Ons fertiliteitstraject: tijd om over te schakelen naar ICSI
De dag erna was het aan mezelf. Ik zie me nog zitten in de living. Ik nam wat vel vast en hield de naald ervoor. “Komaan, je kan dit! Het doet geen pijn en je kan dit! Gewoon prikken.” Na ellenlange minuten mezelf te motiveren dacht ik ‘komaan het is nu of nooit, hoe langer ik wacht hoe moeilijker.’ En Prik! De spuit zat in mijn vel, nog even uwen tot alle vloeistof eruit was.
De dagen erop verliepen al iets vlotter en stilaan werd ik de prikpen gewoon. Na enige tijd moest ik een spuit bijnemen. Deze moest ‘s morgens op een vast tijdstip ingespoten worden. Ik koos ervoor om die ‘s morgens om 7 uur in te spuiten, voor de werkuren. Deze spuit zag er helemaal anders uit, het was echt een spuit met een langere naald, een groot verschil met de prikpen.
Ik zat op bed en dacht “Komaan! Net zoals de prikpen! Vel vastnemen en duwen.” Dat deed ik en … de naald ging niet door mijn vel. Dit was een veel dikkere naald dan de prikpen en het lukte niet. Ik probeerde vijf keer om mezelf te prikken maar het lukte me niet. Op den duur begon ik te panikeren en ik dacht “gewoon doordoen”, want deze moest echt om 7 uur geprikt worden. Ik duwde plots extreem hard en voelde de naald door men vel gaan. Ik begon te beven en te schudden. Wat een pijnlijke naald! Maar het was gelukt.
Dit moest ik nu elke ochtend doen, tot aan mijn eicelpunctie. Het prikken lukte beter en beter, maar ik moest mezelf echt blijven overwinnen om goed door te prikken. Mijn buik zat na enige tijd vol rode puntjes, maar dit was voor het goeie doel.
Bij de tussentijdse controles bij de gynaecoloog nam ik de spuit zelf mee om daar in de toiletten te spuiten. Ik ging zoveel mogelijk voor de werkuren op controle en die controles waren meestal rond 7 uur ‘s morgens. ‘Mezelf prikken op andere plaatsen. Weer een obstakel overwonnen.’
Het was eindelijk zo ver, mijn follikels (blaasjes waar de eicellen inzitten) waren groot genoeg en klaar om geoogst te worden. Ik kreeg telefoon van het UZ met het tijdstip om de laatste 2 inspuitingen in te brengen en 48 uur later vond de eicelpunctie plaats.
De dag nadien kreeg ik op het werk een enorme migraineaanval. De gynaecoloog liet weten dat dit door de laatste inspuitingen kon komen. Die lokken migraineaanvallen uit en ik ben daar sowieso al gevoelig voor. Ik ging naar huis om te rusten, zodat ik de dag nadien naar het UZ kon gaan voor de punctie.
De punctie
Dan was het zo ver. We reden naar het UZ en ik begon de spanning te voelen. We stapten naar de dienst fertiliteit, mijn man moest naar het labo om zijn spermastaal af te geven en ik bleef in de wachtruimte. Daar begon ik het koud en klam te krijgen. ‘Rustig blijven, jij kan dit!’
De witte deur aan de wachtruimte ging open. “Mevrouw M.? U mag binnenkomen.” Ik ging een grote ruimte in met allemaal ziekenhuisbedden waar vrouwen op lagen voor dezelfde behandeling. De “kamers” waren afgescheiden door een gordijn. Daar kreeg ik een infuus en operatieschortje en mocht wachten op het bed. Ik lag vlak naast het onderzoekslokaal, dus zag iedereen binnen en buiten gaan.
Na enige tijd was het aan mij en mocht ik ook het onderzoekslokaal binnen. Dat was een steriele ruimte met een kille tafel, net zoals een operatiekwartier. De verpleegkundige vroeg of het mijn eerste keer was en legde alles uit. Ze liet me weten dat ze de hele tijd naast mij zou zitten en dat ik het altijd mocht vragen als er iets was. Ze legde alles uit wat er gebeurde: “Nu gaan we je wat platter leggen, nu gaan we de onderkant ontsmetten, nu gaan we je wat morfine geven en kan je je draaierig voelen,…” Ik liet alles ondergaan en was blij met de goeie uitleg. Het deed geen pijn en ik voelde me in een soort roesje gaan.
Wat er allemaal nog gezegd of gebeurd is, is een beetje wazig, maar na een halfuur lag ik terug op mijn bed om te rusten. Ik kreeg een suikerwafel en een warme kruik tegen de pijn op mijn buik. De morfine begon na een tijd uit te werken en mijn onderbuik begon nu wel pijn te doen. Ze prikken dan ook door de baarmoederwand en zuigen alle eicellen uit de follikels.
De betrokken arts deed zijn ronde en vertelde bij iedereen hoeveel eicellen ze hadden kunnen uithalen. Doordat de “kamers” afgesloten waren door een gordijn, kon je alles horen van elkaar. Ik hoorde dus bij iedereen hoeveel eitjes ze gevonden hadden. Dat vond ik wel confronterend, want bij de ene persoon vonden ze twintig eicellen en bij de andere maar twee. Ik was bij de laatste en hoopte ook dat ze veel eicellen hadden kunnen uithalen.
De arts kwam op mijn bed zitten. “Ah Mevrouw M. Hoe gaat het met u? Bij u hebben we twaalf mooie eicellen gevonden. Maar wees u er bewust van dat dit een afvalrace is, als alles goed blijft verlopen krijgt u komende woensdag een terugplaatsing.”
Dit klonk als muziek in mijn oren. Mijn man stond buiten de grote witte deur te wachten en ik mocht naar huis. Eenmaal thuisgekomen viel ik in slaap op de zetel. Het was voorbij … Oef!
De afvalrace
De dag na de punctie belden ze ons op om ons mee te delen dat er van de twaalf eicellen zes bevrucht waren en dat het nu afwachten was. Ik begon die dag ook enorme buikpijn te krijgen en belde de gynaecoloog op. Ik mocht langsgaan op controle en daar zag hij vocht in mijn buikholte. Ik ging er nog altijd van uit dat ik die woensdag mijn terugplaatsing had, maar hij vertelde me dat die niet kon doorgaan wegens kans op overstimulatie. Het vocht moest eerst volledig weg zijn. Wanneer mocht dit nu eens goed verlopen?!
Dat betekende dat ze de embryo’s zouden invriezen. Mijn zes baby’tjes in de diepvries, dat vond ik maar een raar idee. Maar het wordt zoveel gedaan …
Die vrijdag belden ze mij op met het eindresultaat en vertelden ze hoeveel embryo’s ze hadden kunnen invriezen. Ik dacht aan of hoopte op drie, zodat we zeker drie pogingen verder konden. Maar toen hoorde ik plots aan de telefoon “Eén”. Er was één goed embryo overgebleven en dat hadden ze kunnen invriezen.
‘Eén? Heb ik maar één over?’ ‘Ja, maar één is genoeg hoor, mevrouw. U mag nu verder afspreken met uw eigen gynaecoloog en hij zal nagaan wanneer de terugplaatsing kan doorgaan.’
To be continued ...