3472fi.jpg

Als de leeuwin in mij de kop opsteekt

29/02/2016

Gisteren kwam mijn 17-maandertje thuis van de crèche met knalrode krassen op haar wang. ‘Ja er heeft een kindje haar gekrabd, maar we hebben het niet gezien’, was de uitleg. Ik besef best goed dat zo'n dingen tussen peuters gebeuren, maar mijn eerste reactie had meer weg van een leeuwin dan van een rationeel denkend mens.

Gisteren kwam mijn 17-maandertje thuis van de crèche met knalrode krassen op haar wang. ‘Ja, er heeft een kindje haar gekrabd, maar we hebben het niet gezien’, was de uitleg. Ik besef best goed dat zo'n dingen tussen peuters gebeuren, maar mijn eerste reactie had meer weg van een leeuwin dan van een rationeel denkend mens.

Na de beet in haar wang, de blauwe vingerafdrukken op haar onderarm en de bulten op haar hoofd was dit voorval de druppel die mijn emmer even deed overlopen. Ooit van een nagelknipper gehoord? Of misschien van een geweldloze opvoeding? Die veroordelende gedachten raasden - gelukkig maar kortstondig - door mijn hoofd.

Ongehoord om andere ouders met de vinger te wijzen

Het is moeilijk, en misschien zelfs ongehoord, om andere ouders met de vinger te wijzen wanneer je onmogelijk kan weten hoe hun gezinssituatie in elkaar zit. Misschien doen ze wel hun uiterste best om het krabben, bijten en slaan af te leren. Of misschien hebben ze geen partner die hulp kan bieden in het gevecht dat nagels knippen bijvoorbeeld kan zijn. En toch blijft het moeilijk om te verteren wanneer jouw grootste schat voor de zoveelste keer gekwetst wordt (door hetzelfde kindje).

Wat mij als mama in zo'n situaties deugd doet, is te horen dat Lena zelf allesbehalve wraakzuchtig is. Geen oog om oog, tand om tand. Meer dan haar stem verheffen om duidelijk te maken dat ze het echt niet oké vindt, blijkt ze voorlopig niet te doen. Waarmee ik zeker niet wil zeggen dat het altijd een engeltje is. Haar pogingen om te strelen hebben bijvoorbeeld soms meer weg van een mep in het gezicht (of op de kat). Maar dat heeft volgens mij eerder met controle te maken dan met doelbewust agressief gedrag. Zeker omdat ze ondertussen met een grote lachebek ‘Aaaaaai’ zegt.

Niemand krijgt graag kritiek te horen

Net als vele anderen vind ook ik dat verzorgers in crèches te veel hooi op hun vork moeten nemen. Amper met twee voor minstens veertien pagadders die vaak chaotisch door de ruimte rennen, knokken voor hetzelfde speelgoedje of pijnlijk op de grond belanden. Hoe moeten zij de tijd vinden om bij conflicten te bemiddelen of te helpen voorkomen dat fysiek geweld wordt ingezet? En wat moeten ze doen wanneer ze opmerken dat het altijd dezelfde kinderen zijn die hun tanden of nagels in andere kinderen zetten? Je moet denk ik al heel sterk in je schoenen staan om ouders te confronteren met het foute gedrag van hun kind(eren). Hoe ze zullen reageren kan je namelijk nooit op voorhand inschatten. En laat ons eerlijk zijn: niemand krijgt graag kritiek te horen, zeker niet over hun nageslacht.

In plaats van te piekeren over het voorval, liet ik een briefje achter in het heen-en-weerboekje met het voorstel ouders op een vriendelijke manier bewuster te maken van de kleine wapens die scherpe nagels kunnen zijn. Wat vaker knippen is de boodschap (hoe moeilijk het soms ook is).