Onverwacht - Over hoe ons dochtertje onverwachts 10 weken te vroeg ter wereld kwam
De zwangerschap
Rond 23 weken zwangerschap begon ik soms wat harde buiken te krijgen. We waren op vakantie en ik dacht zoals iedereen ook zei ‘je hebt er al eentje lopen, een tweede zwangerschap is sowieso zwaarder’.
Eens terug aan het werk voelde ik soms duidelijk dat mijn baarmoeder samentrok. Na een paar stevige werkweken, gevolgd door een toch wel vermoeiend familieweekendje, kreeg ik op de terugweg naar huis opnieuw harde buiken, maar deze keer gedurende meer dan een uur en om de 5minuten. Ze waren niet heel pijnlijk maar toch stevig.
Ik panikeerde en belde mijn vroedvrouw die me adviseerde om eens thuis een warmwaterkruik op de buik te leggen en te rusten en indien het dan niet zou overgaan naar het ziekenhuis te gaan. Ik was op dat moment 27 weken zwanger. Na een uurtje thuis werd alles weer rustig en ging ik slapen. Ik besloot wel om de volgende dag niet naar Nederland te gaan voor het werk zoals voorzien was. Ik rustte een dagje en ging de dag er op terug aan de slag.
Maar de volgende dagen kwam het ’s avonds en vervolgens ook overdag soms terug. Ik besloot naar de huisarts te gaan en zij schreef me twee weken rust voor. Ik ging ook naar het verloskwartier op controle en werd er volledig gerustgesteld. Er was geen opening of ander teken van arbeid. Het waren dus effectief gewone, ‘onschadelijke' oefenweeën geweest, oef!
Toch bleef ik de volledige twee weken thuis op aanraden van de huisarts. De tweede week had ik geen contracties meer, ik was goed uitgerust en keek er naar uit om die maandag terug aan de slag te gaan. ‘Nog 8 weken werken en dan start mijn zwangerschapsverlof!’ Tenminste, dat dacht ik.
Tot ik zondagavond plots een enorm pijnlijke steek kreeg rechts onder in de buik. Ik had dit eerder ook al eens gevoeld, in lichtere vorm, toen was het overgegaan met warmte. Mijn man bracht me opnieuw Dafalgan en een warmwaterkruik, maar tegen dat hij er was, schreeuwde ik het al uit van de pijn. Ik wou naar het toilet gaan, maar halverwege zakte ik op de grond van de pijn. Mijn man belde in paniek naar onze vroedvrouw die ons meteen naar spoed stuurde.
Opname in het ziekenhuis
Een halfuur na de pijnscheut denk ik dat we al in spoed waren. Ik had zoveel pijn dat ik niet eens uit de auto geraakte. Drie ambulanciers hebben me moeten helpen. Ik kon mijn rechterbeen niet bewegen en schreeuwde het uit van de pijn. Zo snel als mogelijk legden ze me op een brancard om me naar het bevallingskwartier te brengen. Ik zei nog dat ik geen weeën had, maar een enorme steek rechts onder. Het leek wat op een ontstoken appendix, maar die had ik niet meer dus kon het niet zijn, maar ik was overtuigd dat er iets gesprongen was of gekneld, of … geen idee wat. Gezien ik 30weken zwanger was, moesten ze me sowieso, wat het ook was, naar het bevallingskwartier brengen, legden ze me onderweg uit.
In geen tijd stonden er plots tientallen dokters, verplegers, vroedvrouwen, .. rond me. De ene nam bloed af, de andere mijn bloeddruk, de monitor werd aangelegd, temperatuur genomen, ik deed mijn verhaal aan meerdere personen van wie ik naam, gezicht noch functie herinner. En dan plots kwam de shock: “Mevrouw, u hebt 6cm ontsluiting en bent in arbeid. U moet zich voorbereiden op een spoedkeizersnede want de baby ligt in stuit. De pediaters komen meteen langs om meer uitleg te geven, maar weet dat jullie baby’tje erg klein zal zijn.”
We wisten niet wat we hoorden. Ik kwam helemaal niet om te bevallen, ik had een geknelde zenuw of iets met een darm of zo. Ik was helemaal niet aan het bevallen… ik snapte er niets van. Tranen liepen over mijn wangen en ik zag de schrik in de ogen van mijn man. 30 weken... ‘Wat kan een baby van 30 weken, en vooral: wat nog niet? Hoe groot is ze, wat zal er met haar moeten gebeuren, gaat dit wel goed aflopen, …’
Bij mijn eerste zwangerschap wist ik op elk moment in welke fase ons dochtertje zat, wat haar lichaam al kon etc. Ik volgde het allemaal via mijn app. Maar tijdens deze zwangerschap was alles al zo snel gegaan. Ik had onlangs nog tegen mijn man gezegd dat ik nog niet echt had kunnen genieten van de zwangerschap en dat ik plots al halfweg was. Ik had dus geen idee...
Veel tijd om te denken hadden we echter niet. Er bleven maar artsen langskomen, nogmaals mijn verhaal doen, … En dan kwam het enigszins verlossende nieuws: “Er is geen infectie, dus we kunnen weeënremmers opstarten in de hoop dat het weer rustig wordt.”
Ik kreeg een klein sprankeltje hoop dat het allemaal zo erg niet zou zijn en dat ik het gewoon de rest van de zwangerschap rustig zou moeten houden. Maar ik kwam snel weer met de voetjes op de grond. Ze legden me uit dat zelfs al zou de weeënremmer aanslaan, ik - gezien de nog maar 30 weken zwangerschap en de 6cm opening - sowieso niet meer naar huis zou mogen. Ze startten ook meteen met spuitjes voor de longrijping van het baby’tje zodat, moest ze toch snel komen, er een grotere kans zou zijn dat ze zelfstandig zou kunnen ademen.
Tijdens de nacht voelde ik alles rustiger worden en de volgende dag kreeg ik een kamer. Dit zou dus mijn kamer worden voor de komende weken. Vier weken was eigenlijk het doel. Minimum 2, liefst 4 of meer uiteraard. ‘Wat een opluchting!' was mijn gevoel op dat moment. Na een nacht van paniek was er een plan, en ik leek niet meteen te gaan bevallen, goed zo! Ik verwittigde mijn werk, want ik zou sowieso niet meer terugkeren en dus meer dan twee maand eerder dan voorzien stoppen met werken. Onwezenlijk maar OK, als dit is wat ik moet doen, dat is het zo!
’s Nachts kon ik moeilijk slapen, ik begon te beseffen hoe moeilijk het allemaal zou worden. 1à2 maand in het ziekenhuis terwijl mijn man zou gaan werken en alleen voor onze dochter Lucie zou moeten zorgen. Wat zou dat met haar doen? Zo lang gescheiden van mama… Wanneer zou ik haar kunnen zien? Wat een eenzame triestige periode stond ons te wachten.. zo had ik het me niet voorgesteld...’ Met deze emoties begon ik de volgende dag, mijn verjaardag.
Ter controle werd de monitor weer aangesloten en daar bleek toch weer wat activiteit uit… Zelf voelde ik niets speciaals. De gynaecologe kwam langs, ik kreeg opnieuw een Dafalgan en warmwaterkruik, bleef aan de monitor, en moest het laten weten als ik iets zou voelen. Die middag at ik nog uitgebreid en kreeg ik zelfs een extra stuk taart voor mijn verjaardag. (iets wat de anesthesist wat later die dag niet kon begrijpen, zo kort voor de bevalling?! maar wist ik veel.)
Na een tijdje riep ik de verpleegster om te melden dat ik heel lichte menstruatiepijn had. De gynaecoloog kwam langs voor een echo en nog wat later ging ik naar het toilet en zag ik dat ik bloed verloor. Meteen kwamen extra artsen en in geen tijd kwamen we weer in de sfeer van zondagavond terecht: “u bent in arbeid, we gaan het niet meer kunnen uitstellen..” Hoe kon dit nu zo plots?! ik had niets voelen aankomen, ik hing nog aan de weeënremmer?!
De bevalling
We konden nog kort met een pediater spreken die ons snel voorbereidde op wat zou komen en dan gingen we naar het verlossingskwartier. Inmiddels voelde ik duidelijk weeën. Toen pas begon ik te beseffen: ‘dit is dus echt, dit gaat echt gebeuren...’ Onder epidurale probeerden ze ons meisje nog te draaien, maar toen dat niet lukte werd alles in gereedheid gebracht voor een keizersnede. Er kwam heel wat volk bij te pas: pediaters, gynaecologen, anesthesisten, … De laatste persoon die binnenkwam voor ze begonnen met de keizersnede zei nog: “Ik lees net in uw dossier dat het uw verjaardag is vandaag”. En vervolgens iedereen door elkaar: “Oh, een dochtertje met dezelfde verjaardag!”, “Gelukkige verjaardag!”,… Een heel gek moment in zo’n situatie. Surreëel..
Verder is de herinnering hier al ietwat vaag, het ging allemaal zo snel... Ik weet wel nog dat ze ons door het ‘luikje’ lieten kijken op het moment dat ze uit de buik werd gehaald en dat ik meteen dacht: oh, het is echt een minimensje. Ik weet niet wat ik verwachtte maar ik was zo blij te zien dat ze een gewoon baby’tje was, helemaal af, haartjes en al. Gewoon een baby in het klein. En ik zag dat ze meteen wat kreunde, dus dat moest wel een goed teken zijn, dacht ik. Het was 16u39, ik was opnieuw mama geworden, een gevoel dat echter pas veel later zou komen..
Zoals ze ons hadden gezegd, namen ze haar en mijn man mee. Niet veel later kwamen ze terug en legde ze ons dochtertje Manon even naast me. Ik zag enkele buisjes en draadjes, maar ze vertelden me dat ze het goed deed en meteen zelf had geademd. Ze had een buisje om haar te helpen ademen maar diende niet beademd te worden, heel goed nieuws! Ze bleek 1,560kg te wegen. Haar zus Lucie woog bij de geboorte 3,200?! Mijn man mocht met haar mee naar de Neonatale intensieve afdeling waar ze de komende tijd zou verblijven. Het duurde precies een eeuwigheid voor ik toegenaaid was...
Diezelfde dag nog mocht ik naar haar toe. Mijn benen waren nog verdoofd dus werd ik ‘overgetakeld’ naar een lig-rolstoel waarmee ze me naar haar toe konden rijden. Het ziet er allemaal enorm modern uit in het UZ Leuven en elk kindje heeft een eigen kamertje. Ik weet dat ik onder de indruk was. Daar lag ons Manon dan, heel klein in een couveuse met buisjes enz. We hebben onze hand op haar kunnen leggen en naar haar kunnen kijken. Ik had erg veel pijn dus gingen we terug naar mijn kamer en met een pijnpomp kreeg ik dan toch enkele uurtjes slaap nachts.
De eerste dagen na de bevalling
De volgende dag brachten ze me opnieuw met de ligrolstoel naar haar en kon ik haar op mij nemen. Wat was ze klein, zo’n smal rugje, een klein hoofdje, … alles zo mini maar al zo mooi.
De volgende dagen kon ik met de rolstoel naar daar en vervolgens te voet. De verpleging betrok me al snel bij de verzorging en zo leerde ik o.a. om haar pampertje te verversen. Niet zo evident, met je handen doorheen de openingen van de couveuse en zo’n mini-pampertje. Ik weet dat ik het in het begin toch indrukwekkend en wat akelig vond allemaal, ze zag er zo fragiel uit. Maar het wende snel en ik begon te genieten van onze kangoeroe-momenten samen. Ik had nog best veel pijn aan mijn buik van de keizersnede, maar als zij op mij lag leek dat weg te trekken. We leken er beide deugd aan te hebben en stilaan begon ik me toch een beetje mama te voelen bij haar.
Ik weet dat ik in die eerste dagen regelmatig wakker werd en pas na een paar seconden precies besefte: ‘juist, ons baby’tje zit niet meer hier bij mij veilig in de buik, maar ligt daar, een paar gangen verder helemaal alleen in een kamertje.’ Echt een verschrikkelijk gevoel.
Die eerste dagen heb ik enorm veel gehuild. ‘De hormonen’, werd gezegd. Maar het was veel meer dan dat. Ik was enorm bezorgd om haar natuurlijk, en ik denk dat ik eigenlijk in shock verkeerde. Ik voelde ook iets dat op een rouwproces leek. Ik was zo verdrietig omwille van het feit dat het allemaal zo gelopen was, omwille van het feit dat ik plots niet meer zwanger was, dat ik nooit meer (we hadden altijd gesproken over twee kindjes) dat heerlijke gevoel en die leuke spanning van die laatste maanden en weken zwangerschap zou meemaken, doopsuiker klaarmaken, geboortekaartje, valiesje voor naar het verlossingskwartier, … Ik had het allemaal ineens gemist. En daardoor moest mijn dochtertje dit nu allemaal doorstaan, terwijl ze veilig en warm bij mij had kunnen zitten.
Mijn verdriet bereikte een hoogte (of diepte?)punt de dag dat ik naar huis mocht... zonder haar. Een verschrikkelijke gevoel. Ik heb de rit naar huis onophoudelijk gehuild… Daarenboven was (en is nog steeds) niet duidelijk waarom dit allemaal gebeurd was. Dagen en misschien zelfs weken kon ik de situatie niet aanvaarden en bleef ik dus verdrietig en onrustig. Mijn man kon er veel beter mee om. Hij was opgelucht dat ze er was en het goed stelde en dat het er naar uit zag dat alles goed zou komen op termijn.
‘Dat alles goed zou komen’ was een zin waar ik echt niet mee om kon toen. Zo veel mensen zeiden of stuurden: alles komt goed, geen zorgen, … Hoe konden zij /iemand dat nu weten? We hadden geen idee waarom ons dit overkwam en zij lag daar compleet hulpeloos. Niet in staat om zelf te eten, om haar temperatuur hoog genoeg te houden, ... Haar hartslag en saturatie duikten regelmatig de diepte in met allerlei alarmen in het kamertje tot gevolg. Al die medische apparatuur is enerzijds geruststellend maar creëerde bij mij anderzijds ook de gedachte: ‘wat als al dat niet bestond?’ en ‘zie wat ze allemaal nodig blijkt te hebben’.
Dan mocht iedereen nog zeggen dat het goed zou komen, op dat moment was het niet ‘goed’. Ik werd zot als ik mijn man hoorde zeggen aan de telefoon dat ze en wij het goed stelden. We stelden het helemaal niet goed, naar mijn gevoel. Maar wat hij zei was wel waar, Manon deed het goed, ze evolueerde heel goed. Zo goed zelfs dat na een 10-tal dagen mijn man telefoon kreeg dat ze goed nieuws hadden en dat Manon kon overgebracht worden naar de N* afdeling.
Van intensieve naar N*
Ik had mixed feelings na dat telefoontje. N*?! Neonatale hospitalisatie bleek het te zijn, geen intensieve meer dus. Super goed nieuws dus inderdaad. Ik was aangenaam verrast toen ik toekwam: superruime kamers, waar ik zelf zou kunnen blijven slapen, heel andere sfeer, meer ontspannen, minder alarmen enz. Er waren slechts 7 kamers. Op intensieve waren er meer dan 30 kamers. Dat wilde zeggen dat van meer dan 30 kindjes, Manon, met haar 30weken en inmiddels 12dagen, 1,4kg (ze was nog niet terug op haar geboortegewicht), het meest geschikt was om over te komen naar hier?!
Het was een groot compliment maar tegelijk was ik ongerust en hoopte ik dat ze haar niet overschatten, dat we niet te snel gingen. Ik vond namelijk dat ze de laatste dagen best wel wat alarmen had gedaan. Zo fout zat mijn moedergevoel niet, bleek wat later, want ze ging zienderogen achteruit die dag: vele en diepe alarmen, ze verkleurde, … Er werd bloed afgenomen en meteen antibiotica gestart. Wat later bleek inderdaad een infectie. Maar de antibiotica had heel snel effect en ze kwam er snel weer bovenop.
Als koppel
Samen hadden we besloten dat mijn man al na enkele dagen terug zou gaan werken en zijn vaderschapsverlof deels zou opsparen voor wanneer we het ‘echt’ zouden nodig hebben en dat was wanneer ze thuis zou komen, dachten we. Maar na 2 weken alleen dagelijks op en af naar het ziekenhuis gaan, kon ik niet meer. Zijn leven was grotendeels terug verder gegaan als voordien: ’s ochtends Lucie naar de opvang brengen, gaan werken, Lucie ophalen, eten, nog wat bezoek krijgen of TV kijken, gaan slapen. Terwijl ik nu in plaats van naar mijn werk te gaan, naar het ziekenhuis kwam en tegen het einde van de ‘werkdag’ terug naar huis keerde om ook nog wat tijd door te brengen met onze oudste dochter.
Als ik thuis was voelde ik me schuldig dat ik niet in het ziekenhuis was en omgekeerd. Ik voelde me verdrietig, schuldig, ongerust, ... en moe! Elke 3u kolfde ik (ook ’s nachts dus) en elke dag in het ziekenhuis was zo vermoeiend, elke dag was anders: in het begin panikeerde ik telkens de alarmen afgingen, met de tijd went het enigszins... De ene dag waren er weer meer alarmen, dan moest ze onder de lamp, dan was het een extra bloedafname want misschien een infectie, dan weer een open wondje omdat haar huid zo fragiel is, even extra zuurstof, een bloedtransfusie of de cardioloog die een echo van het hart kwam nemen, alles wordt gecontroleerd en gemonitord, elke ‘afwijking’ in bloedanalyses, parameters, … wordt verder onderzocht en als je daar dicht op staat is dat allemaal heel erg spannend en vermoeiend. Alleszins, zo heb ik het ervaren.
Ik voelde dat ik het niet meer trok, vroeg een gesprek met de psychologe van de afdeling en mijn man besloot eerst 2 weken en uiteindelijk een maand mee voor ons te zorgen. Gelukkig maar, want ik sukkelde ook al dagen met mijn gezondheid en werd zieker en zieker. Enkele keren was ik zelfs zo ziek dat ik niet naar Manon kon, verschrikkelijk vond ik dat. Maar dan was het wel een troost dat mijn man enkele uurtjes naar haar ging om te kangoeroeën. Ik werd echter nog zieker en belandde zelfs eventjes zelf terug in het ziekenhuis.
Achteraf bekeken heeft die episode ons misschien wel enigszins goed gedaan, in die zin dat doordat mijn man nu zo veel tijd had doorgebracht bij Manon, in ‘mijn’ leefwereld van de laatste weken, we elkaar beter konden begrijpen, konden praten over hoe de dag verlopen was, wie er voor haar had gezorgd, … Hij had nu ook een inhaalmanoeuvre kunnen doen wat haar verzorging en hun band betrof. De eerste dagen en weken durfde hij haar nog niet vastnemen, nu kon hij haar verluieren in de couveuse enz.
En ook ik voelde me terug beter. Fysiek, maar ook mentaal. Ik was zo blij en opgelucht van geen pijn meer te hebben en van gewoon naar Manon te kunnen komen dat het een plezier werd om dagelijks naar haar toe te komen waar het ervoor zo zwaar aan voelde. Het feit dat we dit nu samen, mijn man en ik, doormaakten speelde hier voor mij een enorme rol in. De psychologe kwam in die tijd nog regelmatig langs voor een gesprek en doet dit nu nog steeds. Als ik er op terugkijk, had ik haar veel vroeger moeten vragen. Het is een heel zware periode en niemand verwacht dat je weet hoe je er zelf of als koppel mee om moet gaan en zij is voor ons echt een hulp geweest.
Dag 57 - de laatste loodjes
Vandaag is het dag 57 in het ziekenhuis… Manon wordt eind deze week 2 maanden. Deze week had mijn eerste week zwangerschapsverlof moeten worden en ik was uitgerekend voor binnen 1,5 week. Manon ligt inmiddels sinds 3 weken in een bedje ipv de couveuse, heeft geen infuus meer, krijgt bijna geen medicatie meer, en weegt 2,9kg!!!! Het einde is in zicht.
Maar dát denk ik dus al een tijdje. Al 2 maand hoor ik hoe goed Manon het doet en toch is ze nu 38,5 weken en zitten we hier nog. We hebben zo vaak gehoord dat de meesten tussen 36-40 weken naar huis kunnen, dat we uiteraard stiekem waren gaan hopen/denken dat we tegen haar 38 weken wel thuis zouden zijn, niet dus. Manon slaapt nog heel erg veel. Ze wordt ofwel niet wakker om te drinken of ze wilt gewoon niet drinken of valt heel snel in slaap waardoor ze het merendeel van haar voedingen nog steeds via sonde moet krijgen. Het is niets ergs, niets abnormaals en we moeten geduldig zijn en haar ritme volgen... maar dat maakt het niet makkelijker.
Ik blijf dus net als de voorbije 56 dagen uitkijken naar die dag dat we haar naar huis zullen mogen nemen en ik kan nu al zeggen dat ik die dag ongetwijfeld tranen met tuiten zal huilen! Grotendeels van geluk maar waarschijnlijk ook weer met mixed feelings, want hoe graag we hier ook weg willen, na al die tijd, zal het toch geen makkelijk afscheid worden denk ik.
— Ruim 2 weken na deze tekst, na 73dagen in het ziekenhuis, mochten we Manon mee naar huis nemen.
Meer info over vroeggeboorte kan je terugvinden in het boek Mijn kind is te vroeg geboren.