peuters aan tafel

Stop met vergelijken (ik probeer het ook)

2/09/2025
Mamabaas
Door Mamabaas

Het gebeurt elke dag, overal waar peuters samenkomen: ouders vergelijken. “Oh, die van ons liep al met 11 maanden.” “Hij gaat al zelf naar het potje!” En ik? Ik luister, ik knik… en voel dat stemmetje in mijn hoofd dat zegt: “En mijn zoon dan?”

Mijn peuter van twee liep pas laat. Terwijl anderen al vrolijk rondliepen bij de onthaalmoeder, stond de mijne nog wat wankel. Maar weet je wat? Hij sprak wel al heel vlot. Trots dacht ik: oké, stappen komt wel, maar praten, dat kan hij dan weer als de beste.

Net zo met de tut. Hij gebruikt die al lang niet meer, iets waar ik eerlijk gezegd best fier op ben. Maar… het potje? Dat is weer een ander verhaal. Hij oefende er een tijdje flink op, maar nu weigert hij het gewoon. En ja, dan hoor ik een andere mama wiens jongere zoontje vrolijk op het potje gaat. En ik voel mezelf weer vergelijken.

De pedagoog in mij vs. de mama in mij

Als pedagoog weet ik nochtans dat kinderen zich niet allemaal op hetzelfde tempo ontwikkelen. De ene oefent motorisch, de ander verbaal, en dat mag verschillen. Ik heb zelfs vaak aan andere ouders uitgelegd dat een peuter perfect “voor” kan zijn op het ene vlak en tegelijk “achter” op een ander en dat dat helemaal oké is.

Maar dan komt dat stemmetje. Het stemmetje dat opduikt wanneer ik zie hoe een ander kind al stevig rondloopt terwijl de mijne nog wankelt. Of wanneer ik hoor dat een peuter van dezelfde leeftijd al zindelijk is, terwijl de mijne het potje compleet negeert. Dan vraag ik me toch af: waarom kan mijn kind dit nog niet? Doe ik iets verkeerd?

En dat is het dubbele: rationeel weet ik dat dit volkomen normaal is. Ik kan de theorie opdreunen, de statistieken erbij halen, de ontwikkelingslijnen aanwijzen. Maar als mama voel ik ook de onzekerheid en de vergelijking. En dat maakt me soms net zo kwetsbaar als elke andere ouder.

Wat zegt de wetenschap?

Onderzoek bevestigt dat er enorme individuele verschillen zijn in ontwikkeling. Het ene kind is met 18 maanden al zindelijk, het andere pas met 3 jaar. Gemiddelden bestaan, maar zijn geen “norm”. Wat echt telt, is dat kinderen de ruimte krijgen om hun eigen weg te volgen.

En ook over ouders die vergelijken is onderzoek duidelijk: het is een heel normaal mechanisme. Ouders spiegelen zich aan anderen om in te schatten of hun kind “goed bezig is”. Alleen verhoogt dat vergelijken meestal de stress, zonder dat het iets zegt over de uiteindelijke ontwikkeling.

Want dat potje? Dat lijkt hier vooral in verlof te zijn. Tijdelijk gesloten wegens geen interesse.

Ouderperspectief & herkenning

Maar ik voel ik het. Naast de trots dat mijn peuter al heel zelfstandig “bye mama, kusje ” roept wanneer ik hem bij de onthaalmoeder afzet, knaagt er soms ook iets. Ja, ik weet het ondertussen, Vince probeert al met mes en vork te eten. Terwijl de mijne vooral de uitdaging ziet in kijken hoe ver hij zijn vleesjes kan laten vliegen. En eerlijk? Op dat moment denk ik heel even: lopen wij achter?

Maar diep vanbinnen weet ik: mijn kind is bezig, alleen met zijn eigen prioriteiten. Eerst praten, dan de clown uithangen, dan salto’s in de zetel oefenen. Zijn ontwikkelingsplan ziet er misschien niet uit zoals in de boekjes, maar ik weet zeker: dat potje, dat beschaafd eten? Dat komt er ook nog wel. Op zijn manier.

Dus ik probeer ermee te stoppen. Met vergelijken. Ik adem in, ik kijk naar mijn kind en ik herinner mezelf eraan: hij volgt zijn eigen tempo. Uiteindelijk gaan ze allemaal stappen, praten, zindelijk worden. Tot die dag vier ik gewoon dat hij alvast expert is in één ding: zijn eigen regels maken en mij die doen opvolgen.