Terug de medische mallemolen in
Mijn vriend en ik besloten al snel dat we na de geboorte van onze dochter, een kleine twee jaar geleden ondertussen, geen anticonceptie zouden gebruiken. Logisch denk je misschien, als je vier jaar moet wachten op een zwangerschap, en die logica volgden wij ook. Stiekem hoopten we dat onze tweede spruit zonder medische hulp zou verschijnen. Je hoort dat immers zo vaak dat we het bijna gingen geloven.
Brute pech
Na een periode borstvoeding te hebben gegeven, kwam mijn cyclus terug op gang. Erg vreemd voor een PCOS-er wel, en nog vreemder om te aanschouwen dat deze nog vrij regelmatig was ook... Ik moest er zelfs even aan herinnerd wat een cyclus nu ook alweer was.
Zonder het te beseffen, werden we in januari dit jaar spontaan zwanger. Jammer genoeg had ik in februari plotse bloedingen en krampen. Ik had eerder mijn regels gehad, waardoor ik de link met een eventuele zwangerschap niet legde. Ik, spontaan zwanger? Neeeuh?! Groot was onze verbazing dan ook toen we begin maart in de fertiliteitskliniek (ja, ons geduld was over) te horen kregen dat er zwangerschapshormoon in mijn bloed was teruggevonden. Beetje bij beetje kwam het besef ... Die bloedingen van enkele weken geleden, dat was dus een miskraam.
Brute pech gehad, dachten we.
Teleurstelling maar ook hoop
De teleurstelling was er, maar ergens gaf dit ook hoop: hey, ik was spontaan zwanger geworden! Een hele prestatie voor mij, dikke duim mama! Ik begon te twijfelen of de miskraam misschien het gevolg was van het tekort aan ondersteunende medicatie, zoals ik bij mijn ivf-dochter wel had gekregen. Toch maar die medische mallenmolen terug in, zucht…
Eerst wachten tot het zwangerschapshormoon terug op 0 stond, en toen kon ik me voorbereiden op een nieuwe pick-up van eicellen. In mei kregen we dan een eerste terugplaatsing van een embryo, een vers, de hoop was groot.
En jawel, een tijdje later kregen we het nieuws dat we opnieuw zwanger waren. Na enkele dagen kreeg ik echter al een heel raar voorgevoel: iets in mij gaf aan dat ik deze zwangerschap niet zou uitdragen. Ik kan het gevoel niet verwoorden, maar het was vreselijk.
Mijn gevoel werd werkelijkheid: het HCG in mijn bloed steeg onvoldoende snel en er werd een leeg vruchtzakje gespot op de eerste echo. Vreselijk hoe je je nachtmerrie waarheid ziet worden. Ik kreeg een week ziekteverlof voorgeschreven en ik mocht een miskraam opwekken. Vre-se-lijk.
Opgeven? No way!
Maar opgeven? No way. Vastbesloten waren we om opnieuw voor een terugplaatsing te gaan eens mijn HCG op 0 zou staan. Straffer nog, ditmaal zouden we voor twee embryo’s gaan. De tijd tikte immers voorbij, onze wens was sterk, en idealiter zouden we drie kinderen willen. En liefst ASAP aub. Ik wacht immers op de moment om alle spuiten, vaginale tabletten, neussprays, pillen, .. met veel enthousiasme in de vuilbak te kunnen zwieren. Korte pijn dan maar, een tweeling was welkom, dus twee embryo’s voor ons astublieft.
In augustus was het dan zo ver, de terugplaatsing van twee embryo’s. Deze keer werd ik ook nog opgevolgd door een voetreflexologe en deed ik letterlijk alles wat ze aan advies gaf en wat ik op internet kon terugvinden: tijdens de hittegolf zat ik met wollen pantoffels achter mijn bureau op het werk, ik dronk enkel nog warme dranken, slaatjes schrapte ik consequent uit mijn menu, ik had er écht alles voor over.
Begin deze maand kregen we opnieuw het nieuws zwanger te zijn. Direct maakten we de reflex: wat als het er twee zijn?! Nu werd het plots wel heel concreet. Spannend en angstaanjagend tegelijk. Toch hield ik mijn voetjes op de grond: na twee ontgoochelingen, een fertiliteitsparcours van ondertussen meer dan zes jaar en een heleboel hormonen die bijna je levensgezellen zijn geworden, wordt een mens al eens nuchter. Of eerder bang, je mag kiezen.
Mijn zelfbescherming was spijtig genoeg alweer terecht. Het HCG in mijn bloed was na 1 week quasi tot het nulpunt gedaald. Drie keer na elkaar. Drie keer in een jaar. En het jaar is nog niet gedaan, wat zal het ons nog brengen?! We dachten dat het na onze eerste zwangerschap zoveel gemakkelijker zou gaan, dat we later ook konden zeggen: “Hadden we dat geweten?!”. Niet dus, toch niet tot hiertoe.
Mijn dochter is een wonder
Deze week stond mijn wereld even stil, vanaf maandagnamiddag meer bepaald. Nu geniet ik vooral even van mijn dochter. Ze was al een wonder, dat heb ik steeds beseft, maar haar komst wordt hoe langer hoe minder vanzelfsprekend. En dat maakt me bang, voor wat er nog gaat komen. En vooral: wat als er haar iets overkomt?!
Ik probeer me te verzoenen met het idee dat het misschien bij één zal blijven. We hebben nog 1 cryo en nog 3 terugbetaalde pick-ups te goed. Op zich nog kansen genoeg, zou je denken. Maar hoeveel miskramen kan een mens aan? Hoe ver wil ik mijn lichaam nog drijven? Hoeveel tijd wil ik nog opofferen met verdrietig te zijn om wat er misschien niet komt? Tijd die ik evengoed kan gebruiken om gelukkig te zijn met wat ik wel heb: een crème van een kind. Het is een dubbeltje op zijn kant. Een onmachtige strijd. En toch ben ik niet van plan om direct op te geven.
Of het pure pech is, of mijn miskramen een medische oorzaak hebben, dat wordt hopelijk snel onderzocht. Wat de toekomst ons nog zal brengen, is momenteel nog een raadsel. Dat we onze dochter doodgraag zien, is een gegeven. Sinds een kleine twee jaar weet ik dat mama zijn het mooiste geschenk is dat ik ooit heb mogen ontvangen. Moest de medische wetenschap niks meer voor mij kunnen doen, dan wil ik hen alvast hiervoor bedanken. Het was het allemaal waard.