Kinderen: de theorie versus de praktijk
Ideeën die ik had
Mijn kindjes zullen mij echt de hele nacht niet wakker houden hoor. Ik houd de touwtjes strak in handen. Het is kwestie van structuur aanbrengen, en dan voet bij stuk houden!
Haha. Hahahaha. Hihihihihi. Hiiiiiii.
Right. Dat was toch eventjes fout gedacht. Je hebt het gewoon niet allemaal in handen. Een baby van twee weken heeft nog niet veel boodschap aan ‘structuur’. Zeker niet als ie last heeft van, ik zeg maar iets, reflux. Of gewoon een groeispurtje. Of later, van tandjes die bijna doorkomen. Of een kinderziekte die hoge koorts geeft.
Dus neen, ik heb de touwtjes niet zo strak in handen. Het is gewoon doorperen. En hopen dat ze snel doorslapen. En ja, het dus toch iets vermoeiender dan ik gedacht had, mama zijn :-).Zich op de grond smijten? Niet luisteren, in het openbaar? Maar neen, niet mijn welopgevoede kroost!
Luisteren zullen ze. Zich gedragen! En nee, als ik zeg dat het zo zal zijn, is het zo.
Ok, de realiteit is dus een piepklein beetje anders. Hebben we hier al meegemaakt (een greep uit een gevarieerd aanbod):
- Kind wil schoenenwinkel niet uit, houdt zich aan elk obstakel vast alsof het een reddingsboei is in een wildwaterrivier. En krijst zo hard dat er al snel een halve winkelstraat op staat te kijken.
- Kind loopt weg in cinemazaal. De achtervolging wordt ingezet met succes, gevolgd door een moeilijk van het netvlies te branden wandeling naar de auto. Er wordt gekrijst (kind), geroepen (moeder), gesleurd ... It's not pretty.
- Kind begint te roepen bij ingang supermarkt en stopt pas bij thuiskomst, na ook nog een helse autorit. Supermarktbezoek wordt even geschrapt.
Dus luisteren mijn kids? Euhm ja, behalve als ze dat eens occasioneel niet doen. En uiteindelijk, wat is luisteren? Horen is ook al wat?
En het goede nieuws is: als mama ben je het altijd heel snel vergeten, die iets mindere momentjes. Want die monstertjes, die zijn wel van jou. En je ziet ze dolgraag, whatever they do.Ik ga niet alleen praten over mijn kinderen. Mijn leven eindigt niet he. Het begint!
Wel. Ik praat niet ATLIJD over mijn kinderen. Af en toe lukt het om iets anders te vertellen. Zo af en toe eens. Occasioneel :-).
Het blijkt toch namelijk wel in realiteit dat mijn kinderen mijn trots zijn. Ik ben zo vol van hen, van wat ze allemaal kunnen, wat ze allemaal uitspoken … Mijn excuses dus aan iedereen die al drie keer hetzelfde verhaal heeft moeten aanhoren over de eerste zwemles, of hoe goed ze wel kan kleuren, wat voor grappigs ze nu weer verteld heeft …Mijn kindjes zullen altijd beleefd zijn, ‘hallo’ en ‘daag’ en ‘dank u wel’ zeggen.
Kuch. Ze moeten dat van mij. Maar ze doen dat niet altijd van harte. Soms moet ik zelfs gigantisch zagen, af en toe dreigden met draconische straffen ...
Maar ik ben er wel zeker van: de aanhouder wint! De aanhouder wint echt. Wint. Echt. Het is een klein beetje vermoeiend wel, soms. Laat ons zeggen: het is duidelijk geen genetische predestinatie, die beleefdheid.Ik ga mijn kindjes doodgraag zien.
Helemaal juist. En toch: ik had nooit kunnen voorspellen, bedenken, voelen wat dat echt betekent ‘doodgraag zien’. Want je ziet ze nog liever, die sprotjes, dan je ooit had kunnen voorspellen. Je kende dat gewoon nog niet, dat soort graag zien. Onvoorwaardelijk.