Praten met je kinderen over beperkingen: de Paralympische Spelen als start
Je kindje ziet iemand met een lichaam dat er anders uitziet dan dat van jou. En dan komen er vragen. Vragen of opmerkingen die een kind er zonder schroom – in zijn of haar ogen gewoon heel eerlijk – uit flapt.
‘Waarom heeft die meneer geen benen?’, ‘Wat is er die mevrouw haar arm gebeurd?’ of ‘Waarom stapt die zo gek?’. En meer van dat. Herkenbaar?
Het is belangrijk om met je kind al op jonge leeftijd te praten over beperkingen en alle verschillende manieren waarop het lichaam van mensen er kan uitzien of functioneren.
Maar veel ouders vinden het moeilijk of voelen zich niet in staat om dat gesprek aan te gaan. Velen onder ons zijn opgegroeid in een maatschappij waarin we geleerd hebben om dat soort vragen voor ons te houden.
De Paralympische Spelen als kapstok
Dan zijn sportevenementen zoals de Paralympische Spelen een geschenk. Ze geven je de kans om op een positieve manier met kinderen over beperkingen te praten en de ongelooflijke prestaties van de atleten te benadrukken. Ze geven je ook de kans om het onderwerp thuis aan te snijden, zonder de extra stress dat vreemden meeluisteren naar je antwoord.
Enkele tips om vragen te beantwoorden en te praten over verschillen en beperkingen.
1. Ga het gesprek niet uit de weg
Het helpt mensen met een beperking niet als je tegen je kind zegt dat het stil moet zijn of dat het onbeleefd is om vragen te stellen als ze het onderwerp ter sprake brengen.
“Het bespreken van beperkingen leidt tot het normaliseren, wat leidt tot een beter begrip van de behoeften van diverse gemeenschappen,” weet Shree Thaker, directeur communicatie en partnerschappen voor de Amputee Coalition (VS).
Hoe beter kinderen zich bewust zijn van de behoeften van anderen, hoe groter de kans dat ze in de toekomst meehelpen om toegankelijke ruimtes te creëren. Het is belangrijk om niet tegen kinderen te zeggen: ‘niet kijken’ of ‘geen vragen stellen’.
De enige reden waarom kinderen staren of wijzen is omdat ze nieuwsgierig zijn. Als je ze de kans geeft om nieuwsgierig te zijn en vragen te stellen, kunnen hun hersenen groeien en begrijpen wat verschillen zijn.
Als kinderen specifiek vragen stellen over het verlies van ledematen of ledematen die er anders uitzien, kan je zeggen dat ‘sommige atleten die meedoen aan de Paralympische Spelen zo geboren zijn, terwijl anderen een ongeluk of ziekte hebben gehad. Sommigen hebben een visuele beperking en gebruiken hulp van mensen of andere zintuigen om hun sport te kunnen beoefenen. Je hoeft daarbij niet in details te treden als je het verhaal van een bepaalde atleet niet kent.
Leg uit dat protheses hulpmiddelen zijn, net als vele andere soorten hulpmiddelen die mensen gebruiken. Als je kind ze nog niet eerder heeft gezien, kan het ook vragen hebben over protheses, zoals de hardloopblades die atleten gebruiken.
2. Wijs op de mooie prestaties van atleten zonder ze in een hokje te duwen
Praat op dezelfde manier over Paralympische atleten als over iedere andere olympische atleet. Het normaliseert opnieuw en voorkomt dat je kind iemand als ‘anders’ of ‘vreemd’ ziet.
Een manier om dat te doen? Vergelijk niet. En prijs de atleet te prijzen op basis van zijn of haar vaardigheden in plaats van op basis van het hulpmiddel dat hij of zij gebruikt.
Je zou bijvoorbeeld kunnen zeggen: ‘Kijk eens hoe snel ze loopt!’ in plaats van te benadrukken ‘Kijk eens hoe snel ze loopt met die blades!’. Net zoals je ook nooit zegt: ‘kijk eens hoe snel zij loopt voor een meisje’.
3. Praat over elke atleet als een persoon
Het is belangrijk dat je een beperking behandelt als slechts één deel van iemands persoonlijkheid. Een beperking is een deel van iemand identiteit, niet zijn of haar hele identiteit.
Praten op een respectvolle manier over beperkingen te praten is een belangrijke vaardigheid, omdat kinderen mensen met een beperking niet alleen op het podium van de Paralympische Spelen zullen tegenkomen, maar ook in hun omgeving bij alledaagse dingen, zoals boodschappen doen.
De Paralympische zijn een geweldige kans voor kinderen om te zien wat mensen met een beperking kunnen doen. De atleten ‘slagen als hun beste zelf’, strijden tegen atleten van hetzelfde niveau, en om dat te kunnen moeten ze heel wat trainen en inspanningen leveren.
4. Het is oké om te zeggen dat je iets niet weet
Je zal niet altijd een antwoord hebben op elke vraag die je kind je stelt – of dat nu gaat over verschillen in ledematen of een ander onderwerp. En dat is niet erg. Durf dus gerust zeggen ‘ik weet het niet, laten we je samen eens ontdekken’.
Door het gesprek aan te gaan in plaats van het af te wijzen, kan je de vragen van je kind mee helpen beantwoorden en evolueren in de richting van een meer inclusieve manier van denken.
Bron: vrij naar Huffington Post