Op een dag zullen onze tieners beseffen dat we er altijd voor hen waren
Ik vertel hier nu het verhaal van mijn broer, omdat dat nu eenmaal is wat grote zussen doen, maar ook omdat ik denk dat het wat perspectief kan bieden aan ouders die op dit moment middenin de woelige tienerjaren van hun kinderen zitten.
Ik kan nog over heel wat andere incidenten vertellen. Zoals die keer dat hij het huis uitsloop om stiekem naar zijn vriendinnetje te gaan. Of die keer dat hij een bromfiets kocht met zijn spaargeld. Mijn ouders hadden hem uitdrukkelijk gezegd géén bromfiets te kopen. Dus toen hij er tóch de oprit mee op kwam scheuren, besloten mijn zus en ik dat het een perfect moment was om te gaan shoppen en haastten we ons weg.
Mijn broer was daarnaast ook een slimme student. Hij kon ons gemakkelijk verslaan op heel wat tests – maar hij geraakte er met de hakken over de sloot door voor alle vakken waar hij geen interesse in had (en dat waren er veel).
Mijn ouders hielden al die jaren van hem. Naar eigen zeggen wisten ze niet wat ze deden, ze moesten alles al doende leren. Ze moesten hoop koesteren en opvoeden voor de dag waarvan ze niet met zekerheid wisten dat die ooit zou komen.
Dat is wat we doen als ouders. We hebben vandaag lief voor een toekomst waarvan we hopen dat we die op een dag samen met onze kinderen mogen beleven.
Dat betekent niet dat we geen grenzen stellen. Het betekent niet dat we wegkijken als onze kinderen ons respectloos behandelen. Het betekent niet dat onze kinderen die nog steeds afhankelijk van ons zijn niet verondersteld worden om te voldoen aan bepaalde verwachtingen. En het betekent niet dat we onze kinderen niet verantwoordelijk houden voor fouten, slechte beslissingen of regelrechte ongehoorzaamheid. Het betekent niet dat ze niet moeten leven met de gevolgen van hun acties.
Het betekent wel dat we hoop blijven koesteren – zelfs wanneer de werkelijkheid ons het idee geeft dat die hoop belachelijk is. Het betekent dat we soms de harde en moeilijke dingen zeggen die moeten gezegd worden. Maar ook dat we andere keren op onze tong bijten en dat we geen kwetsende dingen zeggen die níet moeten gezegd worden.
Het betekent dat we het verschil zien tussen de strijd die moet gestreden worden en elke mogelijke strijd die zou kunnen gestreden worden. Het betekent dat we manieren vinden om aan onze tieners te laten weten: “Ik hou niet altijd van wat je doet. Maar ik hou altijd van jou.”
Na zijn tumultueuze tienerjaren schreef mijn broer een brief aan mijn ouders. “Bedankt dat jullie nooit de moed hebben opgegeven.”
De luie leerling werd een student Burgerlijk Ingenieur die het vervelend vond als hij geen onderscheiding behaalde. En daarna ging hij vol passie aan de slag.
Maar veel belangrijker: de rebelse tiener werd volwassen. Hij besefte wat zijn ouders allemaal voor hem hadden gedaan. Hij werd een liefhebbende en toegewijde vader. En hij is van plan om aan zijn kinderen te vertellen: “Doe niet wat ik heb gedaan.”
Om nog even terug te komen op die bromfiets, daar heeft hij meerdere jaren mee rondgereden, tot de avond waarop de telefoon ging op een tijdstip waarop geen enkele ouder een telefoontje wil krijgen. Mijn moeder kreeg toen te horen: “Ik heb je zoon gevonden.” Gelukkig gevolgd door de woorden: “Hij is in leven.”
Mijn vader sleepte de bromfiets naar huis, en mijn broer heeft er nooit meer op gereden. Mijn moeder bracht mijn broer naar huis en zorgde voor hem. Het ontging mijn broer niet dat mijn ouders nog steeds van hem hielden en dat ze voor hem zorgden, ook al waren zijn verwondingen het gevolg van exact te doen wat ze hem hadden afgeraden.
Over de hele wereld zijn er volwassenen die weten dat hun ouders achter hen stonden toen ze tieners waren. Er zijn volwassen kinderen die succesvol zijn omdat hun ouders in hen geloofden, zelfs toen ze faalden. Mijn tieners en de jouwe kunnen op een dag bij die mensen behoren.
En daarom moeten we onze tieners tijdens en door moeilijke tijden liefhebben en moeten we hoop blijven koesteren. We zijn de verhalen met onze kinderen nog volop aan het schrijven. En we kunnen de volgende regel toevoegen aan dat verhaal: ‘Mijn ouders hebben nooit de moed opgegeven.’
Vrij naar ‘Your Teen for Parents’