Er is geen balans. Er is zij, en er is al de rest. Tenminste, zo zie ik het toch. Zo voelt het aan.
Schipperen
Ik lees er zo vaak over, over ‘dat schipperen’. Dat ‘zoeken naar balans’. Maar als ik er dan zelf naar zoek, dan kan ik alleen maar vaststellen dat ik die beruchte balans maar niet vind. Of wel, maar dan: alles vertrekt vanuit mijn gezin. Dat staat altijd voorop, op eender welk moment. Er is geen vergadering, geen opdracht, geen whatever dat belangrijker is dan dat.
Dus je zou het zo kunnen stellen: ja, ik heb mijn balans gevonden. Ik vertrek van hen, en dan doe ik alles rondom zo goed als het kan erbij passen. En wat niet lukt, dat laat ik vallen. Als het ten koste moet gaan van hen, dan is het de moeite niet waard, nah!
Mijn nest
Oké, natuurlijk moet ik soms iets tegen mijn zin doen, we leven in the real world natuurlijk. Ik heb niet altijd alles in de hand, maar ik probeer dat zoveel mogelijk te beperken. Steeds meer.
Is het nu door ouder te worden, of omdat zij ouder worden dat ik steeds meer besef dat élke dag, en echt élke dag, telt? En dat het énige wat er écht toe doet diegenen zijn die ik liefheb. In hen klopt mijn hart, zij zijn het licht in mijn ogen. Zij maken dat ik elke dag met plezier opsta. Nu ja, je weet wel, sommige dagen al iets meer dan andere ;-). Maar zij zijn de reden van alles. Mijn nest, mijn thuis.
Mijn balans
Doe ik mijn werk niet graag? Maar jawel, maar wat graag. Alleen kan ik alles heel goed relativeren. Het is ‘maar’ je werk. En iedereen moet nu eenmaal werken.
Ik heb ook genoeg me-time hoor, ik cijfer mezelf heus niet compleet weg. Jezus, ik zou zot worden als ik niet af en toe eens kan gaan sporten of iets leuks kan gaan doen.
Het is ook niet altijd gemakkelijk om het allemaal te doen lukken, maar het lukt. Meestal. De ene dag al beter dan de andere. Maar op het einde van de dag zijn zij blij. Meestal (tenzij ze boos zijn op mij natuurlijk voor het een of het ander, ha ja). Na wat jaren oefenen heb ik het eindelijk wat gevonden, die balans. Mijn balans. Er is zij, in het midden van de weegschaal. En dan is er de rest. Voilà.