3298fi.jpg

Hoe ik probeer volwaardig mama te zijn met chronische pijn

28/12/2015

Geconfronteerd worden met de grenzen van je eigen lichaam is moeilijk, en sinds de komst van mijn kindje zijn die botsingen met mezelf alleen maar pijnlijker geworden. Enkele maanden na de geboorte van Lena kreeg ik te horen dat ik Spondylitis Ankylosans en fibromyalgie heb. In mensentaal: mijn gewrichten, centraal zenuwstelsel en spieren zorgen dagelijks voor heel wat miserie. Luisteren ...

Geconfronteerd worden met de grenzen van je eigen lichaam is moeilijk, en sinds de komst van mijn kindje zijn die botsingen met mezelf alleen maar pijnlijker geworden. Enkele maanden na de geboorte van Lena kreeg ik te horen dat ik Spondylitis Ankylosans en fibromyalgie heb. In mensentaal: mijn gewrichten, centraal zenuwstelsel en spieren zorgen dagelijks voor heel wat miserie. Luisteren naar je lichaam, klinkt de gouden raad. Probeer dat maar eens te doen zonder jezelf een minderwaardige mama (en partner) te voelen.

Beangstigend

Als ik de signalen van mijn lijf slaafs zou volgen, zou ik spontaan wegzinken in een diepe winterslaap. Rust, herstel, pijnvrij zijn… het zijn idealen die – helaas – ver weg staan van de realiteit. Toch probeer ik de optimist in mezelf niet te verliezen. Moeilijk gaat ook, alleen niet zonder slag of stoot. Chronische pijn een plaats geven vraagt tijd, het is een aanvaardingsproces met veel ups en downs.

Het vergt ook heel wat zelfdiscipline om niet rebels op te boksen tegen het ziek zijn. Ik besef maar al te goed dat ik een prijs moet betalen wanneer ik de grenzen van mijn lijf platwals, maar het is verdomd moeilijk om dat uitgestrekte handje en die hulpvragende oogjes van je peuter onbeantwoord te laten wanneer die jou als houvast wil in een van de eerste wandelavonturen. De drang om die mooie momenten intens te beleven overstijgt elke mogelijke wraakactie van mijn lichaam. Ik wil het mama-zijn niet altijd moeten doseren, al besef ik ook wel dat een kind niets heeft aan een kreupele, uitgetelde koppigaard.

Waar ik het hardst mee blijf worstelen, is de angst om verder af te takelen en een teleurstelling te worden voor mijn gezin. Een moeder die haar dochter niet kan optillen wanneer ze troost nodig heeft, die haar geduld te vaak verliest omdat pijnprikkels en vermoeidheid de bovenhand nemen, of die als een zombie door het leven waggelt omdat de medicatie waaraan ze probeert te ontsnappen een noodzaak is geworden. Daar ben ik echt bang voor, zeker omdat er nu al zo vaak schuldgevoelens door mijn hoofd spoken.

mama met baby

Loslaten moet ik leren

Loslaten, dat zou ik dringend moeten leren. Of misschien moet ik om te beginnen al eens gewoon wat minder ‘moeten’. Imperfectie omarmen, dat is mijn missie. Lena zal niet ongelukkiger opgroeien in een huis dat verre van spic en span is. Ze zal mij niet minder graag zien omdat ik de fysiek meer uitdagende dingen overlaat aan anderen. Een open boek, dat hoor ik te zijn: gewoon vlakaf durven toegeven dat mama zich niet lekker voelt, dat ze daardoor misschien minder glimlacht, maar dat het vooral niemands schuld is.

Ik wil haar leren dat begripvol zijn niet gelijkstaat aan medelijden, maar bijvoorbeeld wel aan het geven van een gemeende knuffel op moeilijke momenten. Ik hoop haar door die openheid ook te kunnen beschermen tegen het machteloze gevoel dat mensen vaak overvalt wanneer iemand die ze liefhebben pijn lijdt. Helpen kan op veel manieren. Bijvoorbeeld door een oogje dicht te knijpen tijdens grompotmomenten, in plaats van olie op het vuur te gooien met venijnige opmerkingen. Of door knagende schuldgevoelens weg te jagen met een complimentje of een lieve boodschap. Aanvaarding van mijn mankementen, ook door anderen, creëert ademruimte en energie om verder te gaan. Volwaardig mama zijn, dat kan je toch ook met een onvolwaardig lichaam, niet?