De voor- en nadelen van de evolutie in de prenatale diagnostiek
In Nederland heeft men trouwens vastgesteld dat vrouwen die een prenatale screeningtest ondergingen en waarbij alles oké was, toch een hoger stressniveau hadden dan vrouwen die de test niet hadden laten doen.
Welke soorten testen zijn er?
Prenatale testen zijn de laatste jaren niet meer weg te denken uit de begeleiding van een zwangerschap. Ze worden doorgaans standaard aan alle zwangere vrouwen aangeboden om chromosale afwijkingen en structurele aandoeningen op te sporen.
Screeningtesten
TEST 1: de gecombineerde test of eerste-trimesterscreening
TEST 2: de NIP-test
Diagnostische testen
TEST 1: de vlokkentest
TEST 2: de vruchtwaterpunctie
Verschil tussen screening en diagnostische test
Bij het opsporen van afwijkingen tijdens de zwangerschap bestaan er twee soorten testen: screeningtesten en diagnostische testen. Daar waar een screeningtest je zal vertellen hoe groot de kans is dat je kind een bepaalde afwijking heeft (en een resultaat geeft dat dus minder exact zal zijn), zal de diagnostische test je meteen een precieze diagnose opleveren en je dus vertellen in welke mate je kind al dan niet aan een aandoening lijdt.
Meestal wordt een diagnostische test pas gedaan nadat uit een screeningtest is gebleken dat de kans of het risico op een kindje met een afwijking groot is, tenzij de genetische voorgeschiedenis van de ouders iets anders aanraadt en de test toch sneller moet plaatsvinden.
Tests: geen verplichting
Bijna alle vrouwen worden dus tijdens hun zwangerschap geconfronteerd met een bepaalde vorm van prenatale screening of diagnostiek. De testen worden door het grootste deel van de vrouwen/koppels aanvaard, maar het is wel belangrijk te weten dat ze geen verplichting zijn.
Koppels kunnen zelf beslissen of ze een bepaalde vorm van prenatale screening willen laten uitvoeren of niet. Dat maakt dat zwanger zijn tegenwoordig zoveel meer is dan alleen maar blij uitkijken naar de komst van een kindje.
Is een standaard screening wel een keuze?
De vraag is natuurlijk of je als ouder in alle vrijheid kunt beslissen om geen standaard screeningtest te laten uitvoeren, die uiteindelijk meer informatie biedt over de gezondheid van je kind. Uiteindelijk hopen we allemaal op een zo gezond mogelijk kind.
Doordat we telkens vroeger in de zwangerschap meer en meer aandoeningen kunnen opsporen bij een ongeboren kind, is een zwangerschap een complexe psychologische uitdaging geworden voor de ouders. De term ‘verantwoord ouderschap’ komt hier nog maar eens op de proppen, want is het verantwoord om vandaag de dag, met alle huidige medische mogelijkheden, nog te ‘kiezen’ voor een kind met een handicap? Is het verantwoord om niet te willen weten en gewoon te willen afwachten? Is het verantwoord om een ongeboren kind met een verwachte handicap te aborteren?
Extra dimensie
Die extra dimensie zul je als toekomstige ouders niet snel koppelen aan de standaard aangeboden screeningtests, maar het is toch heel belangrijk dat je niet te licht over de prenatale screening denkt. Het blijft eerst en vooral een medisch hulpmiddel om na te gaan of alles goed is met de baby. De vraag is vooral hoever je daarin wilt gaan. De afwijkingen die tegenwoordig kunnen worden opgespoord, zijn nog heel beperkt, maar door een verdere ontwikkeling van de NIP-test kan het zijn dat heel binnenkort de hele genetische kaart beschikbaar wordt.
De maakbaarheid van een kind komt dan wel heel dichtbij en de vraag die zich dan opdringt: tot waar gaan we? Wat laten we testen en wat niet?