Frederieke schrijft een ode aan haar dochtertje Fleur.
Dag lieve Fleur,
Jij bent mijn dochter,
Jij bent mijn tweede kind,
Jij bent het zusje van Joas,
Jij bent de zus van Jurre,
Jij bent lief,
Jij bent slim,
Jij bent ondeugend,
Jij bent eigenzinnig,
Jij houdt van eenhoorns, hartjes en jurkjes,
Jij houdt van van modder, vies worden, en tikkertje spelen,
Jij kan urenlang met klei spelen,
Jij speelt graag in de speeltuin,
Jij bent een buitenkind,
Jij praat niet,
Jij hebt een spraakstoornis,
Jij doet er alles aan om te leren praten,
Jij gaat naar een vroegbehandelgroep,
Jij communiceert met gebaren,
Jij bent geweldig,
Jij bent veel meer dan een spraakstoornis,
Jij bent ons meisje.
