mama en baby

Ben je wel veilig bij mij? Hoe een postnatale depressie me van de roze wolk duwde

29/11/2022

In het boek Ben je wel veilig bij mij? Brengt Tineke Vanobbergen het verhaal van haar postnatale depressie waarvoor ze in opname ging samen met haar dochtertje. Ze hoopt op die manier andere vrouwen in dezelfde positie te steunen en te laten weten dat ze niet alleen zijn. We delen een stukje waarin Tineke vertelt over de alarmbellen. 

Na veertien weken zit mijn moederschapsrust erop en ga ik weer aan het werk. Een tijdelijke opluchting om even verlost te zijn van het constante gehuil. Ik ploeter de dagen door en word een tikkende tijdbom, steeds weer ontploffend door Kenny of de kinderen. Ik zucht vermoeid de dagen door. Ik ga van paniekaanval naar woede-uitbarsting en naar huilbui. Met een constant opgejaagd, gestrest, gevangen gevoel.

Ik ben beschaamd en voel me elke dag falen omdat ik het moederschap van twee niet aankan. Mijn evenwicht is verstoord, ik ben misselijk. Ik kan niet meer redeneren, wat tot gevaarlijke situaties leidt. 

Ik stop met de auto voor een groen licht of volg de auto voor me het rood licht door. Wachtwoorden die mijn automatische piloot normaal invult, komen niet meer uit mijn vingers. Een gemakkelijke conversatie doet me stotteren en een keuze maken is niet meer mogelijk. Een simpele douche kost te veel energie. Ook me aankleden of omkleden lukt me niet meer en ik spendeer dagen in dezelfde joggingbroek en oversized trui. Het kan me niet meer schelen hoe ik eruit zie voor de buitenwereld. 

Ik ben doodop, maar kan niet slapen. Als ik dan toch in slaap val, word ik halverwege de nacht wakker en lig ik uren te piekeren. Mijn hersenen lijken in overdrive, terwijl ik geen zin meer kan uitbrengen. 

Ik kan ook niet meer genieten van eten. Waar ik normaal snack van de zenuwen, heb ik nu geen zin meer om te eten. Ik val af en heb geen enkele broek meer die me past. Niet dat ik dat zo erg vind, met de tien kilo aan zwangerschapsgewicht die nog aan mijn heupen hangt.

Ik maak opnieuw een afspraak bij de huisarts en stort voor haar ogen in. Alarmbellen gaan af. Ik moet thuisblijven om te rusten en krijg vragenlijsten over depressie mee naar huis. De week erop hebben we enkele dagen vakantie gepland. Hopelijk kan ik dan even mijn batterij opladen.

Voor die vakantie trekken we met een motorhome naar Nederland. Sinds de coronapandemie en het verlies van Lou is het onze eerste vakantie als gezin. Vroeger reisden we veel. Alix reisde binnen haar eerste halve levensjaar naar wel zes landen.

Elke dag sleur ik mezelf naar een uitstap. Alles lijkt te veel van me te vragen en me te irriteren. Kenny spoort me aan om toch dagelijks weer iets te doen, maar ik heb de fut gewoon niet. Ik heb er gewoon geen zin in.

Deze vakantie voelt niet als vakantie. Overdag ben ik moe, maar elke nacht lig ik wakker. We spreken af dat Kenny dagelijks met de meisjes een speeltuin opzoekt of een wandeling maakt zodat ik kan rusten. Maar eerlijk, ook dan kan ik de slaap niet vatten. En ik eindig meestal met opruimen en koken.

Na tien dagen rust ga ik weer aan het werk, uit schrik voor wat mijn werkgever zou denken. Als ik eerlijk met mezelf zou zijn, weet ik zeker dat de rust niets heeft uitgehaald. Werken gaat niet en na een halve dag haak ik af. De dag erop kan ik weer bij de huisarts terecht.

De depressievragenlijsten worden bekeken en alle puzzelstukjes vallen toch op postnatale depressie. Ik krijg een lange rustperiode voorgeschreven en er wordt gesproken over het vermijden van een opname.

De dokter overloopt de beste en slechtste scenario’s voor een mogelijk herstel. Terwijl ze de verschillende opties blijft toelichten, herhaalt eenzelfde zin zich voortdurend in mijn hoofd: ik ben de oorzaak van Asters vele huilen. Ik geef mezelf de schuld van alles wat mis lijkt te lopen. Misschien ben ik gewoon een slechte invloed? Misschien reageert zij gewoon met huilen op mijn korte lontje? Misschien lok ik het echt wel uit?

Na enkele dagen met Kenny’s ondersteuning ben ik weer alleen thuis met de twee kindjes. Ik breek weer. Dieper dan ooit. Een banaal gebeuren op een fout moment doet me ontploffen. Ik kook van woede en zet mijn kinderen in de lege badkuip om ze tegen mezelf te beschermen. Ik reageer me af op deuren en wanden. Schreeuwend en huilend stort ik in naast mijn geschrokken kinderen. 

Ik raak volledig in paniek en heb schrik dat ik mijn kinderen iets zou aandoen. Ik begin te hyperventileren en pas na enkele minuten grijp ik naar mijn telefoon. Ik bel Kenny. Ik krijg er amper een woord uit terwijl mijn lichaam moeite lijkt te hebben met ademhalen. Kenny roept dat ik mijn vader moet bellen en zegt dat hij zo snel mogelijk naar huis komt. Ik bel mijn vader, nog altijd in paniek, en smeek hem om mijn kinderen te komen halen. 

Het wachten lijkt wel een eeuwigheid te duren. Ik probeer mezelf te kalmeren door diep in en uit te ademen. Wanneer ik eindelijk weer een beetje adem lijk te krijgen, neem ik een voor een de kinderen uit de badkuip mee naar beneden. Ik installeer hen voor de televisie en kruip zelf huilend in elkaar.

Wanneer mijn vader aankomt, legt hij zijn hand op mijn schouder en zegt: ‘Het is tijd om hulp te zoeken.’ Hij probeert me te overhalen om mee met hem naar huis te gaan. Ik schaam me en wil niet dat de kinderen me zo zien. Ik wil niet meekomen. Ik wil blijven wachten tot Kenny thuis is.

‘Ik zal Kenny bellen en hem zeggen dat hij naar ons moet rijden. Kom alsjeblieft mee’, zegt hij bezorgd. Hij zet de kinderen in zijn auto en laat me er nog even over nadenken. Nogmaals probeert hij me te overhalen en ik geef me over. Ik weet niet wat te doen, of waar die gevoelens vandaan blijven komen. Ik ga met hem mee.

In de auto belt hij Kenny, die al fietsend van het werk komt. Kenny weet niet dat ik kan meeluisteren en vraagt bezorgd of de kinderen oké zijn. Hij vraagt hoe het met me gaat en mijn vader legt uit dat hij me meeneemt naar huis.

Na het telefoontje valt er een stilte. Ik schaam me en wil niet praten. Mijn vader weet niet wat te zeggen. Wanneer we aankomen vraag ik of hij me nog even in de wagen wil laten zitten. Hij neemt de kinderen uit de auto en ik blijf achter. Na enkele minuten vraagt hij me om naar binnen te komen.

Wanneer ik binnenwandel, zit mijn moeder met haar haren in de verf een kop koffie te drinken met de kapster. Ik wil hun blikken ontwijken maar zie twee meelevende knikken wanneer mijn blik die van hun kruist. Ik ga in de leefruimte zitten. Alleen. In stilte. Om te bekomen van wat zich heeft afgespeeld. Hoe kan ik toch zo ontploffen? Hoe ben ik plots zo radeloos? Waarom swingen mijn emoties zo de pan uit?

Niet veel later komt Kenny aan. Hij omhelst me en vraagt me wat ik wil doen. Hij belt naar de huisarts en legt het voorval uit. Kenny wordt een week ziek geschreven, ter ondersteuning bij het zoeken naar oplossingen. We regelen een maand lang opvang voor de kinderen of zorgen ervoor dat er steeds iemand bij me is om me te ondersteunen.

Die dag heeft me getekend. Waar ik de veilige haven, de steun en toeverlaat van mijn kinderen zou moeten zijn, ben ik niet eens zeker of ze wel veilig zijn bij mij.

Meer lezen 

Ben je wel veilig bij mij?

De roze wolk was bij de zwangerschap van haar eerste dochtertje niet weg te denken, maar na het verlies van haar tweede kindje en een moeilijke zwangerschap van het derde, raakte Tineke Vanobbergen in een neerwaartse spiraal van moedeloosheid. Postnatale depressie was het verdict en ze ging in opname, samen met haar jongste.

In Ben je wel veilig bij mij? brengt ze haar verhaal, in de hoop andere vrouwen in dezelfde positie te steunen en te laten weten dat ze niet alleen zijn. Ze vertelt over de impact op haar gezin en hoe haar andere dochter ermee omging.

Ze deelt tips vanuit haar eigen ervaring.

Het boek verschijnt in januari 2023, maar je kan het nu al pre-orderen. Meer info vind je hier
 

Bestsellers

ongefilterd moederschap lorentia veppi

Ongefilterd moederschap

€ 19.99
mok legendaddy

Koffiemok | legendaddy

€ 16.95
to do hero gezinsplanner

To Do Hero: Gezinsplanner

€ 18.99

Meilleures ventes