flesje

Post Partum Perikelen - De zoektocht naar de juiste flesvoeding

29/01/2024

Nadat een mama de moeilijke keuze heeft moeten maken tussen borstvoeding en flesvoeding, denk je dat de eerste horde genomen is. Denk je. Want voor flesvoeding gaan, blijkt ook niet echt simpel te zijn …

Laten we eerst beginnen met de voordelen van flesvoeding :

  • Zowel jij als je partner kan je baby’tje eten geven;
  • Je moet jezelf als mama niet langer martelen om je kleintje eten te kunnen geven (indien de borstvoeding net zoals bij mij een ramp en een vrij pijnlijke zaak was);
  • Je weet perfect hoeveel pap je gegeven hebt;
  • Er is ontzettend veel keuze.

Wat ons naadloos brengt bij één van de nadelen. Er. Is. Ontzettend. Veel. Keuze.

Raad van de vroedvrouw

In het ziekenhuis begonnen we met een neutrale, standaard flesvoeding. Die leek L. wel te lusten. We waren ook op de hoogte dat baby’s helaas in het begin krampjes konden hebben, dus dat zouden we in het oog houden. Na zijn eerste zes dagen was er terug een lastige nacht sinds de overstap van borstvoeding naar flesvoeding en sliepen we niet. L. huilde en huilde, en T. was tot vijf uur ‘s ochtends in de weer om hem te troosten. 

De dag erop stuurde onze vroedvrouw aan huis (een echte aanrader, trouwens!) een berichtje om te vragen hoe het met de stuwing was. Een kans die ik meteen greep om haar raad te vragen. Ik vertelde haar dat meneertje stoelgangsproblemen had en boertjes tijdens en na het eten niet lukten. L. leek alleen maar te willen drinken. Voortdurend was hij opgefokt, hongerig en dronk hij heel gulzig. Waarop onze lieve vroedvrouw vroeg of hij wel voldoende dronk. Bij moeilijke stoelgang kan het namelijk zijn dat de baby te weinig drinkt. 

We mochten hem bijgevolg al per fles een wat grotere portie geven, maar dan moesten we wel een speentje op het flesje zetten dat de melk traag doorliet zodat hij zich niet ging overeten. Waarop ik dan het volgende repliceerde. “Nee, maar dat is misschien onze schuld. Omdat hij zo schrokt, trekken we gemiddeld toch 2 à 3 keer per voeding het flesje uit zijn mond (hij wringt dan tegen). We proberen hem een boertje te laten doen, en pas dan geven we verder eten. Vaak is hij dan al uitgeteld en zitten we dus met restjes eten. Dus we vermoeien hem te veel misschien waardoor hij hongerig in slaap valt? Groetjes, Eline”
(Zie je hoe ik hier al de schuld naar onszelf trek?)

Die avond was het terug beter. En de dag erop overdag ook. Tot de nacht weer aanbrak. En L. weer last had. En onrustig was. En dus niemand in huis echt kon slapen. Dat werd weer kilometertjes rondstappen in de living. Tot hij in de namiddag van de volgende dag een kakapampertje produceerde en daarna een pak rustiger werd. 

Oef, dachten T. en ik opgelucht. Er zal iets vast hebben gezeten. We zijn weer vertrokken! Tot de volgende crisis, twee nachten later, die nu niet met stoelgang te maken had. Ongerust vroegen we de ochtend erop aan onze vroedvrouw of er iets mis was. Toen werd de eerste keer het vreselijke woord ‘reflux’ in de mond genomen. Best eens naar de kinderarts gaan, drukte ze ons op het hart.

Slapper luchtpijpje

T. trok twee dagen later (we hadden geluk) met onze kleine L. naar de kinderarts in het ziekenhuis waar hij geboren was. Vanwege corona mocht ik niet mee (maximaal één ouder kon mee), en moest ik volgen via FaceTime. De kinderarts zag op dat moment een tevreden, gezonde en relaxte baby. Typisch.

L. was voortdurend opgefokt, en nu lag hij heerlijk te slapen in zijn relax. De kinderarts merkte op dat L. wel een slapper luchtpijpje had (wat ik al niet graag hoorde, wetende wat er met mijn jongste broer gebeurd was). Dat slappere luchtpijpje verklaarde al wel de piepende ademhaling waarvan ik de stuipen op het lijf kreeg. Reflux was mogelijk, zei de arts, maar momenteel was er niet echt een indicatie. Wel raadde ze aan om eens andere babyvoeding te proberen. Waarop we startten met een pap die alvast de krampjes zou tegengaan.

Krijsconcert

Wanneer je van flesvoeding wisselt, moet je deze minstens twee weken proberen om een verschil te kunnen opmerken. Maar geloof me, twee weken duren zéér lang als het niet de geschikte voeding blijkt te zijn en je baby dit tijdens die weken huilend, krijsend en hysterisch probeert duidelijk te maken.

De switch bood helaas geen soelaas. De hele dag door protte onze baby erop los en hikte hij voortdurend (een teken van reflux, weten we nu). Wanneer er dan toch eens een boertje uitkwam, klonk het net alsof een gootsteen borrelend aan het doorlopen was. Allesbehalve gezond en geruststellend dus.

Naast de pap kochten we speciale antikoliek papflesjes en speentjes met het laagst mogelijke cijfer (dus speentjes die pap het traagst laten doorlopen). Volgens de richtlijnen moet een baby’tje een 15- tot 20-tal minuten over een flesje doen, maar die van ons slokte alles op binnen de 7 à 10 minuten. Veel te snel dus. Met als gevolg dat we het flesje uit L.’s mondje trokken als hij te gulzig dronk, wat L. absoluut niet waardeerde. Telkens werden we op een krijsconcert getrakteerd, en hij vertikte het regelmatig om nog verder te eten. Wat we dan ook sussend probeerden, de lipjes van dat kleine mondje werden stevig op elkaar geperst en zijn hoofdje draaide weg van de heraangeboden fles. En zijn weigering tot eten betekende dan weer dat hij een uur later weer zou vergaan van de honger en ons dit zeer luidruchtig zou laten weten.

Stress van de fles

Wist je dat baby’s op het ene moment nog perfect gelukkig kunnen zijn en een seconde later beslissen dat ze eigenlijk vre-se-lijk afzien? Nee? Ik ook niet. Tot ik L. kreeg. Naast de zoektocht naar de geschikte pap, kreeg ik ook soms ontzettende stress van het flesje te bereiden. Je moet weten dat je als kersverse ouder omvalt van de slaap, je reflexenzijn nul en in ons geval liepen we voortdurend op de toppen van onze tenen, doodsbang van een oorverdovende huilbui die elk moment kon losbarsten.

Het is gebeurd dat ik onze kleine man even rustig vasthield (allee ja, “rustig” - vaak waren we hem aan het sussen en aan het troosten voor al zijn ongemakjes die hem de hele dag teisterden, hem onrustig hielden en hem lieten morren), en het kind één seconde los in mijn oren begon te gillen. Afgrijselijk.

Dan was het zaak om zo snel mogelijk het flesje te maken. Vaak waren T. en ik dan al zo zenuwachtig (stop met huilen, alsjeblieft, stop alsjeblieft…) dat we fouten maakten. Aangezien L. zijn flesje liever warm dronk, moesten we eerst het water opwarmen en dan pas het poeder erin doen. Het is echter ietwat te vaak gebeurd in het begin dat we het water in het flesje goten en er meteen al een schepje poedermelk in gooiden zonder het water éérst op te warmen. Wat ons een wanhopige ‘neeeeeeeeeee’ of ‘fuuuuuuuuck’ ontlokte en we opnieuw moesten beginnen. En we daarbovenop een extra flesje om af te wassen hadden. Joepie.

Explosies in de pamper

Maar goed, onze zoektocht dus. De tweede pap bleek het toch ook niet te zijn. Het werden twee helse weken met weinig slaap, maar véél tranen. En nee, niet alleen van de baby. Lieve kleine L. bleef worstelen met ongemak, waardoor hij ook amper tot niet sliep overdag. Als hij al een kwartiertje sliep, was het al veel. Langer duurde het niet. Dat buikje pruttelde, zijn gezichtje vertrok tijdens het slapen van de pijn, zijn armpjes maaiden in het rond, de beentjes strekten zich… Het was afschuwelijk om te zien. Dat onschuldige hummeltje zag af, en ik voelde me ontzettend machteloos.

Eén ochtend, na een week waarin L. al een week geen stoelgangspampertje had gemaakt, werden T. en ik ruw uit onze slaap gehaald. Uit de co-sleeper naast ons klonk vanuit het niets ijselijk gegil. Verschrikt nam ik L. in mijn armen en voelde ik hem wild stampen. Hij huilde echt van de pijn. Je hoorde het duidelijk. Mijn hart bloedde. En plots was er een explosie in zijn pamper. Het deed pijn, maar na de explosie minderde het gillen. T. en ik haastten ons om hem proper te maken (het hing haast tot in zijn nek en zag er allesbehalve gezond uit), en die dag was meneertje veel kalmer. Tot hij weer enkele dagen verstopt was en de volgende pijnlijke explosie zich aandiende. Terug naar de kinderarts dus.

Kreeftenpap

L. is midden in de zomer geboren, en een hittegolf zorgde voor extra “plezier”. Slapen werd nog moeilijker, en L. kreeg ook last van uitslag. Was het uitslag van de hitte? Of was er koemelkallergie in het spel? Wie zal het zeggen? Alles liep zo faliekant mis dat T. en ik niet meer konden volgen met wat er rond ons allemaal speelde.

Weer bij de kinderarts (die we vaker zagen dan sommige familieleden tijdens de coronaperiode), werd ons een antikoemelkallergiepap aangeprezen. Die was ook ineens goed tegen reflux. Helaas ook met een stevig prijskaartje ;-). De arts liet ons echter weten de twee weken met de huidige pap toch nog uit te doen alvorens weer om te schakelen naar een andere pap. Dus luisterden we braaf.

T. grapte tijdens die laatste dagen proberen soms bij onze kleine man. Wanneer L. ongelukkig huilde, hikte, gorgelend boerde, melk teruggaf en erop los protte door de melk die hij totaal niet kon verdragen (dat besef kwam ook maar pas achteraf - je weet echt niks als kersverse ouder), suste T. hem liefdevol. ‘Lust je deze pap niet? Nee? Heb je liever kreeftenpap? Moeten mama en papa dure pap voor je kopen?’ vroeg hij dan zachtjes terwijl hij onze kleine man knuffelde en probeerde te troosten. 

Ondanks de zware kopzorgen, moest ik altijd wel lachen met T.’s zelfbedachte term. Want de pap die we gingen kopen (en tot op vandaag nog stééds aan L. geven), is echt wel pokkeduur. Voor één blikje betaal je de prijs voor twee grote potten gewonere pap (die dubbel zoveel poeder bevatten). Toen ik intern in het ziekenhuis van job veranderde en ik meer ging verdienen, weet ik nog dat ik toen berekende hoeveel extra potten poedermelk ik daarmee per maand kon kopen. Ja… alles draaide om onze baby ;-)

Huilmarathon

De twee weken waren bijna om. Het was vrijdag en maandag konden we eventueel met die specialere pap beginnen. En of we dat gingen doen!

Alsof L. vond dat het bij ons nog niet genoeg doorgedrongen was, hebben we het hele weekend nog van een huilmarathon mogen genieten. Vrijdagavond begon het hartverscheurende huilen weer. En het duurde tot zondagavond. Nee, dit is geen grap. Ik denk dat T. en ik over het hele weekend drie uur hebben geslapen.

Het hele weekend was opgedeeld in shiften. Elkaar aflossen met troosten, voeden, even de kamer uitlopen (ook al kon je thuis nergens voor dat vreselijke gehuil vluchten)... We kregen L. niet stil. Hij was zelf doodop, maar we konden hem niet wegleggen zonder dat hij weer wakker schrok en het terug op een kelen zette. Of wanneer hij dan in slaapsukkelde, was er weer een krampje dat hem ruw uit zijn slaap rukte.

T. en ik, allebei uitgeput, besloten om zondagavond de kleine man in de living te laten slapen, met één van ons bij hem, zodat de andere boven toch even kon gaan slapen. En toen T. om 22u30 het licht in de living uitknipte, ging bij L. ook het licht uit. Voor even toch.

Wanhoop in de apotheek

Het helweekend was overtuigend genoeg om maandagochtend voor het openingsuur met de buggy al klaar te staan aan de apotheek. Ik moest en zou met die pap naar huis gaan!!! Toen ik aan de beurt was, was L. nog even vredig aan het slapen. Ik vroeg de apothekeres naar de speciale pap. Oei, dat moest ze even opzoeken L. begon te wroeten. In de computer niets te vinden.

Shit, ik zag zijn oogjes even open gaan. Wacht, ze ging boven bij de voorraad even kijken. Het kleintje begon met zijn hoofdje heen en weer te schudden en te jammeren. Ze was terug, maar ze moest de pap bestellen. Noooooooooooo…. Daar gaan we dan… Het keeltje ging weer luidkeels open. Terwijl ik de buggy zachtjes heen en weer wiegde, plaatste ik half roepend boven het gekrijs uit mijn bestelling.

Eenmaal buiten liepen we direct door naar een andere apotheek. Ik moest die pap VANDAAG nog hebben! Terwijl mensen me scheef bekeken terwijl ik met een krijsende baby rondwandelde, sprong ik een andere apotheek binnen. Ik voelde me wanhopig, als een drugsverslaafde die echt hoogdringend “zijn stuff” nodig had om de dag door te komen. En om in die termen te blijven: in de tweede apotheek kon ik “scoren”!

Met nog steeds een huilende baby in de buggy die ik niet getroost kreeg, snelwandelde ik in ijltempo naar huis. T., die na dat vreselijk weekend zijn eerste (thuis)werkdag terug had na zijn maandje “verlof” met mij (arme schat), “hoorde” ons letterlijk thuiskomen. Ondanks dat hij binnen aan zijn bureau zat, hoorde hij L. al van in de straat krijsend aankomen.

Trots liet ik T. de pap zien. Zou het eindelijk de rust brengen waarnaar we zo verlangden?
 

Bestsellers

ongefilterd moederschap lorentia veppi

Ongefilterd moederschap

€ 19.99
mok legendaddy

Koffiemok | legendaddy

€ 16.95
to do hero gezinsplanner

To Do Hero: Gezinsplanner

€ 18.99

Meilleures ventes