Wanneer begin je met zakgeld te geven en hoeveel geef je?

Wanneer begin je met zakgeld te geven? 

Je begint met zakgeld zodra je kind interesse begint te krijgen in geld en in rekenen en gevoel krijgt bij de cijfers. Grote kans dat dit gebeurt vanaf een jaar of zes, vanaf groep 3 (of het eerste leerjaar n.v.d.r.) ongeveer. 

Maar goed, geen kind is hetzelfde. En opvoeden is toch een kwestie van je aansluiten bij je kind. Voel je dus ook niet schuldig als er verschil in zit tussen je kinderen. Ze komen over twintig jaar heus niet bij je klagen dat ze erachter zijn gekomen dat ze een jaar minder zakgeld hebben gehad dan broer of zus en of je dat alsnog even zou willen overmaken, omdat ze zich zo achtergesteld voelen. Echt niet.

Vanaf een jaar of twaalf kun je overigens overstappen op zakgeld per maand. Zo leren ze ook langzaamaan de maand te plannen en de uitgaven te verspreiden over een langere tijd.

Hoeveel zakgeld moet je geven? 

Hoeveel zakgeld geef je dan, is waarschijnlijk de meest gestelde vraag aan ons, aan Google, aan andere ouders. En het eerlijke antwoord is dat jij dat zelf moet vaststellen. Je kunt je natuurlijk laten inspireren door het Nibud of Wikifin, die tabellen geven per leeftijd, maar dat moet maar net passen bij jouw budget en jouw visie.

Maar hierbij geldt wel: doe wat past bij jullie gezinsvisie. Elk gezin is uniek en dat zie je ook terug in hoe we omgaan met zakgeld. Het kan best voorkomen dat jouw kind een ander bedrag krijgt dan de buurkinderen, klasgenootjes of hun neefjes en nichtjes. En weet je, dat is helemaal oké. Ieder gezin heeft zijn eigen regels en mogelijkheden. Het kan voor jouw kind soms aanvoelen als ‘niet eerlijk’, maar het is belangrijk om vast te houden aan de afspraken die jullie thuis hebben gemaakt. En vergeet niet: een open gesprek met andere ouders over hun aanpak kan heel verhelderend zijn.

Welke afspraken maak je over zakgeld? 

Zoals bij iedere vrijheid en verantwoordelijkheid bepaal je als ouders veilige kaders en maak je samen vooraf goede afspraken over het zakgeld dat je kinderen ontvangen. Dat voorkomt namelijk een hoop gedoe achteraf. Denk eens aan de volgende afspraken:

• De hoogte van het bedrag.
• Op welk moment ze het ontvangen (welke dag).
• Met welke frequentie ze het ontvangen (week/maand).
• Contant of digitaal.
• Sparen: moet dit wel of niet? Zo ja, is er een vast bedrag of percentage?
• Waar mogen ze het aan uitgeven (en waaraan zeker niet)?
• Zijn er uitgaven die van dit geld gedaan moeten worden, zoals verjaardagscadeautjes, Moederdag/Vaderdag, kinderfeestjes of iets anders?
• Is er een tegenprestatie? Staat die vast, of wordt die wekelijks opnieuw vastgesteld?
• Mag je geld lenen aan of van een vriend/vriendin/broer/zus?

Klinkt al behoorlijk officieel zo, hè? En om het dan nog een beetje officiëler te maken, adviseren we je ook nog om deze afspraken samen vast te leggen in een zakgeldcontract. Eigenlijk best wel leuk, toch? Het lijkt al wel een beetje op een eerste salarisonderhandeling. 

Misschien onderhandelt je kind zelfs al wel, bijvoorbeeld over welke klussen het moet doen. Gebruik het als een speciaal moment om weer even te kletsen over de dromen die je kind heeft met betrekking tot het zakgeld, over hoe hij of zij zelf denkt over sparen, of over het doen van klussen. Je zult zien hoe leuk het kan zijn.

And remember, jij hoort je zelf ook aan de afspraken te houden. We spraken ooit eens een moeder die haar zoon zakgeld gaf, maar dat heel vaak vergat. Zo kreeg hij soms ineens het zakgeld van een paar maanden gestort en dan weer heel lang niet. Dit zorgde ervoor dat de jongen het geld niet meer durfde uit te geven, omdat hij niet wist wanneer er weer geld overgemaakt zou worden. Zorg dus dat het zakgeld op de afgesproken tijden beschikbaar is én dat jij de vrijheid geeft binnen de gestelde kaders. 

Afspraken zijn namelijk fijn en belangrijk, maar niet bedoeld als te krappe regels waarbinnen je kind het geld alleen mag besteden aan de zaken die jij goed, leuk of verstandig vindt. Het zijn de kaders waarbinnen een kind zelfstandig kan bewegen, oefenen en vallen. Een soort vangnet eigenlijk, of een fiets met zijwieltjes. Het kan wel eens misgaan, maar de gevolgen zijn dan heel goed te overzien. Ook al zit jij met knarsende tanden op de bank omdat je niet kunt aanzien dat ze weer zo’n prul hebben gekocht, een vermogen hebben uitgegeven aan dat ene spel dat je al niet zo tof vond of al met make-up thuiskomen, terwijl je nog niet zag aankomen dat je al in dat tijdperk beland was.
 

Meer lezen: Later word ik rijk 

Wees gerust: je hoeft heus geen expert te zijn om je kind bewust te leren omgaan met geld. In dit no-nonsenseboek nemen twee financieel deskundigen (en moeders) je mee langs de how-to's van financieel opvoeden, met concrete tips voor alle leeftijden, makkelijk te onthouden vuistregels en verrassende hersenweetjes.

Je leert waarom zakgeld geven geen heilige graal is, waarom je je kind die dure sneakers soms gewoon moet laten kopen en wat de juiste leeftijd is om hen te waarschuwen voor geldcriminelen. Tot slot geven ze je mee hoe je stap voor stap kunt bouwen aan een rijke mindset, en waarom die meer te maken heeft met vrijheid en met sociaal kapitaal dan met je bankrekening.

Een must-read voor iedere ouder, geen enkele voorkennis vereist!