tienerjongen zit met handen in het haar

Faalangst: wat is het en hoe werkt het?

24/11/2022
Mamabaas
Door Mamabaas

Huiswerk, studeren, hobby's uitoefenen … het verloopt jammer genoeg niet altijd optimaal. Soms heeft dat te maken met het feit dat je tiener weinig effectieve strategieën gebruikt. Maar het kan ook te maken hebben met bepaalde negatieve gedachten of gevoelens die de kop opsteken. Het gevolg: blokkeren in een situatie waarin je moet presteren (een toets, examen, presentatie, wedstrijd ...).

Iedereen heeft weleens last (gehad) van stress of angst. Met een juiste dosis stress blijf je alert of werk je efficiënter. Soms wordt die stress zo hoog of houdt ze zo lang aan dat je lichaam er onvoldoende van kan herstellen. Daardoor stijgt de kans dat je slechter slaapt, je moeilijker kan concentreren of te maken krijgt met een black-out.

Verschillende vormen van faalangst

In bepaalde situaties kan die angst echt een eigen leven gaan leiden. De gedachte dat je gaat mislukken leidt er dan toe dat je helemaal niet helder meer kunt nadenken of dat je zelfs niet meer probeert om de taak tot een goed einde te brengen.

Vaak is het niet enkel de prestatie op zich, maar vooral de angst voor een negatieve reactie die je faalangst uitlokt. Wat zullen ouders of vrienden van je denken als je mislukt?

Er bestaan verschillende vormen van faalangst. Afhankelijk van de situatie spreken we over cognitieve, sociale of motorische faalangst. De verschillende vormen van faalangst kunnen afzonderlijk of gelijktijdig voorkomen.

  • Bij cognitieve faalangst heb je angst om slechte leer- en denkprestaties neer te zetten en een negatieve beoordeling te krijgen (bijvoorbeeld bij een toets of examen).
  • Bij sociale faalangst ben je bang voor een negatief oordeel of een afwijzing van mensen die belangrijk voor je zijn (vrienden, familie, leerkrachten …) of van de groep (je klas, team …) waartoe je wilt behoren. Op een zo’n moment blokkeren je sociale vaardigheden (bijvoorbeeld spreken voor de klas, uitleg vragen aan de leerkracht …), waardoor je kans verkleint om aanvaard te worden in de groep.
  • Bij motorische faalangst ben je bang om fouten te maken bij het uitvoeren van lichamelijke handelingen en om negatieve beoordelingen te krijgen (tijdens de turnles, een praktijkoefening … ). Daardoor blokkeren je motorische vaardigheden.

Faalangst bestaat uit twee componenten.

  1. Enerzijds zijn er allerlei negatieve gevoelens (spanning, zenuwen ....) en lichamelijke verschijnselen (verhoogde hartslag, zweten, trillende stem …).
  2. Anderzijds zijn er de negatieve gedachten. Je denkt dat je slecht zal presteren en je vreest dat anderen bijgevolg negatief over jou zullen denken.

Wat doet faalangst met je?

De gevolgen van faalangst kunnen zich op verschillende vlakken manifesteren. Doordat je slechter presteert op toetsen kan dat leiden tot demotivatie en het ontwijken van die prestatiesituaties (bijvoorbeeld niet afleggen van examens of stoppen met een opleiding).

Er kunnen ook lichamelijke klachten optreden, zoals een ontregelde spijsvertering of slapeloosheid. Op lange termijn kan faalangst aanleiding geven tot een depressie.

Faalangst kan veranderen in de loop van de tijd of naargelang de omstandigheden. Hoewel het moeilijk is om faalangst helemaal weg te nemen, is het mogelijk om de impact ervan te beperken en ermee te leren omgaan.

Hoe herken je faalangst?

Hoewel faalangst zich op verschillende manieren kan manifesteren, keren bepaalde gedachten, gevoelens en gedragingen vaak terug. Waaraan herken je faalangst zoal?

Wat denkt iemand met faalangst/piekergedrag?

  • Negatieve gedachten overheersen door de vrees om te mislukken. Je denkt vanuit een negatief zelfbeeld. Je voelt je onzeker en hebt weinig zelfvertrouwen.
  • Je vindt jezelf nooit goed genoeg en je twijfelt aan je kennis.Anderen hebben volgens jou vaak veel meer capaciteiten.
  • Voor een toets of een examen flitst er maar 1 idee door je hoofd: ‘Ik moet hier presteren!’ Dat heet tunneldenken.
  • Onbekende en nieuwe situaties bezorgen je stress. Je hebt nood aan houvast en voorspelbaarheid. Het maakt je angstig als je niet weet wat je te wachten staat, zoals een onverwachte toets.
  • Er moet een duidelijke structuur in de leerstof zitten en ze moet in kleine stapjes worden aangeboden. Voor de aanvang van toetsen of examens is het belangrijk dat je concreet weet wat er van jou verwacht wordt.
  • Je bent gevoelig voor de kritiek van anderen. De angst om niet te voldoen aan de verwachtingen, leidt ertoe dat je minder goed presteert.
  • Je denkt vaak dat je de enige bent met faalangst. Zelfs als er nog klasgenoten zijn met dit probleem, merk je dat niet op omdat je zodanig op jezelf bent gericht. Je bent er ook van overtuigd dat anderen je niet zouden begrijpen. Daarom probeer je je angst ook zo veel mogelijk te verbergen.

Wat voelt iemand met faalangst/piekergedrag?

Faalangst veroorzaakt heel wat lichamelijke ongemakken (hartkloppingen, hoofdpijn, buikpijn, misselijkheid, spierpijn, slapeloosheid …). Als de prestatiesituatie eenmaal achter de rug is, verdwijnen de lichamelijke reacties weer.

Wat doet iemand met faalangst/piekergedrag?

  • Je past meestal een vertrouwde studiemethode toe, omdat je onzeker bent om bij te sturen of een andere aanpak uit te proberen.
  • Je leert vaak alles zo letterlijk mogelijk uit het hoofd, zodat je het achteraf zo kunt reproduceren.
  • Je let enkel nog op wat je fout doet. Voor de positieve dingen heb je geen oog meer.
  • Je zoekt manieren om de negatieve reacties van anderen op je mislukking te vermijden. Je neemt niet deel aan een toets of je stelt het studeren voortdurend uit.
  • Je kunt moeilijk inschatten of je een opdracht al dan niet tot een goed einde hebt gebracht. Je hebt nood aan positieve bevestiging van anderen om je onzekerheid weg te nemen.
  • Je schrijft mislukkingen toe aan jezelf. Je bent ervan overtuigd dat je niets aan de situatie kunt veranderen. Daardoor ga je doemdenken. (‘Bij mij lukt dat toch niet’ of ‘Ik ben daarvoor niet slim genoeg.’)
  • Goede resultaten schrijf je toe aan externe factoren. (‘Ik heb gewoon geluk gehad’ of ‘Het was een eenvoudige toets.’) • Hoewel je niet altijd slechte resultaten haalt, presteer je door je faalangst onder je werkelijke kunnen.

Actieve en passieve faalangst

Op faalangst kan je op verschillende manieren reageren. We maken daarbij vaak een onderscheid tussen actieve en passieve faalangst.

Hoe herken je actieve faalangst?

Wanneer je actieve faalangst hebt, ben je vaak heel gemotiveerd om te slagen en werk je keihard om de kans op mislukking te minimaliseren. Daarbij studeer je vaak vele uren per dag en gun je jezelf nauwelijks een pauze (schuldgevoel). Ook je nachtrust, ontspanning en sociale contacten moeten erbij inboeten.

Je wil fouten vermijden en je legt de lat erg hoog voor jezelf. Alles moet perfect zijn. Omdat je zo gefocust bent op het feit dat je alles perfect moet kunnen, heb je soms moeite om je te concentreren.

Het is zeker mogelijk dat je goede resultaten haalt, maar op lange termijn houdt deze werkwijze risico’s in. Je negatieve denkstijl houdt negatieve ervaringen in stand. De kans is groot dat je oververmoeid raakt. Dat verhoogt de kans op een paniekaanval of black-out.

Hoe herken je passieve faalangst?

Hoewel je met passieve faalangst ook graag wil slagen, heb je het moeilijker om concreet te beginnen studeren. Je aandacht verschuift vaak snel naar piekergedachten. Je bent vooral bang om te mislukken.

Je probeert jezelf vaak af te leiden via andere activiteiten (tv-kijken, uitgaan, gamen ...). Hierdoor ervaar je minder spanning. Alle activiteiten zijn goed om niet met studeren bezig te zijn. Voor de omgeving kom je vaak als lui of weinig gemotiveerd over.

Vaak probeer je op het laatste moment nog te redden wat er te redden valt. Moeilijke leerstof sla je geregeld over, omdat die je confronteert met je falen. Dikwijls presteer je onder je niveau.

Hoe werkt faalangst?

Als je met faalangst te maken hebt, is het moeilijk om dat negatieve gevoel te doorbreken. Faalangst houdt zichzelf vaak via een vicieuze cirkel in stand. De meeste psychologen zijn het erover eens dat faalangst ontstaat als gevolg van een leerproces.

vicieuze cirkel faalangst

Negatieve ervaringen van vroeger doen de angst voor een negatieve beoordeling toenemen. Hoe werkt dat precies?

  • Je bevindt je in een situatie waarin je moet presteren (een toets, een examen). 
  • Je beoordeelt de situatie en schat ze negatief in. (‘Het is te moeilijk. Ik zal het niet kunnen!’).
  • Door die negatieve gedachten raak je gespannen en word je bang. (‘Help, ik weet niets meer!’).
  • Die angst uit zich in lichamelijke klachten, zoals klamme handen, een bonzende hartslag of zweet op je voorhoofd.
  • Al die factoren beïnvloeden je gedrag. Je denkvermogen daalt en je kan je niet meer concentreren. Je krijgt een black-out of je geeft op.
  • Die mislukking ontmoedigt je en bevestigt je oorspronkelijke overtuiging en angst.
  • De volgende keer begin je vooraf nog meer te piekeren omdat je er nog sterker van overtuigd bent dat je zal falen. Hierdoor raak je nog meer gespannen, krijg je nog meer lichamelijke klachten en blokkeer je helemaal. Je raakt vast in een negatieve vicieuze cirkel.

 

Uit het boek ‘Leren. Hoe? Zo!’ van Tommy Opgenhaffen.

Bestsellers

ongefilterd moederschap lorentia veppi

Ongefilterd moederschap

€ 19.99
mok legendaddy

Koffiemok | legendaddy

€ 16.95
to do hero gezinsplanner

To Do Hero: Gezinsplanner

€ 18.99

Meilleures ventes