4380fi.jpg

Ik krijg mezelf niet op de rails na mijn bevalling…

4/12/2016
Mamabaas
Door Mamabaas

Deze gastmama vertelt over de dagelijkse strijd om zichzelf terug op de rails te krijgen na de bevalling van haar tweede kindje. Het evenwicht vinden tussen de kinderen, haar man, haar werk, het huishouden en ook tijd voor zichzelf… Het werd zo moeilijk dat ze uiteindelijk gecrasht is. Maar ze geeft niet op en ze zal ervoor zorgen dat het goedkomt.

Mama zijn = vele rollen op je nemen

Mama. Vrouw. Echtgenote. Boekhoudster. Therapeute. Administratief bediende. Kok. Styliste voor de man en kids. Poetsvrouw. Kok. Psycholoog. Entertainer. Chauffeur. Redder-in-nood… Ze representeren één voor één mezelf. Deze woorden schieten me spontaan te binnen als ik denk aan het combineren van mijn huidige twee jobs, alsook aan het mama-zijn en het echtgenote-zijn. 

Zwanger zijn + werk + kleuter

Zes maanden geleden werd ik voor de tweede keer mama. Voorafgaand was ik op mijn parttimejob in dienstverband ‘van de werkvloer verwijderd’, aangezien dit zo hoort in een WZC vanaf de zevende zwangerschapsmaand. Normaal ook, vind ik, gezien het werk dat je daar doet. Mijn andere job als zelfstandig therapeute in bijberoep heb ik nog een goeie twee maanden verdergezet. Je krijgt jammer genoeg geen uitkering wanneer je in bijberoep werkt. Niet in je zwangerschapsverlof, niet in je bevallingsverlof. Soms was het zwoegen, zeker met het eerste kindje in huis dat pas in april met school zou starten. Wanneer ik thuis was, was hij fulltime voor mij.

En medelijden heeft zo’n 2,5-jarige peuter niet met zijn hoogzwangere mama hoor, integendeel ;-)! Maar ik heb alles goed doorstaan, vond ik, rekening houdend met de fysieke en emotionele veranderingen die ik opnieuw ondergaan had.

Zwanger zijn is niet niets

Zwanger zijn is niet niets! Op emotioneel vlak lijken je hormonen pingpong te spelen. Het ene moment kan je huilen van ellende, het andere smelt je en voel je je intens gelukkig. Daarnaast zijn er nog alle fysieke aspecten: die borsten worden groter, die buik vergroot, die billen en armen zetten uit, de wangen worden boller.

Velen vinden zwangere vrouwen zo mooi en stralend. Voor mezelf vond ik er niets aan. Ik vond mezelf echt niet mooi zwanger. Ik heb dit negen maanden proberen uit de weg te gaan, door mezelf op te peppen en te zeggen dat het maar tijdelijk was. Gelukkig kwam ik deze keer geen 23 kg bij, maar slechts 14.

Waar ik echter steun hoopte te vinden, vond ik er nauwelijks. Het ‘speciale’ aan zwanger zijn leek er voor mijn man af. Ik had het de eerste keer vlekkeloos doorstaan, dus dat zou nu ook wel lukken. Geen speciale massages, leuke lieve woordjes, zelfs de baby in de buik kreeg minder aandacht van hem.

Voor seks moest hij overhaald worden, want ja, zo aantrekkelijk zag ik er niet meer uit. En die baby zat daar.  

Maar als ik mij oor te luisteren legde bij vriendinnen, was dat bij hen ook zo. Niets om mij zorgen over te maken dus. Al knaagde het wel… nog steeds.

Een dagelijkse struggle, fysiek en financieel

Met ons als gezinnetje ging het nog wel. We stoomden de oudste klaar voor school, maar genoten ook nog intens van de momenten samen waarop hij gewoon lekker thuis was en niets moest. De eerste schooldag waren mijn man en ik dan ook zo ontredderd. Om onze gedachten te verzetten, vlogen we gewoon in het opknappen van de tuin. Het deed deugd dat we ons samen zo voelden. Nog enkele weekjes (lees: 3!) en onze baby zou komen. Dat zou de leegte wel vullen wanneer de oudste naar school was.

Fysiek werd het steeds lastiger. Ik leek af en toe door m’n benen te zakken (geknelde zenuwen blijkbaar), had veel bandenpijn en rugpijn, maar dit waren de laatste loodjes. Elke dag was een struggle die niemand merkte, maar ik deed door en verlangde naar de geboorte van dit tweede wondertje. Ik stond steeds paraat voor de oudste: ik bracht en haalde hem van school, zorgde elke middag voor vers eten, bereidde alles tot in de puntjes voor als de baby zou komen. Zelfs de outfits van de oudste lagen tot op de onderbroek klaar, voor zowel voor naar school te gaan als  voor het bezoek naar mij in de materniteit.

En dan had je nog het financiële aspect, waarover niemand lijkt te praten.

Nu ging het nog, maar we moesten wel opletten. Ik verdiende slechts een uitkering voor mijn parttime job, als zelfstandige in bijberoep niets, dus je kunt je wel voorstellen dat dit niet veel was om rond te komen. Sparen konden we zo al niet echt te doen, laat staan dat we veel opzij hadden kunnen zetten om deze periode te overbruggen. Maar het zou wel lukken zeker?

Wondertje nummer 2 en het leven erna

De dag van de bevalling brak aan en verliep feilloos. Ik zag heel erg af, maar ik beet door en perste alle pijn weg om onze prachtige baby op de wereld te zetten. De epidurale verdoving werkte niet, maar als je een kindje op de wereld zet, lijk je te beschikken over een soort oerkracht die je overal doorheen helpt. Dat wil niet zeggen dat het geen pijn doet, of dat je niet afziet (dat begrijpt mijn man soms niet goed). Ik heb veel steun gehad aan hem tijdens de bevalling. Ik kon na een uurtje skin-to-skin met m’n baby al douchen, de borstvoeding startte vlot en onze baby bleek zo rustig en flink. Dit was heerlijk.

Ook fysiek had ik het gevoel dat ik nu eindelijk weer vooruit kon: herstellen van de knip, de bevalling, de kilo’s verliezen en hop, alles kwam wel gauw goed. De eerste acht kilo ging er ook echt vlot af, ik voelde me goed in m’n vel. Dacht dat ik er al best goed uit zag zo meteen na mijn bevalling. Emotioneel voelde ik me de eerste twee dagen dolgelukkig. Vanaf dag drie voelde ik me niet volledig. M’n man en oudste thuis, de jongste en ik daar in de materniteit. Ik wilde samen zijn met m’n gezin.

Zo snel mogelijk!

Het echte leven

De babyblues speelden wellicht ook een rolletje. Ik zat na het vertrek van m’n man te snotteren en verlangde enkel en alleen naar het ‘naar huis gaan’. Eens thuis gekomen begon het echte leven. En dit mocht ik meteen wel erg letterlijk nemen.

Mijn man zag z’n vaderschapsverlof als het ideale moment om een tuinhuis en een houten afsluiting te bouwen met m’n vader. Eerlijk, ik had het zelf ook zo gezien en stond hier volledig achter. Dit moest dringend gebeuren, en nu hij toch thuis was, konden ze maar beter doordoen zodat ik tenminste op m’n gemak borstvoeding zou kunnen geven terwijl de oudste buiten kon spelen (en niet weg kon lopen uit de tuin).

Reality check

De realiteit was echter volledig anders. Ik was fysiek zo zwak. Wat had ik dit onderschat. Vier dagen materniteit zijn echt kort. De oudste die veel aandacht vroeg: hij had hulp nodig had voor het toilet (hij was nog niet helemaal zindelijk), hij wilde spelen, hij moest naar school… De dagelijkse dingen: er moest eten op tafel komen, boodschappen die bijgehouden moesten worden…

En dan is er ook de nieuwe baby die om de 2-3 uur voeding vroeg, verschoond moest worden. Beide kindjes wassen, mezelf wassen, opstaan voor de oudste die moest plassen of slecht droomde. Het slaapgebrek door alle nachtelijke voedingen werd steeds groter. Ik stond er allemaal alleen voor, want voor mijn man was er te veel werk aan het tuinhuis. Ik werd van een materniteitskamer, waar ik zo fit leek, gesmeten in m’n dagelijkse huishoudelijke leven en stond letterlijk te trillen op m’n benen. Soms dacht ik dat ik flauw ging vallen. Maar ik deed gewoon door, ik had geen keuze.

Mijn mama zag mijn fysieke vermoeidheid gelukkig tijdig en kwam af en toe wat helpen, nam de oudste eens mee, bracht hem eens naar school of ging hem eens ophalen. Emotioneel was het ook niet zo evident. Je probeert je door de moeilijke momenten te spartelen, je moet gewoon doorgaan, want dat is de enige weg. En had ik eens een mindere dag, dan werd ik nog meer de dieperik in geduwd omdat ik geen begrip kreeg van mijn wederhelft. Want die weet echt.niet.hoe.het.voelt. Hij dacht: ‘Ze is thuis, heeft niets anders te doen. Dat kan toch niet dat dat niet lukt?’. Dus ik moest niet ‘trunten’, ik was ‘tenminste thuis’. Precies of ik was op vakantie.

Maar kom, ik deed dapper door: lachte alles weg, slikte alles weg en stond voor alles klaar.

Back on track?

Gelukkig begon ik mij na een drietal weken weer sterker te voelen, zowel fysiek als emotioneel.

M’n man en ik experimenteerden kort daarna opnieuw seksueel. Toen dit lukte, deed het emotioneel ook goed. Ik voelde me weer wat anders dan alleen mama. Na ons eerste kindje ging dit niet zo vlot. Ik had een zevental maanden nodig om me hier weer goed bij te voelen, het vrijen gebeurde vaak op automatische piloot. Ik weet dat dit voor veel mensen niet zo evident is, maar bij ons ging dit goed. Gelukkig.

Ik ging op controle bij de gynaecoloog en alles was in orde. Mijn man ging op consultatie bij de uroloog en legde een datum vast om zich te laten steriliseren, heel binnenkort. Ik wou geen hormonen meer nemen en het voelde goed dat hij m’n wens respecteerde en zichzelf dus ging laten steriliseren. Echt, meestal heeft hij het hart op de juiste plaats en begrijpt hij mij wel. Doet hij veel voor ons.

Het leven ging verder, de sterilisatie volgde. Mijn man doorstond dit moedig, eerlijk waar. Ik had het niet verwacht. Hij herstelde goed, seksueel was er nu wel nog wat gesukkel met het condoom maar het ging best goed.

Financieel spartelden we ons erdoor, soms moesten we wat spaarcentjes nemen om enkele grotere rekeningen te betalen, maar we zouden er wel door geraken.

Alles ging goed, zo voelden we ons toch. Dachten we.

Het eigenlijk gaat het toch niet zo goed

En toen begon de grote vakantie. De oudste was dagelijks constant thuis, twee maanden aan een stuk. Ik begon weer zelfstandig te werken. Nog rustig, emotioneel was ik er nog niet echt klaar voor, maar we hadden het geld nodig. Opnieuw werken was lastig. Elke avond plofte ik uitgeteld in de zetel na een hele dag zorgen voor de kids, kleine taakjes doen de hele dag door en tussendoor therapie geven.

De kleine taakjes vergden zoveel energie, zoveel meer dan anders. Wassen, strijken, koken, boodschappen doen, hier en daar rekeningen betalen, kuisen, kindjes en mezelf wassen, opruimen, troosten, sussen, onderhandelen, aandacht verdelen over allebei, de baby voeden, verschonen, zindelijkheidstraining… opnieuw de hele reutemeteut.  Ik heb het allemaal gedaan maar nooit met het gevoel of het begrip dat deze dingen belangrijk waren. Ik heb elke nachtvoeding gedaan, elke dag gekookt, mijn man hoefde zich er niets van aan te trekken.

Ik dacht eerlijk dat ik blij zou zijn toen school weer begon: wat routine, wat meer me-time als de oudste naar school was.

Maar eigenlijk leek het nu nog maar te beginnen: opnieuw tijdsdruk, elke ochtend, elke middag, elke avond. Ik sta erop dat de oudste thuis komt eten over de middag, zolang hij een kleutertje is. Niet de hele middag op de speelplaats rond moeten hangen in de koude, wetende dat hij eigenlijk moe is, en hem lekker vers eten kan geven, even quality time want ‘s avond ben ik aan het werk. Het geeft me voldoening hem te zien smullen en daarna even te zien rusten hier thuis, z’n batterijen op te laden voor de rest van de namiddag op school.  Maar dit brengt natuurlijk met zich mee dat de voormiddag voorbij vliegt!! Drie uren lijken lang, maar als je erin alle kleine taakjes steekt én het eten maken, dan is die zo voorbij en blijft er geen seconde voor mezelf over.

De namiddag werd gespendeerd aan het zelfstandig werk, oudste van school halen en weer werken. Daarna de oudste in bed steken, nog even quality time met de jongste, inclusief melk geven en in bed stoppen. En dan eindelijk uitgeteld in de zetel ploffen.

Ik was toen eigenlijk al moe. Algemeen moe.

Ik mis de steun van mijn man

Toch voelde ik me vaak zo lui, alsof ik niets belangrijks had gedaan. Dit liet mijn man mij ook aanvoelen als er eens geen eten in huis was, of ik geen brood had gehaald, of iets anders was vergeten. Of als het huis er niet echt proper bij lag en dringend een poetsbeurt nodig had.

‘Je bent zoveel thuis, wat doe je dan de hele tijd eigenlijk?’

Hij ging voltijds werken, ik werkte slechts een beetje. Leg dat maar eens uit.

Hij helpt me normaal wel vaak met kuisen. En met eten maken als ik er niet ben of eens niet kan. Maar zolang ik zoveel thuis was, was dit mijn taak. Ik kreeg het niet uitgelegd als er iets van dit niet gelukt was. Dat begreep en begrijpt hij nog altijd niet. Intussen werk ik weer fulltime, ook weer in dienstverband dus. En ik krijg mezelf maar niet op rails. Alles lijkt nog moeilijker te worden.

Zwangerschapskilo’s blijven plakken

Fysiek voel ik me niet best. De borstvoeding stopte ik na 2,5 maand, en het leek of de kilo’s er weer bijvlogen nadien. Van de 10 die ik er al kwijt was, zijn er vier weer bij gekomen. Ik moet opnieuw 7 à 8 kg vermageren om op m’n gewicht voor de geboorte te zitten en dit lijkt maar niet te lukken.

Mijn buik voelt dik, vet, dat rolletje is zo vies. Mijn billen zijn zoveel te dik, passen niet in alle broeken en kleedjes. Dit zorgt ook nog eens voor dagelijkse frustraties bij mijn kledingkeuze. Mijn wangen en armen zijn te zwaar, mijn kin te dik. Ik wil van die kilo’s af en vind geen tijd, maar ook geen energie. Ik vind nauwelijks tijd voor mezelf. Mijn benen ontharen, mijn voeten behandelen, naar de kapper gaan… Ik wil mezelf verzorgd zien en krijg al deze dingen maar met zoveel moeite gedaan (nauwelijks dus)…

Mijn man laat me merken dat hij ziet dat ik weer verdikt ben, dat ik moet sporten en vermageren. Dat mijn voeten er niet goed uit zien. Dat hij me niet aantrekkelijk vindt op deze manier. Dat ik er iets aan moet doen. Hij snapt niet dat ik geen energie over heb. Dat ik moe ben. Dat ik er mooi uit wil zien, maar dat het werken op zich eigenlijk al lastig genoeg is en ik erna niets liever zou doen dan in de zetel te ploffen en niets meer te doen. Maar dan zijn er nog de kindjes. De uren werk tijdens de avond. Het huishouden. De administratie van de praktijk. Onze administratie. Ik moet het allemaal nog tussendoor doen.

Mijn man in de fleur van zijn leven

Mijn man lijkt in de fleur van zijn leven. Komt thuis, gaat lopen, gaat schilderen, ziet er steeds beter en gespierder en aantrekkelijker uit. En hij verwacht dat ook van mij, maar ziet niet dat ik het niet kan op deze manier. Dat ik eventjes op ben, zijn steun nodig heb. Dat ik in plaats van een zucht (omdat hij alleen met de kindjes thuis moet blijven), een duwtje in de rug nodig heb, een ‘ga maar schatje, ik neem het hier wel over’, een ‘zorg maar dat je er goed uitziet als je terug thuis komt ;)’… Want mijn schuldgevoel neemt momenteel de overhand waardoor ik alles op de lange baan schuif en al gewoon ‘tevreden’ probeer te zijn met hetgeen ik wel gedaan kreeg. Maar voldaan voel ik me niet, dat ben ik ook niet.

Ik wil me vrouw voelen, weer mooi zijn, zijn vrouw zijn. Blinken aan zijn zijde. Maar wanneer, en hoe?

Naar de kapper gaan voelt momenteel als m’n gezin in de steek laten, alles eigenlijk wat mezelf aanbelangt.

En naast al deze zorgen, draag ik dan nog eens de financiële last. Ik ben nog maar pas terug aan het werk en financieel is alles een ramp. Ik moest rekeningen betalen die ik niet kon betalen, ons potje was op en het geld dat binnenkwam was net voldoende voor de lening en eten. Niets extra. Ik had geen geld voor sommige rekeningen. Mijn man werd kwaad op mij als hij zag dat zijn loon alweer volledig weg was. Dacht dat ik het uitgaf. Zei dat hij de rekeningen vanaf nu zou betalen (voor de zoveelste keer). De deurwaarder stond hier aan de deur. Voor een stomme verzekering die niet betaald was. Ik kon in de grond zinken. Maar begrip is er hier niet voor…

Ik wou dat er een statuut bestond als ‘in zwangerschapsverlof’ waardoor je alles voor een half jaar op ‘hold’ kon zetten om toch zorgeloos van je kindje te kunnen genieten, zonder je van verzekeringen en andere zaken hoeft aan te trekken op administratief vlak.

De crash en mijn ouders als redders in nood

Ik ben gecrasht in de armen van mijn vader. Nadat hij had gezegd dat ik er toch voor had moeten zorgen dat er wat extra op de rekening stond (dat stond er, maar was al op). Nadat mijn moeder me gezegd had dat ik toch eens mijn boekhouding in orde ging moeten doen voor de boekhouder. Nadat mijn vader dit herhaalde. Nadat mijn moeder herhaaldelijk zei hoe het mogelijk was dat ik geen yoghurtjes voor m’n oudste in huis had. En geen koekjes.  Nadat ik me opnieuw ontoereikend voelde. Ik deed zo mijn best om alles rond te krijgen. Hoe kon het zo fout lopen? Wat deed ik dan verkeerd?

Ik heb huilend geroepen dat er geen euro meer op de rekening stond (wat echt zo was op dat moment), dat we wachtten tot het loon van mijn man werd gestort. Mijn ouders waren er niet goed van. Altijd opnieuw lijk ik voor alles de verantwoordelijkheid te dragen en ik wist niet hoe ik het verder moest.

Het is zo veel voor mij. Te veel.

Mijn ouders zijn wakker geschud, hebben het wel gezien en gevoeld dat het te veel is. Ze zijn er voor mij en doen zo hun best. De enige die het niet ziet, die met me samenleeft, en lief en leed zou moeten delen, is mijn man. Hij doet zijn best hier, poetste het hele huis nog afgelopen weekend. Hij is er voor z’n gezin, voor mij ook wel hoor. Hij maakt eten als hij laat moet werken tegen dat ik thuis kom, voor de kindjes ook. Hij doet heel veel voor ons. Ik kan niet zeggen dat hij egoïstisch is, maar toch voelt het zo vaak zo. Het komt erop neer dat hij z’n me-time goed inplant. En eigenlijk heeft hij gelijk dat hij tijd neemt voor zijn eigen ‘welzijn’. Maar hij ziet niet hoe lastig ik het heb.

Het zal wel goed komen

Ik moet zo vaak voelen dat ik een zaag ben, dat wat ik vraag niet normaal is, dat ik niet genoeg doe, niet snel genoeg, dat ik treuzel, en dat ik mezelf niet verzorg. Ik was bijna verdronken. Ik snakte naar adem en kreeg geen lucht. Hij zag het niet. Hij voelt het niet. Hij neemt het me zelfs kwalijk.

Mijn papa en mijn mama, zij hebben me uit de diepte getrokken. Ze hebben financieel geholpen, maar nog belangrijker voor mij: met een lief woordje, steun en een knuffel. Dat het goed zou komen. Ik ben hun kind. Ze zijn er altijd voor mij.

En dat is alles wat ik hierbij nodig heb: een begripsvolle blik, twee armen om me heen, sussende woorden en het gevoel er niet alleen voor te staan. Ik zal weer naar boven klimmen, stapje voor stapje. Ik moet.

Voor mijn kindjes.

Voor mijn man die ik zo graag zie.

Als ik dat extra duwtje in de rug zou krijgen van hem, dan vloog ik zo naar boven, en hoefde het niet klauterend.

Het zal wel goed komen. Dat weet ik.