5184fi.jpg

Een brullend poppemieke: overleven met een huilbaby

1/03/2018

Op 9 december 2016 kwam Lore op de wereld. Onze Lukas was plots een fiere grote broer. Wij hadden altijd al gehoopt op een dochtertje, een prinsesje, een klein poppemieke.  En nu was ze er! Ze was prachtig. Ze leek op haar grote broer en had veel donkere haartjes. De bevalling verliep super vlot, na een iets minder vanzelfsprekende zwangerschap. Omwille van mijn zwangerschapsdiabetes werd er beslist om Lore een weekje vroeger op de wereld te zetten, zodat ze zeker niet te zwaar zou zijn.  Ze werd uiteindelijk geboren met 3,765 kg en was 50,5 cm groot. Een flinke baby dus. Lore sliep de eerste nacht na haar geboorte zomaar eventjes door! Wat een makkelijke baby, dacht ik toen.

De eerste twee weken was ze ook echt een droombaby. Ze sliep, at, en was superrustig.  Lukas kon gewoon spelen en Lore sliep rustig verder in haar parkje, ook als we stofzuigden. ZALIG! Bij ons eerste kindje konden we dat allemaal niet, hij werd van het minste wakker.

Helaas, dat duurde niet lang

De zoektocht begon

Lore kreeg last van krampjes, niets ongewoons bij kleine baby’tjes. We begonnen onze zoektocht naar de 'juiste' melk. Dat ging heel moeizaam. Plots begon ze te projectielbraken, ik had daar zelfs nog nooit van gehoord. Elke druppel melk die binnenging, gaf ze terug over. En niet een beetje teruggeven: alles gutste er uit.

Er werd gedacht aan een melk- en eiwitallergie. Maar dat valt op te lossen: er bestaan zoveel verschillende soorten melk en de zoektocht ging verder. Uiteindelijk vonden we de 'juiste' melk voor Lore. OEF! We dachten dat het vele huilen nu wel zou stoppen, maar helaas.

Er werd bij Lore ook een ph-metrie test uitgevoerd om te zien of ze verborgen reflux had, want het huilen stopte niet. Dat bleek in kleine mate aanwezig te zijn. Dus werd er medicatie opgestart: motilium voor elke maaltijd. Haar bedje en park werden omhoog gezet. Zou dat het huilen stoppen? Nee, helaas niet...

De weken gingen voorbij en Lore bleef huilen, veel huilen! De 3-3-3 regel haalde ze met gemak. (Dat betekent 3 uur per dag huilen, 3 dagen per week, gedurende 3 weken lang) Veel rusten heb ik dus niet gedaan tijdens mijn zwangerschapsverlof. Integendeel, op de rand van een postnatale depressie ging ik terug aan het werk.

Ik keek er enorm naar uit om terug aan het werk te gaan na negen weken, want ik kon het gehuil niet meer aanhoren. Ik wou weg van haar, en dat was niet normaal. Ik hoorde blij te zijn met mijn dochter en bij haar te willen zijn.

Na het zoveelste slapeloze weekend vol gehuil, liep mijn emmer over. Ik kon het niet meer aan en barstte in tranen uit. Wat deed ik fout?! Waarom bleef ze zoveel huilen?

Er werd mij aangeraden om naar de osteopaat te gaan. Een godsgeschenk als je het mij vraagt. Na elke bezoekje van de osteopaat hadden we eventjes een nieuwe baby. Een rustige, slapende baby, eventjes dan toch...De osteopaat werkte aan haar toch wel opvallende voorkeurshouding en de nog steeds aanwezige krampen.

Maar helaas, het huilen bleef duren.

Bye bye principes

Ik ben met Lore vaak tegen mijn principes in gegaan. Zo is er de draagdoek, waar ik nooit een voorstander van was. Ik was bang om mijn kinderen te veel te pakken, en hen dit gewoon te maken. Maar bij Lore zag ik geen andere oplossing. Mijn huishouden raakte achterop en ik voelde dat mijn oudste ook aandacht te kort kreeg van mij. In de draagdoek was ze vaak eventjes rustig en sliep ze zelfs een beetje. Mijn partner en ik hebben veel avonden rondgelopen in huis met Lore in de draagdoek om haar toch maar stil te krijgen, al was het maar eventjes!

“Slaapt ze al door?”
Een vraag die ons vaak gesteld werd. En telkens moesten wij hetzelfde antwoorden. Nee, nog niet. Weer ging ik tegen mijn principes in. Een kind hoort vanaf een bepaalde leeftijd 's nachts niet meer te eten, dacht ik. Bij Lukas was dat goed gelukt. Al vanaf zijn zeven weken sliep hij heerlijk door tot een uur of zeven. Bij Lore liep het anders... Tot haar zeven maand werd zij nog steeds elke nacht tussen vier en vijf uur wakker voor een fles. Ze kreeg die. Als ik dat niet deed brulde ze iedereen wakker, en zat ik 's nachts met twee kindjes beneden. Moe, doodmoe. Dat was ook geen oplossing. Vooral niet als je erna moet gaan werken en er echt wel door zit. Elke maand dat ze ouder werd hoopten we dat het nu wel eens ging keren. We hebben verschillende dingen geprobeerd om Lore te laten doorslapen. We hebben geprobeerd haar wakker te houden, haar melk te verdikken, 's avonds een extra fles te geven, haar laat een badje te geven, een flesje water aanbieden ipv melk,... Maar niets werkte bij haar. Ze had gewoon honger.

“Hebben jullie al eens aan een tutje gedacht? Dat kan helpen.”
Natuurlijk hebben wij daar ook aan gedacht. Ik denk dat we zo'n twintig verschillende soorten tutjes in huis hadden die we telkens, tevergeefs, opdrongen aan Lore. Maar ze wou ze gewoon niet! Ze kreeg braakneigingen ervan en spuwde ze uit. Lore wou geen tut, dat was duidelijk.

Ze ontwikkelde langzaam

Rond zes weken beginnen baby’tjes te glimlachen. Het ene kind is wat sneller dan het andere. En bij Lore duurde het dus wat langer en nog wat langer. Ik begon mij zorgen te maken. Waarom lachte ze niet? Had ze pijn? Had ze ergens last van?

Iedereen probeerde me gerust te stellen. En uiteindelijk kwam het inderdaad. Ze lachte naar mij en naar  haar papa, of ze trok toch een grimas die erop leek... Maar naar anderen lachte ze niet, nooit. Integendeel, onbekenden die haar wilden laten lachen kregen een brullende baby in de plaats.

Lore had ook geen oog voor al het speelgoed rondom haar. Ze brulde meestal alles bij elkaar als je haar op een speelmat legde en had alleen oog voor mama, papa of broer. Als je uit het zicht verdween begon ze gegarandeerd weer te brullen.

In het kinderdagverblijf begonnen de begeleidsters zich ondertussen ook vragen te stellen. “Ze huilt wel heel erg veel hé? En als je haar omkleedt, brult ze ook steeds alles bij mekaar.
Zijn jullie zeker dat ze nergens pijn heeft?”
Als mama word je dan natuurlijk meteen extra ongerust. Ergens kreeg ik nu ook de bevestiging van buitenstaanders. Ik beeld het mij niet allemaal in, en als anderen zich zelfs al vragen beginnen te stellen moet er wel iets zijn. Tijd voor nog maar eens een bezoekje bij de pediater.

De pediater onderzocht Lore van kop tot teen, maar kon niets vinden. Wat was er dan aan de hand met onze baby? De dokter dacht dat Lore zich gefrustreerd voelde, en raadde ons aan haar zoveel mogelijk te stimuleren om haar te leren zitten en kruipen. Hij garandeerde mij dat ze dan wel een gelukkig kind zou worden.

Lore stimuleren was makkelijker gezegd dan gedaan. Ze huilde namelijk meteen als je haar neerlegt op een mat. Mijn partner kwam wel tot de conclusie dat wij te weinig tijd met haar doorbrengen. En hij had gelijk: wij zaten nooit met haar op de mat, omdat we het te druk hadden met het huishouden runnen, voor Lukas zorgen, werken en zoeken naar een evenwicht in het gezin met onze huilbaby.

Uiteindelijk leerde mijn partner Lore zitten op haar zes en een halve maand. Wat een verademing, heel eventjes was onze huilbaby verdwenen. Ook in het kinderdagverblijf was ze een ander kind, eventjes. Al zittend zie je meer wat er rond je gebeurt. Maar je kan er nog steeds niet bij. De frustratie kwam dus al snel terug.

Leven met een huilbaby

Diegene die het als eerste heeft durven uitspreken was de consulente bij kind en gezin. “Lukt het een beetje thuis met jullie huilbaby? Dat zal wel niet gemakkelijk zijn? Zit mama er niet door?”

Dat was even slikken... Hadden wij een huilbaby? Ja, als we alle puzzelstukjes bij elkaar legden, moesten we wel tot die conclusie komen. Ergens hadden we er op gewacht, tot iemand het zou uitspreken. Nu konden we beginnen met de acceptatie ervan. En beseffen dat dit niet onze fout was, dat wij niets fout deden.

Vroeger dacht ik altijd dat ouders met een huilbaby het zelf in de hand werkten, door hun kind steeds hun zin te geven. Nu weet ik wel beter. Je hebt dat niet in de hand, je kind is gewoon zo of niet, en je kan er jammer genoeg niets aan veranderen. Je moet er gewoon door. Je moet hopen dat je samen met je partner sterk staat om erdoor te komen. En elke steun die je krijgt, moet je grijpen.

Jammer genoeg staat er niet veel volk te springen om je huilende, niet doorslapende baby een nachtje voor hun rekening te nemen. En dat begrepen we. Maar wat hadden we nood aan wat slaap en rust. Gelukkig waren er wel vrijwilligers om af en toe de grote broer op logé te nemen. Zo kon hij toch al wat bijslapen.

Een huilbaby legt een enorme druk op het gezinsleven. Het is absoluut niet gemakkelijk. Ik kon Lore niet meer horen huilen, ik werd er gek van en dacht soms dat ik haar iets zou aandoen. Gelukkig kon mijn partner er in het begin iets beter mee om. Maar daarna keerde het plots: hij kon er niet meer tegen, en ik kon er gelukkig weer iets beter mee om. We hebben enorm veel steun gehad aan elkaar.

Op stap gaan met Lore was niet evident. Overal waar we kwamen zette ze haar keel open. Iedereen keek naar ons. Met haar buiten komen hebben we dus heel lang niet gedaan.

Het blijft moeilijk

Intussen is Lore dertien maanden oud. Ze lacht gemakkelijker naar vreemden, maar is een enorm aandachtskindje. Ze huilt nog veel, vergeleken met andere baby's, maar voor ons is het al veel draaglijker. Ze moet mensen rond haar hebben, en liefst moet dat volk ook nog aandacht geven aan haar. Overdag slaapt ze niet veel, meestal in blokken van een halfuurtje. Daardoor is ze vaak niet uitgeslapen en huilt ze veel.

Als we nu op stap gaan met Lore nemen we steevast de draagzak en haar knuffel mee. Ze zit zo graag in haar draagzak, ze is er echt gelukkig in. Ze kan alles goed zien, heeft veel beenvrijheid en kan er zelfs dutjes in doen, dicht tegen mama of papa aan. Tegen mijn principes in, maar het helpt. In plaats van een tutje, heeft ze een knuffel die ze nu helemaal niet meer kan missen. Wat zijn we blij dat ze toch iets heeft waar ze troost in kan vinden.

Slaapt Lore door? Helaas, nog niet altijd. Er zijn dagen dat ze tot zes uur slaapt en uitzondelijk zelfs tot zeven! Maar even vaak kan ze om vier of om vijf uur nog wakker worden voor een fles. En die geven we dan, tegen mijn principes in, waarna ze heerlijk verder slaapt.

Houden van een pittig poppemieke

Lore is geen gemakkelijk kind, en volgens mij zal het nog even duren voor dit zal veranderen. Ze heeft karakter en een eigen willetje. Als ze haar zinnetje niet krijgt, durft ze zich op de grond gooien en stampen met haar voeten. Iemand vertelde mij ooit dat kinderen met een sterk karakter het verst komen in het leven. Daar trek ik mij dan maar aan op, als ze nog eens zo’n uitbarsting heeft.

Van Lore houden heeft tijd nodig gehad, en het was niet vanzelfsprekend. Beetje bij beetje is dat moeten groeien, maar nu zou ik haar niet meer kunnen missen, hoe pittig ze het soms ook maakt.

Bestsellers

cover ouders komen van mars

Ouders komen van Mars

€ 21.99
mok legendaddy

Koffiemok | legendaddy

€ 16.95
to do hero gezinsplanner

To Do Hero: Gezinsplanner

€ 18.99

Meilleures ventes