5004fi.jpg

Als je zwanger bent en een eetstoornis hebt: vechten tegen de ‘olifant’

15/11/2017

Ik sukkel sinds mijn 19e met een eetproblematiek. Ik ben er ondertussen 29. We zijn dus 10 jaar verder en de olifant (de stem in mijn hoofd die de eetstoornis vertegenwoordigt) is er nog steeds. Het ging die hele tijd op en af met mij. Op aanraden én met de steun van mijn vriend, ondertussen mijn man, ging ik gedurende deze periode naar een psycholoog verbonden aan een eetkliniek, een diëtiste die me vooral eetschema’s gaf en een andere psycholoog waar ik vooral praatte over de olifant en mijn angsten. Ik had het gevoel nergens ‘tips’ te krijgen. Ik hield het steeds maar een enkele sessie vol en stopte dan de behandeling met het excuus ‘ik zal het nu wel verder alleen doen, het lukt me wel’.

Ondanks de motivatie, bijkomen zodat mijn vriend me opnieuw mooi zou vinden en ik een gezond gewicht zou hebben, bleef ik een haat/liefde verhouding hebben met eten. Ik kook graag (zo heb ik ook controle over wat er op het bord komt), ik leer graag nieuwe technieken, kook graag met ‘vreemde’ ingrediënten, zet recepten naar mijn hand (of die van mijn olifant). Ik kwam steeds enkele kilo’s bij… En dan herviel ik. Het is zoveel makkelijker om oude patronen vol te houden dan energie te steken in verandering… Bovendien, die olifant was mijn vriend geworden, mijn steun en toeverlaat, hij zei wat ik moest doen, hij was mijn houvast.. maar was tegelijkertijd ook mijn grote vijand.

We wilden een kindje

Toen we besloten dat we zwanger wilden worden, enkele maanden na onze trouw, stopte ik met mijn anticonceptie. Mijn menstruatie kwam niet op gang, ik was nog niet in paniek, want ook tijdens mijn puberteit was ik zeer onregelmatig. Ondanks een gezond gewicht toen, had ik hooguit een viertal keer mijn regels op een periode van 2 jaar. Ik was 18 jaar toen ik startte met anticonceptie (omwille van een relatie) en nam die door tot dan.

We besloten vrij snel naar mijn gynaecoloog te gaan om dit ‘probleem’ te bespreken. Hij stelde voor dat ik medicatie nam om mijn cyclus regelmatig te doen laten verlopen. Deze sloeg echter niet aan en hij ging over naar hormooninspuitingen om mijn follikels te stimuleren en te rijpen in combinatie met een inspuiting die de eisprong opwekte. Wekelijkse gynaecoloogbezoeken telkens gepaard met bloedafnames (en dat voor iemand die bang is van naalden), dagelijkse inspuitingen, op commando ‘de daad doen’ (en liefst zoveel mogelijk binnen de 48u), het hielp jammer genoeg niet. De gynaecoloog stelde voor om over te gaan op kunstmatige inseminatie. Opnieuw de hele serie van spuiten en bloed prikken, maar nu werden de zaadcelletjes ingespoten nadat de eisprong, ook met een spuitje, werd opgewekt. Opnieuw geen resultaat… Ok, nog enkele pogingen te gaan maar ook steeds meer pijn in eierstokken. Met het excuus ‘dit is normaal bij ovariële stimulatie, neem een dafalgan’ gingen we door en verlegde ik mijn pijngrens.

Er werd een eierstok verwijderd

Die olifant bleef en was mijn houvast in deze onzekere tijden. Ik jogde veel om alle frustraties te uiten. Ik werd emotioneel een wrak, zag overal zwangere vrouwen en ik bleef achter (met veel buikpijn). Uiteindelijk werd ik opgenomen via spoed waar men zag dat mijn eierstokken tot zesmaal (!) toe hun grootte hadden bereikt en zodanig doorhingen dat ze ‘in de knoop’ lagen. Deze pijn was niet te stoppen met een dieet van 6 dafalgan fortes per dag, enkel met ‘dipi’ (de naam die ze in het ziekenhuis geven aan een morfinespuit). Na een kijkoperatie,die onverwachts overging naar een operatie, werd uiteindelijk één eierstok verwijderd. Deze was reeds afgestorven door een zuurstoftekort. De gynaecoloog die me toen heeft behandeld, verzekerde me dat ik nog altijd zwanger kon worden maar dat ik omwille van PCO (polycysteus ovarium syndroom) geen zware hormoonkuren meer mocht volgen. Vaarwel aan de oude gynaecoloog (heeft zich trouwens nooit geëxcuseerd voor zijn daden) en ik ging verder met een andere gynaecoloog.

Ik had ondertussen ook een afspraak in de fertiliteitskliniek van Jette (het walhalla voor vruchtbaarheidsproblematiek). De dokters daar hebben me geweldig geholpen en me verzekerd dat ik zwanger kon worden. Uiteindelijk werd het een combinatie van IVM (in vitro maturatie) met IVF/ICSI. Opnieuw werd het een resem aan bezoeken naar Jette, waar bloed werd getrokken aan de lopende band (mijn armpjes werden zeven), onrijpe eicellen werden opgepikt en opgegroeid, (goed gedoseerde) hormoonkuren en terugplaatsingen. Elke keer was het duimen en bang afwachten. Zelf werd ik emotioneel meer en meer een wrak. De hoop die telkens overging naar een teleurstelling raakte me diep.

Onder invloed van mijn olifant, stortte ik me op lopen, werken en minder eten. Mijn zus werd ondertussen zwanger, een vriendin die ook een hormonenkuur volgde werd zwanger, collega’s op werk werden zwanger, iedereen behalve ik… Die olifant voelde zich heer en meester, mijn zelfbeeld ging bergafwaarts, ik voelde me schuldig ten opzichte van mijn man, ik kon hem misschien geen gezinnetje geven. We dachten al aan een plan B … tot ik na de 5e poging zwanger bleek te zijn (hoera!).

Ongeloof en enthousiasme

Ongeloof en enthousiasme, twee emoties die constant die eerste weken door mij heen gingen. De onzekerheid tijdens die eerste 3 maanden was enorm. Ik durfde niet te hopen dat alles goed zou verlopen, dat ik een kindje zou krijgen. Ik was zodanig op mijn hoede dat ik vaak te horen kreeg ‘je ziet er zo ongelukkig uit’. Ik was ontzettend bang en oja daar was die olifant maar al te blij om. Hoe onzekerder ik werd, hoe meer vat hij op mij kreeg. Ik was bovendien ook goed misselijk, ik kon geen enkele geur verdragen en leefde op beschuitjes met boter of smeerkaas, kipfilet en komkommer. Hoe minder kleur en geur, hoe beter. Het koken voor mijn man, het eten van collega’s, de geuren in een supermarkt, alles maakte me misselijk. Opnieuw hoera voor de olifant!

Ondanks dat ik me had voorgenomen dat ik me onmiddellijk zou laten begeleiden door een diëtiste tijdens mijn zwangerschap, ben ik pas tijdens de 4e maand bij haar langsgegaan. De motivatie was enerzijds zorgen dat ik voldoende binnen kreeg voor onze dochter, anderzijds wou mijn olifant ook het ‘aankomen’ beperken en dat zou lukken bij een diëtist (dacht ik). Tot ik zag wat ik allemaal moest gaan eten, mijn olifant maakte een hele scène in mijn hoofd, ‘no way’ was zijn antwoord. Zoveel hoefde echt niet en bijvoeding was zeker niet nodig. Ik zou wel wat meer eten maar haar schema volledig tot in de puntjes toepassen lukte me niet. De misselijkheid bleef, maar verbeterde, en was het perfecte excuus als ik ‘minder at’. Alle controles bij de gynaecoloog waren positief en waren een bevestiging voor mijn olifant dat ik niet zoveel hoefde te eten. Ook de gynaecoloog stelde zich geen vragen over mijn gewicht dat niet toenam.

Of ik wel voldoende at?

Totdat de 6e maand aanbrak en een bezorgde man mij de vraag stelde of ik wel voldoende at, ik zag er angstwekkend mager uit. Na een heftig gesprek waar ik veel opbiechtte, beloofde ik een weegschaal in huis te nemen zodat hij me wekelijks kon wegen en dus zag dat ik gemotiveerd was en meer at. Toeval of niet, ook de mama belde de dag erna, zonder mijn weten, met mijn man en trok aan de alarmbel. Die avond ging ik in overdrive met hyperventilatie en samen besloten we een afspraak in de eetkliniek te maken. Zonder zijn steun en toeverlaat zou ik niet staan waar ik nu ben.

De wachtlijsten bleken enorm lang te zijn en dus zat een opname er niet in. Dankzij mijn huisarts kwam ik terecht bij vzw Empathie, een vereniging die zich richt op mensen met een eetproblematiek en waar ook mijn diëtiste aan verbonden is. Na een aantal individuele gesprekken kon ik starten aan dagtherapie in groep. Hierbij wordt samen met een arts/psycholoog samengewerkt rond verschillende modules zoals negatieve gedachten, zelfbeeld en emoties. We eten in groep hetgeen ons wordt voorgeschoteld. Het zijn telkens 2 intensieve dagen per week. Ik ben de oudste van de groep en uiteraard ook de enige zwangere.

Intensieve en confronterende dagen

Ik haal enorm veel uit deze dagen; ik krijg meer inzicht in mijn levensstijl en mijn gedachten, ik krijg tips om de strijd aan te gaan met mijn olifant en om niet langer te vergelijken met anderen om mijn zelfbeeld te vormen. We leren om te gaan met commentaar en te oefenen in mild zijn voor ons zelf. Dit is allemaal zeer confronterend en iedere keer dat ik thuiskom, ben ik een klein wrak. Ik ben nog steeds enorm bang om alleen te zijn, want dat zijn de momenten waarop de olifant het ergst aanwezig is. Ik ben bang van mezelf, zie mezelf nog niet graag genoeg om ‘alleen’ te zijn met mezelf. Ik heb vaak het kieken-zonder-kop-gevoel, vele (negatieve) gedachten die als een wervelwind door mij gaan en dan wil ik enkel in een dekentje terugkruipen en vastgenomen worden door mijn man.

Ondertussen blijft een diëtiste me verder opvolgen, word ik wekelijks gewogen en gaat mijn man mee naar een aantal individuele gesprekken om ook inzicht te krijgen in mijn ziekte en hoe ermee om te gaan. Het gaat ‘beter’ met me, ik kom aan, de motivatie is er; blijven eten voor mijn babytje dat moet groeien, maar het is lastig. Die olifant is er 24/24, zegt me constant dat ik ‘slecht’ bezig ben, tikt me constant op de vingers bij alles wat ik eet. Ik moet als het ware constant (dag en nacht) vechten om hem stil te krijgen. Die afleiding zoek ik nu in mindfulness (via de app headspace), strijkparels, kleurboeken, puzzels, zwemmen en lezen. De ene keer lukt het, de andere keer wint hij en krijgt hij zijn gelijk, m.a.w. eet ik te weinig die dag.

Ik probeer mild te zijn

Ik heb geleerd om mild te zijn, het mezelf niet kwalijk te nemen als ik eens verlies, me niet te focussen op een slecht moment. Het is een groeiproces van vallen en opstaan, vasthouden en denken aan positieve gedachten en goede momenten, de slechte momenten zijn wat ze zijn. Het is een groeiproces waarin ik constant alert moet zijn en snel genoeg op de pauze-knop moet drukken om niet te hervallen en om de negatieve spiraal te doorbreken. Ik ga niet meer werken. Ik stond in het onderwijs als interim-leerkracht en mijn contract liep af eind juni. Ik heb nog een aantal sollicitaties gedaan in de grote vakantie maar met een buikje solliciteren maakt je niet meteen de ‘meest geschikte kandidaat’ voor een school. Bovendien waren zowel mijn man als de psycholoog van mening dat een voltijdse job voor mij te zwaar zou worden. Ik had alle energie nodig om zelf eerst te genezen en als leerkracht ben je wel meer bezig dan enkel 21 uren in de week… Zo ben ik sinds september dus werkloos en werk ik aan mijn herstel.

Ik moet, in het goede geval, nu nog 2 weken zwanger zijn en ben sinds de therapie ondertussen 6 kg aangekomen. Ons dochtertje groeit goed volgens de gynaecoloog. Het zal geen dikkerdje zijn bij de geboorte, maar ik zie het als iets positief om tijdens een natuurlijke bevalling een slanke deerne doorheen mijn geboortekanaal te persen dan af te zien van een ‘ferme baby’.

Ik wil een topmama zijn

Wat er volgt na de bevalling blijft een groot vraagteken. Hoe zal alles verlopen? Hoe zullen mijn dochtertje en ik een regelmaat vinden? Hoe zal ik als controlefreak mijn lot overgeven aan dat minimensje dat enkel zal willen slapen, eten en wenen (of dit met enige regelmaat is, is nog maar de vraag)? Hoe zal mijn olifant in dit verhaal aan bod komen? Ik zou enorm graag borstvoeding willen geven, zal me dat lukken? Zal het me lukken om op tijd te eten en te drinken voor mezelf en voor haar? Ik neem me nu voor om op tijd hulp te vragen; aan mijn man, mijn huisarts, mijn psycholoog en mijn familie, maar ik besef dat dit alles mijn verantwoordelijkheid is. Ik ben verantwoordelijk voor mijn welzijn en mijn gezondheid én enkel als ik goed in mijn vel zit, kan ik een ‘perfecte’ mama zijn voor mijn kindje. Ik wil een topmama worden, eentje waar iedereen trots op kan zijn, eentje dat zonder olifant verder het leven tegemoet gaat…