Ik ben een overlever, ik ben mama van een prematuur kindje
Mijn dappere krijgerprins, Wilder, werd twee maanden en twee dagen voor zijn uitgerekende datum geboren op een ijskoude nacht in januari.
Negen dagen eerder, toen ik 30 weken zwanger was, werd ik om 3 uur 's nachts wakker en ontdekte ik tot mijn grote ontsteltenis dat ik een bloeding had. Ik overtuigde mijn man om thuis te blijven bij onze 2-jarige zoon en nam zelf een Uber naar het ziekenhuis. Twaalf uur en twee echo's later kreeg ik volledige bedrust voorgeschreven.
Ik ben een neonatologie-mama. Dit is mijn verhaal.
Nog maar 31 weken ver
Ondanks verschillende miskramen en gecompliceerde zwangerschappen was ik nog altijd totaal onvoorbereid en geschokt toen mijn verloskundige ons vertelde dat ik onze zoon te vroeg zou moeten geboren worden.
Ik herinner me nog levendig zijn bezorgde blik toen hij op de rand van mijn ziekenhuisbed zat en zei dat mijn situatie een ernstige wending had genomen – ik verloor te veel bloed en ze de bevalling moesten inleiden. “Maar ik ben nog maar net 31 weken ver”, huilde ik, terwijl ik naar mijn man keek die ook tranen in zijn ogen kreeg.
Mijn arts pakte mijn hand en zei resoluut: ‘Dit is wat ik je met zekerheid kan zeggen: we hebben hier een ongelooflijke afdeling neonatologie. Hij zal in goede handen zijn. En een baby die ik op 29 weken ter wereld bracht, studeert op dit moment aan Harvard’.
Ik moest lachen en wenen tegelijk, haalde diep adem en zei: ‘Oké. Laten we het doen’.
Onze zoon leefde
Niets wekt meer angst op dan de steriele witte muren van een operatiekamer midden in de nacht. Twee jaar eerder lag ik ook in die ruimte bij de bevalling van Dash, maar deze keer was het heel anders. Je kon de collectieve nervositeit in de kamer voelen, zelfs bij de artsen, die probeerden zo kalm mogelijk te blijven.
Toen de dokter ‘Happy Birthday’ fluisterde, wist ik dat onze baby uit mijn lichaam was, maar ik was niet zeker van zijn toestand. Ik staarde naar het gezicht van mijn man, verwoed op zoek naar een teken dat hij in orde was en het enige wat ik hoorde was een oorverdovende stilte.
“Is hij in orde?”, vroeg ik aan mijn man, met pure paniek in mijn stem.
“Ik weet het niet”, zei hij grimmig en ik kon zien dat zijn ogen vol angst stonden.
Een paar minuten later, die aanvoelden als een eeuwigheid, schreeuwde ik ‘Kan iemand me alsjeblieft vertellen dat mijn baby in orde is?’ en een arts riep dat ik rustig moest blijven.
Ik hoorde een zuiggeluid en het allerkleinste huiltje. Ik keek naar mijn man en we barstten in tranen uit. Onze zoon leefde.
Droomteam van engelen
En zo begon onze aangrijpende reis met een prematuurtje. Vanaf het moment dat Wilder naar de afdeling neonatologie werd gebracht en de volgende 49 dagen in een couveuse lag, stonden we op overlevingsstand.
De eerste keer dat ik hem vasthield, kon ik niet geloven hoe klein hij was. Hij woog 1,8 kilogram en was 17 centimeter lang – ongeveer zo groot als een ananas. Er kwamen buisjes uit zijn mond en neus en hij was aangesloten op hart- en zuurstofmonitoren. Hij had een infuus.
Het was zo veel angstaanjagender dan ik me had kunnen voorstellen. Ik was hysterisch en was ervan overtuigd dat ik hem zou verliezen.
Zijn verzorgers op neonatologie, een droomteam van de meest ongelooflijke verpleegkundigen, waren als engelen op aarde. Ze kalmeerden me onmiddellijk, droogden mijn tranen, maakten me aan het lachen en stelden me gerust dat hij weliswaar ziek, maar in zeer goede handen was.
Ze deden geen valse beloftes dat het goed met hem zou komen, maar ze waren ervan overtuigd dat zijn ademhalingsmoeilijkheden en uiterlijk overeenkwamen met dat van een baby die met 31 weken was geboren. Op neonatologie werd elke dag dat een baby in de baarmoeder zat als vitaal beschouwd. Op het spectrum van ziek versus ernstig ziek, werd 31 weken in de baarmoeder als geluk beschouwd.
Mamavriendinnen en babyprestaties
Ik heb zoveel geleerd. Ik leerde over intubatie, zwakke longen, hartcomplicaties, voedingsslangen en hoe ik een zuurstofmachine moest lezen. Elke dag diende zich een nieuwe strijd aan en mijn man en ik moesten bidden dat Wilder het zou overleven.
We schommelden tussen doodsbang en ontroostbaar zijn en sterk en vol vertrouwen dat we er doorheen zouden komen. De eerste keer dat we hem in het ziekenhuis achterlieten om naar huis te gaan, was ik een wrak.
Ik liep snikkend door de gang en zag mijn nieuwe neonatologie-mamavriendin wier baby in de couveuse naast de onze lag. Ze opende haar armen, we huilden samen en ze zei dat ik naar huis moest gaan en veel ijs moest eten. Dus dat deed ik.
De volgende twee maanden had ik een vaste routine en ging ik door op adrenaline. Ik werd wakker, bracht tijd door met Dash en ging dan naar het ziekenhuis om Wilder de hele dag tot 's avonds laat te knuffelen.
Ik maakte mamavriendinnen op neonatologie in de kolfkamer, waar we lachten, onze angsten deelden en de 'prestaties' van onze baby's bespraken. Zoals de dag waarop de voedings- of beademingstube van een van onze baby's werd verwijderd, zo’n belangrijk moment. We overleefden samen en werkten naar één gemeenschappelijk doel toe – dat onze baby's gezond genoeg zouden zijn om naar huis te komen.
Voortdurend zorgen
Wilders dag brak eindelijk aan. Half maart voelde hij voor het eerst frisse lucht op zijn gezichtje. Ik had van die dag gedroomd en toen het eindelijk zover was, was ik doodsbang. Zou hij, na de tijd op neonatologie overleefd te hebben, de wereld overleven?
Terwijl ik dit schrijf, is mijn baby 19 maanden oud. Hij is mooi en sterk, maar het is niet gemakkelijk geweest. Hij heeft een zwak immuunsysteem en krijgt fysiotherapie, ergotherapie en logopedie. Hij doet het goed, maar omdat hij te vroeg geboren is, heeft hij extra hulp nodig tot hij minstens 3 jaar is.
Mijn reis als mama van een premature baby eindigde niet met zijn thuiskomst. Ik heb last van angst en posttraumatische stress. Ik maak me voortdurend zorgen over zijn gezondheid en welzijn.
Een geschenk én wonder
Ik gaf mezelf de schuld dat ik hem niet volledig kon voldragen, ook al wist ik dat het niet mijn schuld was. Net als de meeste moeders die ik op de neonatologie ontmoette, had ik mijn hele leven geen eerdere gezondheidscomplicaties gehad.
Toch was ik blijkbaar kwetsbaar als het op zwangerschap aankwam en was ik een van de ongelukkigen die willekeurig een placenta-abruptie kreeg.
Ik had niets kunnen doen om dit te veranderen of om te voorkomen dat hij te vroeg geboren zou worden en ik ben elke dag dankbaar dat hij nog leeft.
Ik ben de trotse mama van een kleine, maar felle neonatologie-overlevende en ik ben een mama die de neonatologie-ervaring ook heeft overleefd.
Ik ben het buitengewone team van artsen en verpleegkundigen op de neonatologie van Lenox Hill eeuwig dankbaar. Het ziekenhuis verlaten met een baby is een geschenk. Naar buiten gaan met een premature baby is een waar wonder.
Bron: vrij naar Mother.ly