3096fi.jpg

Wanneer moet je kind naar de logopedist?

18/09/2018

Kindjes groeien en ontwikkelen op hun eigen tempo. Dat geldt ook voor hun spraak- en taalontwikkeling: kleine verschillen tussen kinderen hoeven niet altijd alarmerend te zijn. Maar het is niet altijd eenvoudig om uit te maken wanneer precies je wel best professioneel advies of hulp inschakelt. Logopediste Nele schept duidelijkheid.

Baby’s en logopedie

Met een baby moet je pas aankloppen bij een logopedist als je wordt doorverwezen door Kind & Gezin, de huisarts, kinderarts of NKO-arts ... Laten we wel wezen: vóór de leeftijd van 1 jaar worden zelden kinderen doorverwezen, tenzij in het kader van een ruimere problematiek (aangeboren of kort na de geboorte ontstaan), zoals bij kinderen met ernstige gehoorstoornissen, premature kindjes, kinderen met hersenverlamming... In dat geval vinden ouders snel hun weg naar de juiste instanties dankzij het medische team dat het kindje opvolgt. Meestal is dan advies van en begeleiding door een multidisciplinair team aangewezen, waarvan een logopedist dan doorgaans deel uitmaakt. 

We houden het hier op kinderen die een vlotte en gezonde start kennen, maar die op een bepaald moment toch moeite krijgen met de spraak- en taalontwikkeling. 

Rond de leeftijd van 1 jaar

Het is uiteraard normaal dat je kindje nog niet spreekt, maar de non-verbale communicatie moet zich wel volop ontwikkelen. Een logopedist kan advies geven (en eventueel nagaan wat de oorzaak is) wanneer je baby

  • rond zijn eerste verjaardag moeilijk tot gedeelde aandacht komt (bijvoorbeeld samen met mama een speelgoedje ontdekken, lachen, knuffelen ...).
  • niet probeert te communiceren door middel van oogcontact, lachen, wijzen, gebaartjes, kirren, gillen, vocaliseren, brabbelen ...
  • niet echt reageert op gesproken taal.

In sommige gevallen zal een uitgebreider ontwikkelingsonderzoek nodig zijn. 

Tussen 1 jaar en 15 maanden

Je peuter laat steeds meer van zich horen, letterlijk :-). Advies van een logopedist is nuttig wanneer je kindje

  • weinig of niet brabbelt.
  • geen (proto)woordjes laat horen.
  • eenvoudige begrippen in de dagelijkse routine niet lijkt te verstaan.

Tussen 18 maanden en 2,5 jaar

In deze periode leert je kindje volop nieuwe woorden bij. Je kunt best even informeren bij een logopedist als je peuter

  • weinig tot geen woordjes bijleert.
  • geen woordjes probeert te combineren tot tweewoordenzinnetjes.
  • eenvoudige opdrachten en vraagjes (zoals ‘gaan we een boekje lezen?’ of ‘waar is papa?’) moeilijk lijkt te begrijpen. 

Tussen 2,5 en 3 jaar

Je peuter begint stilaan te praten in korte zinnen. Het is nuttig langs te gaan bij de logopedist wanneer hij

  • hoofdzakelijk (of uitsluitend) communiceert aan de hand van losse woordjes.
  • geen korte zinnetjes vormt.
  • moeilijk opdrachtjes begrijpt, thuis en op school.

Bespreek het bij zo’n jonge kindjes ook met de juf of meester op school. Een ervaren kleuterleid(st)er weet heel goed dat de taalontwikkeling enorm variëert van kind tot kind, maar zal je bij twijfel of beginnende moeilijkheden zeker aanraden om logopedisch advies in te winnen. Maak je echter geen zorgen als je kindje nog regelmatig moeilijk verstaanbaar is (zeker voor buitenstaanders) of nog niet alle klanken perfect kan uitspreken. 

3 tot 4 jaar

Raadpleeg een logopedist wanneer je kleuter

  • nauwelijks in zinnen praat – dat mogen gerust nog korte zinnetjes zijn van 3 tot 5 woorden met ‘vormelijke foutjes’; voor de stap naar samengestelde zinnen heeft je kindje nog tijd :-))
  • grotendeels onverstaanbaar is en bijvoorbeeld meerdere klanken niet kan uitspreken (en zeker als je merkt dat dit hem frustreert).

Maak je echter vooral geen zorgen om de uitspraak van de ‘r’ of de ‘s’ of medeklinkerverbindingen zoals ‘gr-‘ of ‘sch-‘. Een kind heeft nog ruim de tijd tot de leeftijd van 5 à 6 jaar vooraleer deze klanken en klankverbindingen er correct moeten uitkomen. 

4 tot 6 jaar

Een logopedisch onderzoek en eventueel therapie zijn aan de orde wanneer je kind

  • geen lange (samengestelde) zinnen leert te gebruiken.
  • geen correcte zinnen kan vormen (hier en daar een foutje tegen onregelmatige vervoegingen en verbuigingen kan zeker nog).
  • moeilijk verstaanbaar blijft voor vreemden.
  • bepaalde klanken nog steeds niet kan uitspreken.
  • moeite heeft met het vertellen van coherente verhalen.
  • de verbale opdrachten op school moeilijk of verkeerd begrijpt.

In de derde kleuterklas wordt je kindje voorbereid op de grote stap naar het eerste leerjaar. Wanneer dat niet helemaal loopt zoals het moet, kan de kleuterleid(st)er doorverwijzen naar een logopedist. Zeker wanneer het gaat om het fonologisch bewustzijn (lees: vaardigheden zoals woorden verdelen in lettergrepen, lettergrepen samenvoegen om woorden te vormen, rijmen ...), de kennis van rekenbegrippen (meer, minder, eerste, laatste ...) en het begrip van (meervoudige) opdrachten. Het is ten slotte belangrijk dat je kindje alle klanken en klankcombinaties correct kan uitspreken tegen de tijd dat het leert lezen. 

Logo in andere gevallen

Daarnaast ga je best ook langs bij een logopedist wanneer je kindje

  • lange tijd of regelmatig hees is.
  • begint te stotteren en deze onvloeiendheden lange tijd aanhouden (vraag dan zeker het advies van een gespecialiseerde logopedist-stottertherapeut).
  • duimzuigen, open-mondgedrag of andere afwijkende mondgewoontes moeilijk afleert.

And last but not least, wanneer je je als ouder blijft zorgen maken over de spraak- en taalonwtikkeling van je kind, aarzel dan niet om deskundig advies in te winnen. Vaak word je overspoeld door goedbedoelde tips van leerkrachten, grootouders, buren ... maar enkel een deskundig hulpverlener als een logopedist kan (eventueel op basis van een gestandaardiseerde test) de meest efficiënte raad geven.