Hoe klein ze zijn nu. Maar hoe snel ze groeien.
Besef
Onze kinderen worden zo snel groot, en elke dag besef ik dat.
Ik besefte het inderdaad ook nog niet toen ik twintig was.
Ik besef het niet als ik eens vloek op hen.
Of als ik de rommel loop op te ruimen en denk: ‘Maar vanwaar blijft dat nu komen?’
Ik besef het niet als er eentje iets heeft laten vallen op de grond, het liefst iets met een vloeistof.
Ik besef het niet als ze te laat op school zullen zijn, want dan denk ik vooral: ‘Gadverde, is het nu weer van dat?’
Ik besef het ook niet als ze allebei ruziemaken en zeuren. Soms denk ik echt dat mijn twee oren eraf zullen vallen.
Stilte
Maar op zo’n momenten, in de auto, weg van de drukte, wordt alles stil. En besef ik het wel.
Nu, elk jaar meer, besef ik het meer en meer. Zie ik hoe groot de oudste al is. En hoe klein, maar tegelijk al groot, de jongste is. En ik denk aan hun geboorte.
En ik zie hem lopen met de oudste. En mijn ogen schieten vol. Net als mijn hart.
Het zijn op zo’n momenten dat ik oeverloos gelukkig ben. En tegelijk heel erg breekbaar, omdat ik weet: binnen een paar minuten is het weer voorbij, dit soort van oergeluk. De jongste op de achterbank, stilletjes aan het vertellen. De andere op weg naar een toffe dag, een brede glimlach van oor tot oor.
En hij, mijn andere ik, op weg met de oudste aan zijn hand. We hebben het goed samen. We zitten op ons eiland van geluk. En dit soort van momenten zouden eeuwig mogen duren. Je wilt ze vastgrijpen met je twee handen, maar ze zijn al aan het wegglippen voor je ogen.
De tranen sprongen voor mijn ogen en ik wist: dit onthoud ik voor altijd. Hoe klein ze zijn nu. Maar hoe snel ze groeien.
En hem, samen met hen. De lieve vader. De geweldige man. Die mee kan huilen met mij omdat het allemaal zo snel gaat. Die de dingen die er écht toe doen even hard kan zien…
Herman Van Veen - Anne
Er waren mooie baby's bij,
maar niet zo lief als jij,
Anne.
Van al dat wit
en zoveel licht
gingen van schrik
je ogen dicht,
Anne.
Even kreeg ik kriebels in mijn keel
maar je had geen pink teveel,
Anne.
Ik stond te blozen
was zo blij,
jij moest er haast
van lachen,
Anne.
Anne,
de wereld is niet mooi,
maar jij
kan haar een beetje
mooier kleuren
Anne,
je hebt nog heel wat voor de boeg,
maak je geen zorgen,
daarvoor is het nog te vroeg,
veel te vroeg.
De wijzers van de klok gaan snel,
dat merk je later wel,
Anne.
Van de pot naar de w.c.
gaat een, twee, huppekee,
Anne.
Je hebt net je bromtol uitgepakt
of je bent alweer een jaar
ouder.
Voor ik goeiemorgen zeg,
ben jij op je brommer weg,
Anne.
Anne,
de wereld is niet mooi,
maar jij
kan haar een beetje
mooier kleuren.
Anne,
je hebt nog heel wat voor de boeg,
Maak je geen zorgen,
daarvoor is het nog te vroeg,
veel te vroeg.
Er waren mooie baby's bij,
Maar niet zo lief als jij,
Anne.
Alleen de ogen van je moeder
waren net zo mooi als jij,
Anne.