mama knuffelt zoon

Liefde, verlies en een achtjarige: een brief van een moeder aan haar zoon

22/09/2025

Sinds november 2024 ben ik gescheiden van mijn ex-partner. Veertien jaar samen, een huwelijk van amper vier maanden, en een zoon van acht die ons nog zag trouwen. Soms voelt het alsof ik hem iets onverklaarbaars heb aangedaan. “Maar jullie zijn pas getrouwd, hoe kan dit nu?” vroeg hij me. Zijn kinderlogica klopt meer dan alle woorden die ik hem kan geven.

Voor mij voelde de breuk ergens als opluchting. Na jaren vol strijd, bedrog en ongelukkig samenleven, raapte ik eindelijk de moed bijeen om voor mezelf te kiezen. Ik deed wat generaties vrouwen vóór mij nooit durfden: ik brak met het doen alsof. Ik koos niet langer voor de schone schijn, niet langer voor het “blijven voor de vrede van iedereen en alles”. Toch blijft dit gevoel me achtervolgen: een diepe schuld tegenover mijn zoon.

Ik heb alle clichés gehoord. “Je zoon verdient gelukkige ouders.” “Hij zal dit later wel begrijpen.” “Veel kinderen groeien op met gescheiden ouders, dat komt goed.” Maar vaak denk ik: zeggen we dat niet vooral tegen onszelf? Om ons schuldgevoel te verzachten? Voor het kind blijft dit een trauma. Er is geen handleiding, geen wegwijzer, enkel vallen en weer opstaan.

Mijn zoon benoemt zijn gemis luidop. “Het was zo fijn vroeger, toen we nog niet uit elkaar waren.” Hij betrekt zichzelf in ons verhaal, hij voelt dat dit niet zomaar over hem heen gaat. Hij verlangt naar die ene thuis die uiteen is gevallen in twee huizen. En ik besef dat ik hem iets heb afgenomen wat nooit helemaal terug te geven valt.

Ik probeerde het uit te leggen met boekjes, kinderlijke verhalen over waarom mama’s en papa’s soms apart beter kunnen zorgen. Hij luisterde, knikte, maar zijn hart zei iets anders. En in stilte knaagt mijn angst: dat dit altijd een litteken zal blijven.

Dat litteken zag ik terug in een klein tafereel, een spiegel van zijn binnenwereld. Hij had een lieveheersbeestje gevangen en in een doos gezet. Op zijn nachtkastje bewaarde hij het dier zorgvuldig. Hij wilde er zorg voor dragen, het bij zich houden. Maar hij had geen gaatjes geprikt. Het stierf. Zijn verdriet was groot, en zijn woorden sneden in mijn ziel: “Mama, ik wilde gewoon niet dat iemand erop zou trappen.”

Toen wist ik: dit gaat niet alleen over een insect. Dit gaat over hemzelf. Over vasthouden aan wat niet weg mag gaan. Over zijn verlangen naar geborgenheid en onbreekbare liefde. En tegelijk zag ik iets wonderlijks: de kracht die in hem groeit, zijn vermogen om te zorgen en lief te hebben, ook in pijn.

Want er zouden geen vlinders bestaan zonder het donker van de cocon. Groei vindt plaats in de stilte van het ongemak. En zo is het ook met verdriet, met verlies, met een kind dat leert omgaan met gebrokenheid.

Ik schreef er een gedicht over, dat ik hier deel:

For My Son – after the ladybird

You placed it
in a box —
but truly,
you cradled it
in your chest.

In a world
that sometimes shifts
beneath your feet.

This is how you love:
not loud,
but steady —

“Mama, I just didn’t want it
to be stepped on.”

Ah, child.
I’ve known that too —
the ache to guard
what cannot be kept.

There was more inside that box
than just a creature.
A fragment, perhaps,
of your wish
for what stays,
for what doesn’t leave

When the door
between one home and another
once was one home,
you thought it was peaceful and lovely —
but truly,
we kept every shadow
hidden for ourselves,
just as you kept
the ladybird
in the box.

The world, my love,
is starving
for hearts like yours.

Still —
listen gently now:
to love
is not to hold.
Not always.
Sometimes,
love is the hand
that lets go,
the breath that says: fly,
even if I’ll miss you..

There will be many
you’ll want to keep
close
and untouched by sorrow.

But freedom
is the name
love takes
when it is brave.

And if no one told me this
when I was small,
let me be the one
to tell you now.

Na bijna een jaar begint het stilaan gewoon te worden. Maar wat is gewoon? Twee huizen, twee agenda’s, twee werelden die ooit één waren. Misschien blijft het altijd een litteken, maar misschien ook net een bron van kracht. Want vaak zijn de mensen die iets meegemaakt hebben, de meest empathische, de zachtste, de meest inspirerende. En dat zie ik nu al in hem. Hoe hij, in al zijn tederheid, soms zorgt voor mij en zijn papa, terwijl hij zelf nog zoveel zorg nodig heeft.

Daar moet ik waakzaam voor zijn. Maar tegelijk wil ik hem ook laten zijn wie hij is: een kind met een groot hart. En misschien is dat de silver lining: dat hij leert dat liefde niet enkel vasthouden is, maar soms ook loslaten.

Ik wil dit schrijven niet eindigen zonder een boodschap aan hem. Want boven alles is dit mijn brief aan mijn zoon:

Het spijt me dat ik je geen thuis kon geven met een mama en een papa die van elkaar hielden en jou lieten zien hoe een liefdevolle relatie eruitziet. Wat ik je wél kan geven, is dit: het voorbeeld van een mama die sterk is, die durfde te breken met schijn, die imperfectie en falen omarmt. Ik kan je laten zien dat verdriet en donkere dagen deel uitmaken van het leven, maar dat je altijd opnieuw mag beginnen als je niet meer in je waarde wordt behandeld. Dat echte liefde bij jezelf begint, en dat je altijd dapper genoeg mag zijn om trouw te blijven aan je hart.

Elke avond, bij het slapen gaan, zullen we samen kijken naar het fotoalbum van ons leventje met ons drie. Ik blijf dit doen, zo lang jij dat nodig hebt. Als jij erover wilt babbelen, dan doen we dat. Alles op jouw tempo. Jij staat centraal in mijn leven, en dat betekent ook dat de pijn die je voelt er mag zijn, dat we die samen mogen dragen.

En misschien is dat uiteindelijk het mooiste wat ik je kan meegeven: dat zelfs in verlies, in breuk, in pijn – liefde nooit ophoudt te bestaan. Ze verandert alleen van vorm.
In jouw hartje blijven wij altijd met drie.

 

Senita Giustizieri