tieners vrienden

Mee met je tiener en zijn taaltje: 30 woorden en uitdrukkingen die je tiener misschien ook gebruikt

2/06/2023

‘Wat een noob!’ ‘Doe niet zo skeer!’ ‘Bruh!’ Soms zou je je afvragen of je tiener eigenlijk wel dezelfde taal spreekt als jijzelf, want bij bepaalde uitdrukkingen zou je wel een verklarend woordenboek kunnen gebruiken. We vroegen naar de woorden die jullie tieners het meest gebruiken, mét hun betekenis, en delen die graag. Kwestie dat je je weer een beetje mee bent ;-). 

  1. Ik heb fix = ik heb ‘touch’, iemand heeft interesse in me
  2. Tsjappen / chappen = eten 
  3. Big brain = slimmerik 
  4. Ziek = cool 
  5. Vet = cool, geweldig 
  6. Kaulo = heel erg, heel veel
  7. Tanto / tantoe / tantu = veel, enorm 
  8. Random = zomaar een …, één of andere, willekeurige 
  9. Je capt = je liegt / No cap = Echt waar, niet gelogen 
  10. Niet biggy doen = niet stoer doen 
  11. Bunda = achterwerk 
  12. Patas / pattas = sneakers 
  13. Noob = beginneling / nobody / sukkel 
  14. Viben = het is tof  
  15. Cringe = beschamend  
  16. Flexen / flex hebben = relaxen / chillen 
  17. Doekoe = geld 
  18. Loesou = weggaan 
  19. Bro / Bruh / Bradda = broeder (vriend)
  20. Skeer = vreemd, raar 
  21. Boeieuh = Dat interesseert me niet 
  22. Dat zuigt = dat is niet leuk 
  23. Gerro = sigaret 
  24. Doggo = hond 
  25. Slay = cool 
  26. Ainaaaa = Nee, dat kan niet! 
  27. Skippen = negeren, niet meteen reageren 
  28. Panji = zat 
  29. Drip = outfit 
  30. Lekkhuih = zalig