Er zijn een aantal aspecten die zo eigen zijn aan je huis, dat ze ervoor zorgen dat het aanvoelt als je thuis. Blijkt dat er nogal wat zaken universeel zijn als er ook tieners in dat huis wonen ;-). Zoals deze:
Mijn thuis is waar …
… de rommel van mijn tieners ligt
… alle lichten blijven branden
… ik pas plaats op de sofa heb als de tieners in bed liggen
… de wasmand nooit leeg is
… ik de zaag ben
… het geluid van 12 schermen tegelijk weerklinkt
… de vuile vaat op het aanrecht blijft staan (ook al is dat net bóven de vaatwasser)
… ik enkel een lege verpakking vind in de koekjeskast
… ik mijn favoriete koekjes moet verstoppen
… je over sneaker struikelt (of over rugzakken, jassen …)
… de vuile was naar de wasmand wordt gebracht als alles net gewassen is
… de brooddozen pas na enkele dagen uit de boekentassen worden gehaald
… de gsm-laders telkens weer pootjes krijgen
… de tieners selectief doof zijn
… je als het mee zit het volle kwartier kan genieten van een opgeruimd/gepoetst huis
… de badkamer nooit vrij is
… de jassen allergisch zijn aan de kapstok
… de wasmachine nooit vakantie heeft
… het dopje van de tandpasta altijd vermist is
… de mand met propere was op de trap door iedereen genegeerd wordt
… niet iedereen de doorspoelknop van het toilet weet te vinden
… de handdoeken erdoor vliegen aan een razendsnel tempo
… de eerste vraag élke dag opnieuw luidt: 'Wat gaan we eten?'
… de broodzak altijd blijft openstaan
… de lege rol wc-papier blijft hangen
… de koelkast altijd leeg is, ook al heb je nét boodschappen gedaan (#altijdhonger)
… ‘ik heb geen huiswerk’ hetzelfde betekent als ‘ik heb volgende week drie toetsen’
… mijn favoriete trui ergens in de kamer van mijn tiener ligt