Volledig uitgedost in mijn Ma Flodder-outfit (comme d'habitude wanneer je je al een tijdje in de loopgraven van de vakantie bevindt met 2 schoolvrije kwiestenbiebelkes. Allee ja, ik lieg, het is eigenlijk: comme d'habitude tout court als dishevelled (gehavend met een ragebol) mom of two) liep ik samen met twee overenthousiaste kleuters in de winkel een oude kennis tegen het lijf.
"Oe ist?" Vroeg ik. "Goed ze, oe ist met u?" vroeg hij. "Ook goe, maar ik ben wat moe," antwoordde ik. Waarop het kwam.
Hét.
De horror.
Het vreselijkste.
De geluidsgolven geworden terreur.
Pietje dood voor het zelfvertrouwen van de ploetermoeder.
De gaskamer voor de Venus in de vrouw.
Toen kwam de zin … “Ik zie het."
Toen kwamen de woorden: Ik/Zie/Het.
OK, ik weet het, honesty is the best policy but like... REALLY, DUDE??? Nochtans heeft hij toch ook twee kleintjes dus ik probeerde hem uit te leggen dat ik alleenstaande mama ben, dat ik al de hele week diep in de vakantie-oorlog zat, dat men in Brussel reeds begonnen was aan 'Het Graf Van De Onbekende Moeder' maar het mocht niet baten. De Blik van Onbegrip was oorverdovend.
(Het is ook wel mogelijk dat hij me niet goed verstond omdat ik tijdens het gesprek krampachtig mijn bovenste tanden wou verbergen door middel van spastische bewegingen met mijn bovenlip omdat er tussen mijn tanden waarschijnlijk nog resten Elsa en Olaf kippenworst zaten.)
Soit, ik voelde me dus weer de vreemde eend in de bijt. De moeder die het weer allemaal niet aankan. De fragiele deerne die ook eens iets moet doen. De pijn van het onzichtbare brandijzer 'unfit mom' dat mijn vlees verbrandt.
Allee ja, ik heb mezelf dan maar weer samengeraapt gelijk ne mens zich zoveel moet samenrapen, n'est-ce pas? En ik heb mezelf maar weer bijeen gepuzzeld voor de kindjes (alles en altijd voor de kindjes), afscheid genomen van de kennis en mezelf na de boodschappen voortgetrokken naar de binnenspeeltuin (again, alles en altijd voor de kindjes) waar we 10 minuten en 20 euro later al konden vertrekken omdat Hartendief Nummer 1 met de onophoudelijke racekak zat.
Just another ordinary day in another ordinary life of another ordinary mater (not so) sapiens (sometimes).