Onlangs hoor ik onze puber-pleegzoon tegen een vriend zeggen: ‘Liesbeth en Dirk zijn streng, maar ik mag veel.’ Dit klinkt voor mij als een contradictie. Onze pleegzoon is een goede analysator dus er moet een grote grond van waarheid in zitten. Zelf moet ik er over nadenken. Wat bedoelt hij hiermee?
Bij ons zijn er beperkingen:
Op PlayStationtijd
Op smartphone gebruik
Op frisdrank drinken
Op chocola eten
Op chips verpulveren
Op vlees verorberen
Hij moet:
De was ophangen
De sokken plooien
De vaatwasser vullen en uitladen
De kookpotten afdrogen
De mat stofzuigen
Zijn boekenplanken afstoffen met water
Zijn kamer kuisen op vrijdag
De trap meenemen
Helpen koken in het weekend
De tafel dekken
Melk gaan halen bij de boer
Boodschappen doen samen met mij of Dirk
Zijn fiets in het fietsenhok zetten
Deze waslijst afwerken loopt niet van een leien dakje. Het is volgens onze pleegzoon altijd te veel, nu niet, straks, misschien. Het is puffen, blazen, zweten en zuchten.
Hij mag:
Groenten eten met bergen
Melk drinken met sloten
Met de trein naar Brussel
Gaan zwemmen met vrienden
Langer blijven napraten op de voetbaltraining
Naar de kermis
Logeren bij een vriend
Zijn vrienden bij ons thuis uitnodigen
Op een ladder klimmen
Vies en vuil thuis komen
Van het dak van het fietsenhok springen
Kwaad zijn
Verdriet tonen
Enthousiast zijn
De lijst met moetens en beperkingen is langer dan de lijst met wat hij wél mag doen. Maar de balans van onze analytische pleegzoon is degene die telt: We zijn streng maar hij mag veel. Nu ik er over nadenk zie ik de contradictie niet meer. Jij wel?
Liesbeth Vervecken schreef al eerder over het boeiende leven van haar gezin met de puber-pleegzoon. Meer lezen? Ontdek haar boek 'Een puber-pleegzoon'.