10 tips om je kind meer zelfvertrouwen te geven

1. Geef je kind liefde, aandacht en affectie

Kinderen hebben liefde, aandacht en affectie nodig om zich te kunnen hechten. Een kind dat zeker weet dat het graag wordt gezien, voelt zich verbonden met zijn ouders. Dat geeft een kind het nodige vertrouwen dat de wereld een veilige plek is, en vanuit dat basisvertrouwen kan een kind op ontdekkingsreis gaan.  Dat geldt overigens zowel voor meisjes als voor jongens: koester je kind als een teer wezentje, en je kind zal uitgroeien tot een sterke persoon.

2. Vergelijk je kind niet constant met anderen

Kinderen willen het gevoel hebben dat ze uniek zijn. Als je je kind constant vergelijkt met broertjes, zusjes, klasgenoten of met hoe jijzelf was als kind, dan krijgt hij niet het gevoel dat hij gewaardeerd wordt om wie HIJ is. Kinderen die zich uniek voelen, accepteren dat iedereen anders is, waardoor ze zich eerder als een leider gaan ontpoppen dan als een volgzaam schaap. Zij weten namelijk dat ze niet moeten meehollen met de massa, maar dat ze gewoon zichzelf mogen zijn.

3. Ga verstandig om met kritiek

Het is belangrijk dat je kind weet dat hij niet gelijkstaat aan wat hij doet. Want op die manier weet hij dat hij fouten mag maken zonder dat hij iemand teleurstelt. Dus in plaats van te zeggen “wat ben jij irritant”, zeg je beter “de manier waarop je tegen de tafel schopt is irritant, wil je daarmee ophouden?” Focus dus op de actie, niet op het kind zelf.

Als je kind een constante stroom van kritiek over zich heen krijgt, dan is er weinig ruimte om te groeien. Daarom is het essentieel dat je je kind vaker prijst dan dat je het terechtwijst. Kritiek blijft nu eenmaal langer hangen dan een positieve boodschap. Voor elk punt van kritiek zou je dus eigenlijk minstens zeven complimenten moeten geven … Al moet je natuurlijk ook niet overdrijven.

4. Sta positief in het leven

Als je wil dat je kinderen genieten van het leven, geef dan het goeie voorbeeld. Kinderen die opgroeien in een positieve omgeving, leren blij te zijn met wat ze hebben. Probeer dus zelf te zien hoeveel je hebt om gelukkig over te zijn. Vraag je kind bijvoorbeeld elke avond: “wat was het leukste dat je vandaag hebt gedaan?” en beantwoord ook zélf die vraag.

5. Stimuleer je kind

Geef je kinderen de vrijheid om te ontdekken wat ze willen. Motiveer ze bij hun passies, en laat hen dromen. Ook al lijken die dromen of wensen jou niet haalbaar of heb je zelf andere ideeën, laat je kind zijn hart volgen.

6. Geef het goeie voorbeeld

Leef zelf zoals je wil dat je kinderen leven. Je eigen gedrag is de beste opvoedstrategie, want kinderen kopiëren nu eenmaal het gedrag dat ze zien. Als je bijvoorbeeld wil dat je kinderen leren delen, geef dan zelf het goeie voorbeeld en doe het zelf ook.

7. Geef je kind vrijheid

Om zelfvertrouwen te kunnen ontwikkelen, moet een kind de kans krijgen om zelf in actie te komen. Als een kind nooit iets mag proberen, dan krijgt het de boodschap dat het iets niet kan. Kinderen die bijvoorbeeld alleen op een klimtoestel mogen spelen, vallen minder, stoten zich minder en raken minder snel gewond dan wanneer ze constant in de gaten worden gehouden. Als jij de hele tijd zou horen “Pas op! Zal ik je helpen? Lukt het wel? Moet ik het voor je doen?”, dan  zou je daar waarschijnlijk ook bloednerveus van worden …

Door overdreven voorzichtig te zijn, je angsten op je kind te projecteren, of je kind te afhankelijk van je te maken, maak je er geen sterk, onafhankelijk kind vol zelfvertrouwen van. Kinderen geven het al snel aan “ik wil dat zelf doen”. Geef hen ook de kans om dat te doen: elke geslaagde actie laat het zelfvertrouwen groeien. Bovendien blijken kinderen minder driftbuien te hebben als ze vaak iets mogen proberen. Win-win dus!

8. Laat je kind genieten

Leer je kind dat het niet alleen het resultaat is dat telt. Natuurlijk kan een tekening mooi zijn, maar het is belangrijk dat je kind ook gewoon geniet van het tekenen zelf, zonder altijd op het resultaat te focussen. Het is niet nodig naar perfectie te streven, kinderen moeten kunnen lachen, spelen en gek doen, zonder de constante druk om te streven naar meer en beter.

Als je het leven als een wedstrijd ziet, dan laat je anderen je eigenwaarde bepalen.

9. Leer je kind om niet bang te zijn van het onbekende

Moedig je kind aan om af en toe risico’s te nemen of onbekende paden te bewandelen. Op die manier geef je je kind innerlijke zekerheid: het gevoel dat hij alles aankan. Moedig je kind dus aan om eens een nieuw gerecht te proberen, al is het maar door een hapje te proeven. Plan zijn agenda niet vol met activiteiten, maar laat hem zelf op ontdekking gaan. Laat je kind kennismaken met andere religies of culturen, en laat hem ervaren wat het is om een wereldburger te zijn.

Door je kind te stimuleren nieuwe ervaringen op te doen, ervaart hij dat je steeds andere vaardigheden nodig hebt om iets te bereiken, en dat hij grenzen kan verleggen.