meisje op kamer

Eerste Hulp Bij Schoolweigering

24/05/2024

“Ik kreeg telefoon van de school dat mijn dochter er niet was. Ze bleek in een bushokje te zitten, wenend en kon alleen zeggen: ‘ik kan niet naar school, het gaat niet.”  (De mama van de 15-jarige Emelie)

Wat is schoolweigering? 

Schoolweigering is de wetenschappelijke term om kinderen en jongeren die niet meer naar school gaan te omschrijven. De term is ongelukkig gekozen, vinden zowel de kinderen, ouders als hulpverleners. Want eigenlijk wil deze groep wel naar school. Het lukt ‘gewoon’ niet meer. Het vooruitzicht om naar school te gaan of op school zijn brengt een grote emotionele ontreddering teweeg: spanning, angst, lichamelijke klachten, verzet en sombere gevoelens zijn heel typerend. Het kind blijft thuis en de ouders zijn op de hoogte. 

Het is dus geen vorm van spijbelen. De ouders hebben heel wat inspanningen geleverd om de jongere op school te krijgen, zonder resultaat. Vaak is er niet direct een duidelijke verklaring. Wanneer gevraagd wordt aan het kind waarom schoollopen niet lukt, is het antwoord meestal: ‘Ik weet het niet’.  

Kinderen en jongeren die niet meer naar school gaan, vallen dikwijls ook stil op andere gebieden. Zo stoppen ze soms met hobby’s, zien ze gezinsuitstappen niet meer zitten, vermijden ze bezoekjes, gaan ze niet mee om boodschappen … Ze verkennen de wereld niet meer maar plooien terug op de veiligheid van het gezin, hun huis, hun kamer, hun bed.  

Weetjes over schoolweigering 

  • Schoolweigering is geen (psychiatrische) diagnose. Het is een fenomeen.  
  • Bij ongeveer de helft van de schoolweigeraars is er wel een sprake van een psychische problematiek zoals bijvoorbeeld een ontwikkelingsstoornis of een stemmingsstoornis (angst, depressie). 
  • Gemiddeld is er per klas 1 schoolweigeraar. 
  • Schoolweigering komt voor bij kinderen in het basisonderwijs en bij jongeren in het secundair onderwijs.  
  • Het komt ongeveer even vaak voor bij jongens als bij meisjes.  
  • Schoolweigering kan geleidelijk of plots ontstaan 
  • Elk kind kan, los van de leermogelijkheden en thuissituatie, schoolweigering ontwikkelen. Toch zijn er aantal risicofactoren die de kans vergroten.  
    •        Bij de jongere is de overgang naar het secundair onderwijs een kwetsbare periode. Ook de aanwezigheid van leerstoornissen, perfectionisme, faalangst, een psychische problematiek, … kunnen de kwetsbaarheid voor schoolweigering vergroten.  
    •         Op school kunnen een moeilijke relatie met leerkrachten, een negatieve klas- en schoolcultuur (bv. pesten) een rol spelen.  

Wat gebeurt er in het gezin? 

Het lijkt zo vanzelfsprekend dat elk kind naar school gaat. Dat hoort zo. En het is belangrijk voor de ontwikkeling. Niet enkel op vlak van leerstof maar ook voor de ontwikkeling van sociale vaardigheden, zelfredzaamheid, communicatie ….  

Wanneer dit niet lukt, staat iedereen perplex: de school, het gezin, de ruimere familie, de vriendenkring …. 

“Ik bleef hem elke dag door de ochtend loodsen met troostende woorden, peptalk en tonnen geduld. Maar toen hij van de stress overgaf op mijn schoenen, is er echt iets geknapt in mij en heb ik hem thuis gehouden.”  (De mama van de 12-jarige Seppe) 
 
Ouders van schoolweigeraars voelen zich vaak gefrustreerd en machteloos. Ze staan voor een grote uitdaging. De eerste tekenen van moeilijkheden met schoollopen manifesteren zich in de thuissituatie, zoals niet willen opstaan ‘s ochtends, klagen en angstsymptomen. Net in de ochtendspits in het gezin loopt het mis. De stress loopt op en de spanning stijgt.  
 
“Probeer ik haar te motiveren om naar school te gaan, dan ontstaat er crisis en ben ik een tiran in haar ogen. Wanneer ik haar met rust laat, gebeurt er helemaal niets.  Wat ik ook doe, het is nooit goed.”  (De papa van de 16-jarige Lisa) 
 
De ouders worden geconfronteerd met de het lijden en onvermogen van hun kind en vinden er vaak geen antwoord op.  
 
“Het ergste dat mijn papa deed was mij in de auto sleuren.  Hij heeft me in mijn pyjama afgezet op de parking van school.  Dat was echt niet te doen.”  (Mauro, 11 jaar) 
 
In het begin proberen ouders dikwijls hun kind te dwingen naar school te gaan. Of ze gebruiken straffen en beloningen. Dit brengt heel vaak geen zoden aan de dijk. De emotionele ontreddering wordt er niet minder door, integendeel.  

Na verloop van tijd berusten ouders soms in de situatie. Ze zijn moegestreden. En ze willen hun kind, dat afziet, niet nóg meer belasten. Ze laten niet enkel de verwachtingen rond school los, maar stellen nog weinig grenzen en verwachtingen. Dit is een heel normale reflex. Toch is het belangrijk te weten dat je als ouder én kan zorgen voor je kind, én tegelijk grenzen en verwachtingen kan stellen.  
 
“Ik durf thuis niets meer te vertellen over school als mijn zus het hoort. Dan begint ze te huilen en wordt het een drama. Het draait ook allemaal om haar bij mijn ouders. Ik ben dat een beetje beu.” (De zus van de 13-jarige Ona) 
 
Naast de onmacht, kan er conflict ontstaan tussen de ouders over de aanpak van het probleem. Er zijn, zeker in het begin, vaak spanningen tussen ouders en kind rond school. Ook de andere kinderen in het gezin kunnen lijden onder de situatie. De uitzonderingspositie van de schoolweigeraar kan voor jaloezie en ruzie tussen broers en zussen zorgen. 
 
“Bij mij zou die aanstellerij niet pakken.”  
“Zet gewoon de vijs erop.”  
“Je verwent te veel.” 

 
Er is vaak onbegrip vanuit de omgeving.  Heel wat ouders van schoolweigeraars krijgen kritiek maar ook goedbedoelde adviezen van buren, vrienden, familie. Dit kan het gezin nog meer onder druk zetten en verhoogt de spanningen.  
 
Wanneer een kind niet naar school gaat, is de impact groot. Voor iedereen. Hulp is nodig. Maar wat kan je als ouder zelf doen?  

Concrete handvatten, tips en adviezen 

  • Je bent niet alleen in deze situatie. Weet dat er nog ouders zijn met kinderen die niet naar school gaan. 
  • Dwingend optreden helpt niet om je kind op school te krijgen.  
  • Praat erover met mensen (familie, vrienden).  
  • Luister naar je kind, toon begrip voor het lijden.  
  • Het is niet vreemd wanneer je kind niet (goed) kan benoemen waarom schoollopen niet lukt.  
  • Toon begrip wanneer jouw kind vertelt wat er niet goed lukt op school. Pestervaringen, gevoel van te weinig sociale aansluiting, faalangst, schrik voor leerkrachten, angst voor de gebouwen, gevoel van onbehagen op school, het veilige gevoel thuis moeilijk kunnen loslaten, angst voor het openbaar vervoer ... Minimaliseer het niet, neem het serieus.  
  • Wees positief over elke poging die je kind doet om naar school te gaan of met schoolse zaken bezig te zijn, ook al lukt het niet. ‘Je hebt het goed geprobeerd’.  
  • Blijf verwachtingen stellen, blijf je kind uitnodigen om deel te nemen aan de gezinsactiviteiten.  
  • Activeer je kind zoveel mogelijk. Het is niet belangrijk wat het is, bezig zijn primeert, hoe vanzelfsprekend de activiteit ook mag lijken 
    • → Vraag je kind kleine huishoudelijke zaken te doen (vaatwasser legen en vullen, eens stofzuigen, wandelen met de hond, de kat eten geven,  …).  
    • → Ook leuke dingen mogen nog. Het is niet omdat je kind niet naar school gaat, dat fijne activiteiten niet meer kunnen.  
    • → Toon je appreciatie bij elke activiteit die je kind doet.  
  • Blijf grenzen stellen. Maak afspraken over GSM-gebruik, televisie kijken, gamen, eten, slapen, hygiëne. 
  • Neem contact op met de school en het CLB. Vraag hen om samen naar hulp te zoeken. Betrek je kind hierbij.    

 

Nele van Driessche is klinisch psycholoog en werkt op De Kaap, dienst kinder- en jeugdpsychiatrie van Karus. Ze werkt met jongeren met schoolweigering. Ze schreef samen met psycholoog Gino Ameye (zorgmanager in Karus) en pedagoge Griet De Nys (lector en studiebegeleider bij Hogent) een boek over schoolweigering: Schoolweigering. Als schoollopen niet meer lukt.