vrouw

Mijn kind is fantastisch … en toch heb ik spijt van het moederschap

17/07/2025

Het is een taboe: spijt hebben van het ouderschap. Zelden wordt er over gepraat. Maar deze vrouw deelde op Reddit openhartig hoe ze zich voelt. Ze vertelde doodeerlijk dat ze eigenlijk spijt heeft van het feit dat ze mama is geworden … 

‘Ik heb een zoontje van vijf. Het heeft heel veel moeite gekost om hem te krijgen – ik heb zoveel zwangerschapsverliezen moeten doorstaan. Mijn ex-man had al een dochter, dus ik voelde me al een soort ouder. Maar ik wilde “mijn eigen” kind. (Ik haat het dat ik ooit zo heb gedacht, maar dat is gewoon de waarheid. En ook: zijn ex-vrouw is gewoon duivels.) 

In elk geval: het moederschap is niet wat ik ervan verwacht had. Maar ik was niet sterk genoeg om te vechten tegen de biologische drang en de sociale druk om mama te worden – dus hier zit ik dan. 

Eerst en vooral is er het gebrek aan vrijheid. Er is geen spontaniteit meer. Nooit meer iets in een opwelling doen. Niet zomaar beslissen om mijn beste vriendin aan de andere kant van het land te bezoeken en een nachtje weg te blijven. Voor de eerste keer in mijn leven kan ik het me financieel veroorloven om dingen te doen zoals reizen, maar dat maakt niet uit – want ik zit vast. 

En dan is er de eenzaamheid. Mijn zussen hebben geen kinderen. Mijn mama is alleen, nu onze papa gestorven is. Ze zijn allemaal … vrij. Ze reizen samen, maar ik kan nooit mee. En weet je wat nog erger is dan niet mee door Europa te kunnen reizen met mijn zussen en mama? Elke dag spelen ze samen online het woordspel “Spelling Bee” van The New York Times. Ze nodigen mij ook wel uit hoor, maar de realiteit is dat ik gewoon niet kan meedoen. Ze spreken elke dag stipt om 7u30af. Wat zou ik moeten doen – videochatten en een woordpuzzel oplossen, terwijl ik mijn vijfjarige aan zijn lot overlaat in de plaats van hem klaar te maken voor school? En dus blijven zij zonder enige moeite in contact met elkaar. En ik niet. 

Niet te vergeten: het drama en de financiële ramp die scheiden met zich meebrengt als je kinderen hebt. Ik ben uiteindelijk meer dan 100km verder gaan wonen omdat de situatie zo toxisch werd. Dat was het beste wat ik kon doen voor mezelf, en zeker voor onze zoon. Maar toch … Ik haat het dat ik de doordeweekse ouder ben. Eerlijk, ik zou veel liever de weekend- of vakantie-ouder zijn. Ik zou het heerlijk vinden om me in de week te kunnen focussen op mijn carrière en dan de toffe ouder te zijn in het weekend. 

Maar ik was getrouwd met iemand die totaal niet functioneert. Hij slaagt er nooit in om zijn oudere dochter op tijd naar school te brengen. Hij mist afspraken. Hij overslaapt zich. Hij barst uit in woedeaanvallen. Dus ook al wil ik graag de Disney-papa zijn, ik ben diegene die brooddozen maakt en zonnecrème smeert. 

Het voorbije jaar heb ik zowat elk weekend in de auto gespendeerd, om mijn kind naar zijn papa te brengen. Ik ben doodmoe. En onze zoon ook. En dus is er niet alleen het typische gevoel na een scheiding van “Ik kan niet geloven dat ik altijd met deze klootzak zal verbonden blijven”, maar er is ook de nog diepere pijn: “Ik moet doen wat het beste is voor dit wezentje, ook al haat ik het.” 

En dat brengt me bij de situatie van vandaag. Ik ga terug verhuizen naar de stad waar zijn vader woont – en nog belangrijker: zijn zus. De reistijd is simpelweg te veel. Het is te veel voor mij, en is het absoluut te veel voor een vijfjarige. Ik houd van de stad waar we naartoe verhuizen, maar toch: ik ben moe. Ik heb ondertussen een nieuwe partner, en die is er het hart van in. Hij zal zijn tijd proberen te verdelen over de twee plekken, maar we weten allemaal hoe dat meestal gaat. Bovendien had ik daar vorig jaar net een huis gekocht, en nu moet ik de eindjes weer aan elkaar kopen tot ik dat huis terug verkocht krijg. Het klinkt belachelijk, ik weet het, maar ik probeer te doen wat het beste is voor mijn kind. En ik haat het, uit de grond van mijn hart. 

Bovendien had niemand me gewaarschuwd voor de posttraumatische stress die bij het ouderschap komt kijken. Als je zelf een traumatische jeugd hebt gehad, dan komt dat tijdens het ouderschap allemaal terug naar boven. Mijn zoon krijgt de dingen die ik zelf heb moeten missen (veiligheid, affectie, emoties leren reguleren), en ik heb het daar moeilijk mee. Ik heb het soms moeilijk met hém. Wanneer hij zich gedraagt als een typische, vervelende vijfjarige, dan probeer ik kalm te blijven. Ik schreeuw niet, zoals mijn vader vroeger wel deed. Maar het voelt zo bitter dat ik al dit werk moet doen wat mijn ouders vroeger niet voor mij over hadden. Mezelf opnieuw moeten opvoeden is verschrikkelijk. 

Maar wat het moeilijkste is: ik heb een fantastisch kind. Hij is niet perfect – ik ben niet gek. Maar hij is lief. Empathisch. Slim. Grappig. Getalenteerd. Sociaal. Hij houdt van lezen en luistert naar mijn muziek. Hij is in therapie, en dat helpt ons eigenlijk allebei. Hij heeft minder driftbuien, hij kan zijn emoties reguleren, en we hebben een goed ritme uitgebouwd. Hij heeft ASS, maar het gaat vooral om sensorische zaken – daar kan ik me in herkennen en dat kan ik aan. Kortom, is hij geweldig. Misschien zelfs gemakkelijk, voor zover kinderen gemakkelijk kunnen zijn. En toch heb ik spijt dat ik een kind heb gekregen. 

Het heeft mijn leven geruïneerd. Mijn huwelijk. Mijn vriendschappen. Mijn financiën. Mijn vrijheid. Mijn lijf. Ik heb een leuke job die ik met hart en ziel doe, maar ik moet altijd mijn kind boven mijn werk zetten. Ik zal nooit zo vrij zijn als mijn zussen. Ik zal nooit gewoon kunnen doen waar ik zin in heb. 

Elke avond kijk ik naar kleine ventje die ik zo graag zie – die zo lief en grappig is en die zoveel liefde en zachtheid verdiend – en dan voel ik me overweldigd door hoeveel ik van hem hou, maar ook door hoezeer ik mijn leven haat. 

Ik geef hem wat ik nooit heb gehad. En elke dag opnieuw haat ik het om dat te doen. Ik denk soms over hoe het zou zijn om er gewoon niet meer te zijn. Maar hij verdient beter dan bij zijn vader achter te blijven. En dus blijf ik. 

Bedankt dat ik mijn hart hier eens kan luchten.'