Hoe mijn moeilijke bevalling en borstvoedingsparcours me opzadelden met een instinctieve onzekerheid als mama
Tijdens mijn zwangerschap werd ik preventief verwijderd van mijn werk, dus tijdens mijn zwangerschap zag ik zowat álle afleveringen van one born every minute. Ik dacht dat ik dus wel wist wat er op me af zou komen.
Het zou serieus pijn doen, dat bevallen, maar met een epidurale zou het toch wel haalbaar moeten zijn. En bevallingen duren blijkbaar toch best lang (zoals gezien bij al die bevallingsprogramma's en gehoord bij al mijn toen al bevallen vriendinnen), met genoeg tijd om nog allerlei dingen te doen. Ik verzamelde dus wat één euro-stukken, want mijn man zou daar echt verhongeren tijdens al die uren dat we in het ziekenhuis zouden 'wachten' op de volledige ontsluiting. We volgden zo'n prenatale cursus waarbij de partner leert hoe hij zijn vrouw kan begeleiden en ondersteunen tijdens de bevalling, en ik zette wat films op onze laptop (voor al die tijd die we daar toch nog zouden moeten doden in het verloskwartier vooraleer de bevalling zou plaatsvinden). Ik volgde op voorhand ook al een borstvoedingscursus, je kan niet voorbereid genoeg zijn, toch?
Als ik het zo lees, lijk ik wel een enorme controle freak, maar dat was eigenlijk helemaal niet de bedoeling, want dat ben ik niet in het gewone leven. Ik wou vooral goed voorbereid zijn op wat zou komen.
Verwachtingen versus realiteit
Zoals je waarschijnlijk al wel kan denken, kon de ervaring van de bevalling en het postnatale niet verder liggen van wat ik verwachtte. Op een namiddag toen ik hoogzwanger was, begon ik me wat ziek te voelen, wat misselijk. Zo'n viraal, algemeen onwel gevoel. Toen mijn man 's avonds thuiskwam, besloten we om toch even in het ziekenhuis aan de monitor te gaan, gewoon om te kijken of alles nog oké was.
Aangekomen in het ziekenhuis voelde ik me hélemaal niet goed. De vroedvrouw stelde voor om me misschien toch eerst even te controleren, vooraleer de monitor aan te leggen. Haar gezicht veranderde, blik op focus, terwijl ze daar beneden controleerde. Plots zei ze: ‘Mevrouw, u heeft 10 cm opening! Ik ga nu uw water breken, u zal hier nu bevallen.’
Ze brak mijn water, en van zo'n grieperig gevoel kwam ik ineens in een weeënstorm terecht. Het water was blijkbaar de buffer geweest, maar nu kreeg ik de volle laag qua weeën en pijn. Mijn lichaam had ondertussen nog niet de tijd gekregen om zich daaraan aan te passen. Ik weet nog heel goed dat ik écht dacht ‘ik ga hier straks sterven, en mijn man zal achterblijven met onze pasgeboren dochter’, enorm beangstigend.
De gynaecoloog kwam er aan en begon te vloeken. Onze dochter bleek een sterrenkijker, ze kon geklemd geraken in het geboortekanaal dus het moest snel gaan. Ondertussen stonden mijn voelsprieten op extra gevoelig en merkte ik zelfs de blikken tussen de gynaecoloog en de vroedvrouw. Hij knikte naar de vroedvrouw en de vroedvrouw sprong met haar ene knie naast mij op mijn bed. Met haar andere been zette ze zich schrap tegen de muur en ze duwde met haar volle kracht mee op mijn buik. De gynaecoloog vloekte weer en zei: ‘ik ga moeten knippen!’ (Vroeger knipte ik wel eens een kipfilet in blokjes als ik kookte, sindsdien doe ik dat nooit meer!)
Ik werd geknipt, de vroedvrouw gebruikte nog steeds haar volle gewicht om op mijn buik te duwen (mijn buik zag nog een maand zwart/blauw en de verschillende huidlagen waren van elkaar gekomen door al dat geduw), en ondertussen gingen de harttoontjes van onze dochter naar omlaag. Opnieuw paniek in de ogen van de gynaecoloog, en hij nam snel iets in zijn handen. Hij toonde iets groot ronds, zijn duim en wijsvinger konden er niet helemaal rond en hij had nochtans grote vingers. Hij zei: ‘Ja, dit zal even niet leuk zijn.’ Alsof het tot dat moment wél leuk was?
De vacuümpomp die hij in zijn hand had, moest tot aan het hoofdje van onze dochter, vooraleer het kon helpen om haar er zo snel mogelijk uit te krijgen. Op dat moment heb ik mezelf een beetje gedissocieerd van mezelf, denk ik, om die vreselijke pijn niet te voelen. Die vacuümpomp werd met hardhandige hand ingebracht, tot aan het hoofdje dat helemaal nog niet zichtbaar was. En toen nog meer persen, de vroedvrouw die zich weer schrap zette tegen de muur met haar sportschoen, de gynaecoloog met de vacuümpomp en mijn dochter werd geboren.
Teleurgesteld in eigen kunnen
Ik voelde me enorm vies en vuil en ik was teleurgesteld in mijn eigen kunnen. Kan normaal gezien niet iedereen een baby op de wereld zetten zonder al die toeters en bellen? De pijn was vreselijk en doordat die vacuümpomp zo hardhandig naar binnen werd geduwd, had ik zelfs bijna een soort van verkracht gevoel: iets wat ik niet wou én wat verschrikkelijk pijn deed, werd naar binnen geramd in het meest intieme deel.
En toen ... stilte ... Moest de baby niet wenen bij geboorte? De kinderarts liep binnen en controleerde de baby. Ondertussen kwam ik weer een beetje tot mezelf en merkte ik hoeveel bloed ik verloren was. Het leek echt op een horrorscene, die verloskamer. Om er even een tijdspanne op te plakken: we reden de parking van het ziekenhuis op om 19u44 en onze dochter is geboren om 20u13. Ik kan dus langer babbelen over de bevalling (en het opgelopen trauma) dan dat de bevalling effectief geduurd heeft. Laat ons zeggen dat de bevalling mij heel fel teleurgesteld heeft. In mezelf, in mijn lichaam, en gewoon in de manier hoe de eerste ontmoeting met ons dochtertje is verlopen.
Want hoe kon het ergste wat ik ooit heb moeten doorstaan er nu voor gezorgd hebben dat ik het mooiste cadeau ooit kreeg, mijn dochter? Dat was zo'n rare tegenstelling, dat me de eerste dagen enorm verdwaasd heeft. Daardoor en door het bloedverlies kon ik bijna niet meer op mijn benen staan, dus ik kreeg verplichte bedrust opgelegd. Ai, ging ik niet de enthousiaste, toffe mama zijn?
Ik dacht toen ‘oké, die bevalling was misschien uitzonderlijk, want "normaal" is dit niet zo, maar goed, nu kan ik starten met die borstvoeding.’ Maar wat deed dat vreselijk veel pijn?! Hoe kwam dat? Misschien toch door de enorm intense bevalling??? Ik had niet genoeg melk, dus onze dochter wou vaak drinken en de tranen rolden over mijn wangen van de pijn. Eigenlijk werd ik toen niet serieus genomen. Ik doorstond een enorm pijnlijke bevalling, maar over deze pijn kreeg ik te horen ‘ja, dat is het begin, dat is zo, gewoon doorbijten’. Onze dochter viel te veel af, dus de eerste week voedde ik élke twee uur, waarbij ik intense pijnscheuten probeerde te verbijten. Was ik alleen of bij mijn man, dan huilde ik alleen maar ...
Als er bezoek kwam, deed ik mijn best om "gewoon" te doen, waardoor er natuurlijk ook geen echte vragen kwamen naar mij toe. Wat ik wel heel vaak te horen kreeg, was: ‘maar dat jij niet voelde dat jij aan het bevallen was! Wie voelt dat nu niet?!’ Ook al was dat zeker niet hun bedoeling, dit duwde mij telkens een stukje verder. Ik had niet door dat ik zou bevallen (want tot de vroedvrouw me vertelde dat ik al tien centimeter opening had, wist ik van niets), en da’s toch wel de eerste taak als mama. gebuisd En nu kon ik ook mijn dochter niet voeden zoals ik het wilde. Ik had vreselijke pijnen, waardoor de melk niet goed op gang kwam, waardoor de baby veel weende en ik nog meer weende en met de tenen al gekruld klaar zat om de pijn te verbijten. Opnieuw gebuisd. So far, not so good als mama ... Gebuisd over de hele lijn.
Kolven
Na een paar dagen thuis kwam er een hele lieve vroedvrouw langs die me wel au sérieux nam. Ik beschreef de pijn en ze vroeg onmiddellijk of ik bij plotse koude ook fel reageer, bijvoorbeeld aan mijn handen en voeten. Dat heb ik inderdaad, het syndroom van Raynaud. De vroedvrouw vertelde me dat de aders aan alle uiteinden extreem reageren, dus ook de aders in de tepels bij het aanhappen van de baby. Dit was een pijn die niet zou overgaan, in tegenstelling tot de startpijn die de vroedvrouwen in het ziekenhuis benoemden.
Op aanraden van die vroedvrouw kocht ik een héle goeie (dure) kolfmachine en ging ik aan de slag. Ik kolfde vijf maanden aan een stuk toch minstens zeven keer per 24 uur. Dat wil dus zeggen dat ik op andere momenten 'moest' kolven dan wanneer onze dochter melk dronk, om de productie hoog te houden. Hierdoor heb ik de eerste maanden na haar geboorte bijna niets anders gedaan dan gekolfd, alles gedesinfecteerd, melk gegeven, weer gekolfd etc. Onze dochter sliep door na een paar maanden, maar ik stond nog elke nacht op om te kolven. Eigenlijk heb ik weinig goeie herinneringen aan die postnatale periode.
Omdat ik na de bevalling gestart was met een enorme gekrenktheid in mijn mamagevoel, werd ik bijna een leeuwin ten opzichte van familie en vrienden die aan onze dochter wilden komen. Ze moesten van haar blijven, want ze wist zeker niet dat ik eigenlijk haar mama was (die mama die faalde op alle belangrijke mama-taken tot nu toe), dus als iemand anders haar zou vastnemen, zou ze misschien verkeerdelijk beginnen te denken dat die andere misschien haar mama was.
Na een jaar had ik nog ongemakken van de bevalling, maar stilletjes aan begon ik me wel te vinden in de rol van mama. Toch kon ik zo'n enorme steek in mijn hart krijgen als ik een mama borstvoeding zag geven, of als ik van vriendinnen hoorde wat voor fijn gevoel dat is, dat je niet dichter bij je kindje kan zijn dan dat ... Elke keer hield ik me sterk op het moment zelf, maar huilde ik uren nadien. Niet dat ik het iemand anders niet gun, integendeel, maar ik gunde het mezelf ook wel om de onbezorgde, altijd melk bijhebbende mama te zijn, en dat was ik duidelijk niet ... Ik bleef me ook afvragen of die enorme turbulente bevalling ermee te maken had dat de borstvoeding niet op gang kwam. Was ik misschien te verzwakt? Te verdwaasd? ... Ik bleef het me afvragen.
Het bevallingstrauma kwam boven toen ik opnieuw zwanger werd
Ik werd opnieuw zwanger, het werd een jongen. Het bevallingstrauma kwam opnieuw boven: nachtenlang droomde ik dat ik zou bevallen in bed, in bad, in de douche, op het toilet, in de auto ... De pijn van toen had ik nog niet kunnen vergeten want ik sukkelde zelfs nog steeds met wat ongemakken van de bevalling. Gelukkig ging ik hiervoor even met iemand praten, om dit toch een plekje te kunnen geven. Ik ging ook langs bij een lactatiedeskundige om nog meer tips en tricks te krijgen, want als de bevalling anders zou verlopen, dan zou dat misschien ook het geval zijn met de borstvoeding.
De bevalling was effectief helemaal anders. Ik werd ingeleid en onze zoon werd met een net aangeprikte epidurale geboren. Het duurde deze keer ook niet lang, er zat een kleine drie uur tussen inleiding en bevalling, maar alles verliep anders. Zo kon het dus blijkbaar ook.
Onze zoon woog meer dan 4kg bij de geboorte en had véél honger. Ondanks het feit dat ik voordien zei ‘ik probeer het gewoon nog een keer en we zien wel’, wou ik stiekem wel écht heel graag alles meemaken van het borstvoeden. Helaas … Veel honger, een verkeerde aanhap, kloven, bloed ... en opnieuw die intense pijn.
Ik huilde. Dit was het afscheid van mijn beeld en visie van borstvoedende mama. Ik zou nooit een zo’n mama kunnen worden, want we hadden al besloten dat we het op twee kindjes zouden houden. Met de tranen die over mijn wangen rolden, haalde ik met veel tegenzin het kolftoestel weer boven. Want als ik toch niet live kon voeden, wilde ik toch wel de "beste melk" kunnen geven. Al deed ik het dit keer "minder strikt" en genoot ik (gelukkig) meer.
Instinctieve onzekerheid als mama
Ik ben niet wie ik dacht dat ik zou zijn. Meestal kan ik dit achter me laten, maar soms word ik plots teruggekatapulteerd naar die felle emoties. Het blijft moeilijk om los te laten. Toch heeft de tweede bevalling wel echt iets goedgemaakt. Het lag dus niet aan de turbulente eerste bevalling dat de borstvoeding niet goed vlotte, maar gewoon aan het feit dat die aders zo fel reageren en het dus écht gewoon niet lukt.
Sindsdien probeer ik mijn blessings te tellen. Ik heb twee prachtige kinderen, de zwangerschappen verliepen vlot, de kindjes zijn gezond ... Eigenlijk is dat borstvoeden toch ook niet het enige wat je als mama kan betekenen voor je kleintje. Eindelijk is de wijsheid daar :-). Maar dat borstvoedingsverhaal, of beter gezegd het-niet-borstvoedingsverhaal, heeft mij samen met mijn eerste bevalling toch "opgezadeld" met een soort van instinctieve onzekerheid als mama. Ik merk dat ik dat tot op vandaag nog steeds meedraag. Stel dat we allemaal dieren waren, dan zouden mijn baby-diertjes het niet overleven, aangezien ik hen geen melk kon geven. Toch redelijk levensnoodzakelijk als mama?
Het blijft een patroon met heel veel dubbelzinnigheden en af en toe in het gezicht vliegende rauwe emoties. Mama zijn, dat zit in ons, ook al is het natuurlijk een enorme zoektocht die we elke dag aangaan.
Katrien