prematuur in couveuse

Ons zoontje werd tien weken te vroeg geboren door placentaloslating

14/06/2022

Na meer dan twee jaar fertiliteit werd onze grootste wens vervuld: ik had dankzij IVF het geluk terug zwanger te zijn. We konden ons toen driejarige zoontje trots vertellen dat hij grote broer zou worden. 

De zwangerschap verliep vlekkeloos, tot ik op 30 weken plots erge buikpijn kreeg. Via spoed werd ik naar de verloskamer gebracht. Ik herkende de pieken en dalen op de monitor van bij mijn vorige bevalling: dit waren weeën. Uit de eerste onderzoeken bleek al snel dat ik de beginverschijnselen van een zwangerschapsvergiftiging had. Toen het woord ‘longrijping’ viel, werd het voor mij pas een reality check dat we mogelijks een vroeggeboorte zouden hebben. 

Ons eerste zoontje werd vier dagen te laat geboren nadat ik werd ingeleid, 24u in arbeid was en er tijdens het persen een spoedkeizersnede moest worden uitgevoerd omdat hij vast zat. Ik dacht dus echt dat ik tot de categorie mama’s behoorde waar ze het kind uit moesten sleuren. Naïeve ik. 

Toen voelde ik wat geen enkele zwangere vrouw wil voelen. Mijn broek werd nat. En het werd erger, het was geen vocht maar bloed. Veel bloed. Plots stond onze kamer vol dokters en verpleegkundigen. De baby moest er nú uit, want de placenta was losgekomen dus was er geen voorziening meer van zuurstof en voeding. Nog nooit in mijn leven was ik zo bang.

Ik huilde dat we ons kindje zouden verliezen. Mijn gynaecoloog stelde ons gerust dat als ze snel handelden, ons kindje nog veel overlevingskans had. Ik mocht onder de 32 weken zwangerschap eigenlijk niet bevallen in dit ziekenhuis, maar er was geen tijd om ons nog te transfereren. Ze liepen met mijn bed door de gangen naar het operatiekwartier. Mijn man kon evenmin bevatten wat er aan het gebeuren was en liep mijn bed huilend achterna. Ik werd onder narcose gebracht en ons zoontje werd slap en blauw op de wereld gezet. Ondertussen was er een gespecialiseerd team van Middelheim toegekomen die hem de beste zorgen konden geven. 

Toen ik wakker werd, kreeg ik te horen dat ons zoontje met de ambulance naar de dienst Neonatale Intensieve Zorgen  van het Middelheim was gebracht. Het enige wat ik had was een foto van hem. Zodra het kon werd ik met de ambulance naar hem vervoerd. Vasthouden mocht nog niet, hem zien was moeilijk want ik geraakte niet recht en hij lag in de couveuse. Het enige wat ik kon, was hem aanraken. 

Mits de nodige ondersteuning stelde hij het gelukkig meteen goed. De eerste weken was ik echter erg bezorgd over onze hechting. Ook al draaide mijn wereld dag en nacht rond hem, ik had het gevoel dat ik hem niet genoeg kende en niet genoeg voor hem kon doen. Ik voelde me soms meer een stagiaire verpleging die sukkelde met de draden en de monitor dan een mama. Maar door elke  drie uur melk voor hem te kolven en elke dag huid op huid met hem te knuffelen groeide stilaan mijn mamagevoel. 

De weken en maanden daarna waren een enorme rollercoaster. Het was heel moeilijk om gelukkig te zijn na wat er was gebeurd. Heel het derde trimester was van ons afgepakt zonder dat we ons daarop hadden kunnen voorbereiden. Mijn zwangere buik was plots gewoon weg. Ik heb me twee maanden lang afgesloten van alles en iedereen. Om infectiegevaar te vermijden, maar ook om niet telkens opnieuw ons verhaal te moeten vertellen tegen mensen die nog van niets wisten. De eerste keer terug aan de schoolpoort gaan staan zonder zwangere buik en tegelijk zonder Maxi-Cosi was heel moeilijk. Ik wou alleen mijn man. Niemand anders zou ooit kunnen begrijpen hoe alles voelde. Al die tijd doorbrengen in het ziekenhuis in combinatie met ons ander zoontje, ik snap niet hoe we dat gedaan hebben. We logen soms tegen hem over waar we altijd naartoe gingen omdat we niet wilden dat hij zijn broertje iets zou kwalijk nemen. 

Het waren twee lange slopende maanden waarbij we zo vaak andere ouders hebben zien komen en gaan op de prematurenafdeling voor veel kortere opnames. Elke keer dat ik weer opnieuw van achter ons gordijntje de info over ‘naar huis met je prematuur’ hoorde - tegen andere ouders weliswaar - liepen de tranen over mijn wangen. Wanneer was het eindelijk aan ons? 11 januari was eindelijk die dag. De dag dat we thuis een gezinnetje konden zijn. 

Ik zou graag vertellen dat ik vanaf toen op een roze wolk zat, maar dat was allesbehalve het geval. Finn was heel onrustig en kon zijn slaap niet vinden. Draagdoek, witte ruis en ons volledig afzonderen van lawaai in een donkere ruimte was de enige optie hem te laten slapen. Was het dus eindelijk tijd om te genieten van babybezoekjes en schattige newborn dingen? Nee, absoluut niet. 

Maar na een tweetal maanden thuis begon de rust meer en meer terug te keren. Finn kreeg medicatie tegen reflux en we voelden hoe het leven elke week weer een stukje gemakkelijker, normaler en mooier werd. Nu zijn we zes maanden verder en genieten we elke dag van zijn vrolijkheid. We zouden hem niet meer kunnen missen. We denken nog vaak aan wat ons is overkomen, maar hij was het allemaal waard! <3

 

Jill Janssens