Als ouder val je af en toe in herhaling. Af en toe maar, hoor *kuch*. Of je nu een peuter of een tiener opvoedt, steeds opnieuw hetzelfde zeggen hoort er gewoon bij. De kans is bijvoorbeeld groot dat je in de afgelopen vakantie nogal vaak de volgende zinnen hebt uitgesproken:
Ga je nu eindelijk eens opstaan?
Doe die oortjes in, niet iedereen hoeft mee te genieten …
Doe die oortjes eens uit als ik tegen je praat!
Leg die gsm nu eens weg.
Maar je hebt net iets gegeten?!
Zou je die sweater niet uitdoen, het is 25 graden?!
Ik had je misschien toch beter ingeschreven voor een kamp.
Het is hier geen hotel hé!
Kunnen jullie nu niet één dag overeenkomen?!
Laat elkaar met rust!
Het is dan tijd voor een aperitiefje zeker, wat denk je?
Ruim dat eens op.
Je bord ín de vaatwasser graag!
Van wie is dat hier?!
Ga je nog iets dóen vandaag, in plaats van wat rond te hangen? Of ga je de hele vakantie echt alleen maar in de zetel hangen?