plusmama schrijft

Aan de mama van mijn stiefdochter

27/02/2025

Stress, kriebels en zenuwen gingen door mijn lijf toen ik je voor het eerst ontmoette. Voor mij stond je op een voetstuk. Ik had tonnen respect voor jou en hoopte zo hard dat jij dat ook voor mij zou hebben. Tenslotte werd ik een deel van het leven van jouw kinderen.

Ik was pas 19, zelf eigenlijk nog een kind. Want wat weet je nu echt over het leven op die leeftijd? Toen dacht ik véél, maar nu, tien jaar later, besef ik dat ik eigenlijk nog niets wist.

Al snel voelde ik aan dat je niets van mij moest weten. Eerst dacht ik dat het aan mij lag. Was ik niet vriendelijk genoeg? Dacht je dat ik niet goed voor je kinderen zou kunnen zorgen? Die onzekerheid zorgde voor spanning, zowel in mijn leven als in mijn relatie. De eerste weken durfde ik geen band op te bouwen met de kinderen, hoe moeilijk dat ook was. Ze waren nog zo klein, vijf en twee jaar oud, zagen het kwade van de wereld nog niet en sloten me meteen in hun kleine, lieve armen.

Naarmate mijn relatie met mijn vriend en zijn kinderen groeide, begonnen we steeds meer op een echt samengesteld gezin te lijken. Maar toch bleven er ongemakken. De kinderen kwamen thuis met verhalen: dat ze niet naar mij mochten luisteren, dat ze het niet leuk mochten vinden bij ons … Je weet wel, manipulatie. 

Eerst probeerde ik het te begrijpen. Misschien was je gekwetst en onzeker, bang dat ze een “nieuwe mama” zouden krijgen. Maar vanaf het begin was duidelijk gesteld wie ik was en welke rol ik had. Ik hielp mee met de opvoeding—ik maakte hen klaar voor school, kookte, deed de was en plas—maar ik bleef altijd gewoon de vriendin van papa. Iedereen kende zijn plaats, behalve jij.

Toen de kinderen nog klein waren, merkten ze hier weinig van. Maar naarmate ze ouder werden, waren zíj degenen die de dupe werden. En ergens had ik medelijden met jou. Je maakte vaak de verkeerde keuzes, financieel en in relaties. Ik dacht: als ik laat zien dat ik het beste met haar voor heb (want toen was dat ook zo), zal ze me misschien accepteren.

Dus ik deed mijn best. Ik ging een gesprek met je aan en je liet het toe. Ik hielp je met boodschappen zodat je toch eten kon geven aan de kinderen, nam je samen met de kinderen mee op uitstapjes. De ene week leek alles goed, de andere week was ik weer een probleem. En telkens weer dacht ik dat het aan mij lag. Ik voelde me te min, niet goed genoeg.

Het heeft jaren geduurd voordat ik besefte dat het níét aan mij lag. Ging ik mee naar het oudercontact, dan bemoeide ik me te veel. Ging ik niet mee, dan toonde ik geen interesse. Wat ik ook deed, het was nooit goed. Nu voel ik me zoveel beter omdat ik inzie dat dit niet mijn schuld is. Hoe hard je ook je best doet voor iemand, als die persoon in strijd ligt met zichzelf, zal het nooit goedkomen.

Lange tijd dacht ik: dit betert wel. Maar wat heb ik mezelf toch iets wijsgemaakt… Hoe sterker ons gezin werd, hoe ouder de kinderen werden, hoe erger de situatie werd. Eerst werd alles op mijn vriend en mij geprojecteerd, maar nu de kinderen tieners zijn en alles beter begrijpen, werden zíj onder druk gezet. Uitspraken als “Je kan geen band hebben met mama zolang je naar papa gaat” en “Je zal moeten kiezen, je kan niet naar allebei gaan” braken het hart van mijn stiefdochter. Ze houdt van haar mama én haar papa. Waarom kan ze niet gewoon van jullie beiden genieten? Er is toch liefde genoeg voor iedereen?

Het werd zo erg dat ze elke avond huilend in bed lag, zichzelf pijn begon te doen. Gesprekken met jou, met een psycholoog—niets hielp. In jouw ogen deed je niets verkeerd. Maar in haar ogen was jij de reden waarom ze zich zo slecht voelde.

Ik hoop dat er ooit een dag komt waarop je inziet hoeveel pijn je haar hebt gedaan. Dat je beseft dat je je eigen dochter hebt gebroken op een manier die ze nooit zal vergeten. Een kind hoort zich hier niet mee bezig te houden. Een kind hoort te genieten van de liefde en aandacht van beide ouders.

Met het oudste kind is je opzet helaas geslaagd. Je hebt hem voor jezelf alleen. Maar gelukkig zag je dochter op tijd in dat dit niet oké was. Gelukkig begint ze nu te begrijpen dat het niet háár schuld is.

Normaal zou ik haar aanmoedigen om naar jou terug te gaan. Maar alles in mij zegt dat het beter is van niet. Ik hoop uit de grond van mijn hart dat je hulp krijgt, want die heb je nodig. Misschien, ooit, krijg je dan je dochter terug zoals het hoort…