Dus stond ik aan de deur
En zat jij, met raampje open, in de auto
Terwijl je broers al die rare gevoelens uitvochten
Trilde jouw lipje
en keek je
Met diepe frons onder je wenkbrauwen
naar mij
Dat mijn stem zo raar klonk
‘en zo zacht mama’
Dat je me zo graag wilde knuffelen
‘maar dat het niet mag’
Dat ik een klein beetje ziek ben
‘en daarom mag je niet weg hè mama'
Even probeerde je het nog tegen te houden
Dapper en sterk zoals je vaak bent
Maar terwijl je broers er vechtsgewijs een schepje bovenop deden
lukte het niet meer
En huilde je zachtjes voor je uit
Geknuffeld hebben we dan toch
Want dit was meer dan we allebei
konden (ver)dragen