenmaal. Ik ging niet in op dat advies en besloot de culturele systeemregels te negeren en rechtstreeks aan mijn vader mee te delen dat ik binnenkort vader zou worden. Zijn reactie vergeet ik nooit, want nog steeds lach ik me krom bij het oprakelen van dat moment. Alles draaide om timing, plaats en een geniale ijsbreker. Ik zocht naar het goede moment om hem het nieuws rechtstreeks mee te delen.
Naar mijn inschatting had ik het perfecte moment gevonden tijdens een voetbalwedstrijd op tv. Ik kon me geen kansrijker moment voorstellen dan tijdens een verbindende sport als voetbal. Ideaal toch? Ontspannen sfeer, geen overbodig oogcontact, naast elkaar zitten en sport als afleider en toevlucht. Mijn vader reageerde op het nieuws met welgeteld drie Arabische woorden: ‘In sha Allah’ (als God het wil), keek vluchtig weer weg en dat was het einde van het gesprek. Achteraf gezien een grappig moment, maar ook een wijze les voor de toekomst. En ja, Hanan had dus gelijk. De volgende keer zal ik de systeemregels naleven.
Meer weten?
In dit boek vertelt Hanan Challouki openhartig over dat onzekere eerste jaar als moeder. Aan de hand van zo'n 30 typische uitspraken en hardnekkige clichés legt ze de vinger op de kwetsbare plekken die voor elke moeder herkenbaar zijn. Een hoofdrol is daarbij weggelegd voor haar eigen (Marokkaanse) moeder en de no-nonsense attitude waarmee die haar tien kinderen grootbracht, een schril contrast met de druk die prille moeders vandaag ervaren. Zo is Imposter moeder ook een verhaal over generatieverschillen en culturele tradities, over oermoeders en moslimmama's. En vooral: een warm pleidooi om vanuit die diverse perspectieven het perfecte moederschap te relativeren.
Meer info vind je hier.